Nederland opnieuw inrichten tegen weersextremen

Gepubliceerd 15 januari 2020

Om Nederland robuust te maken tegen extreem weer, zoals piekbuien en langdurige droogte, moet er komende jaren extra worden geïnvesteerd. Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) spreekt vandaag met de Tweede Kamer over haar voorstel tot een wijziging van de Waterwet zodat er meer geld beschikbaar komt voor de aanpak van wateroverlast. Om projecten op korte termijn vanuit de Rijksoverheid te steunen stelt de minister dit jaar bovendien ook bijna €5 miljoen extra beschikbaar voor vijf regionale pilotprojecten waarvan op korte termijn al de schop de grond ingaat.

‘We moeten snel extra stappen zetten om onze straten, tuinen, steden en ook de landelijke omgeving anders in te richten. Alleen zo kunnen we ons goed voorbereiden op de gevolgen die de extremere weersomstandigheden hebben op onze leefomgeving. Denk aan de hoosbuien die hele woonwijken onder water zetten omdat er te weinig groen in de buurt is om het op een natuurlijke manier op te vangen,’ aldus Van Nieuwenhuizen. ‘De vijf pilots die ik dit jaar financieel steun zijn mooie voorbeelden die ook andere provincies, waterschappen en gemeenten goed kunnen toepassen. Met een gewijzigde Waterwet kunnen we straks met geld uit het Deltafonds meer gaan investeren om Nederland te beschermen tegen weersextremen.’

Financiële impuls

Van de 24 aanvragen voor een financiële impuls heeft de minister pilotprojecten van de gemeenten Eindhoven, Horst aan de Maas, Dordrecht, Enschede en de provincie Gelderland geselecteerd.

Klimaatrobuust Clausplein in Eindhoven

Dit project betreft de herinrichting van het volledig verharde Clausplein. Door vergroenen van het plein wordt het verblijfsklimaat op het plein op warme dagen verbeterd en wordt tevens de wateroverlast in de naastgelegen straat bij piekbuien verminderd. Er wordt ook een waterbuffersysteem aangebracht. Hiermee wordt, naast het verminderen van de kans op wateroverlast, een waterberging gecreëerd om het groen van water te voorzien in droge perioden. De plannen zijn met buurtbewoners en ondernemers uitgewerkt. Diverse nationale en internationale onderzoeksinstellingen zijn betrokken via het internationale Unalab-programma. Waterschap de Dommel draagt bij aan het project met onder andere kennisinbreng.

Project Klimaatplein Gasthoes en omgeving in Horst aan de Maas

Uit de stresstesten komt het projectgebied rond het Gasthoes als een knelpunt naar voren met een groot risico op wateroverlast enerzijds en hittestress anderzijds. Daarnaast is er sprake van verdroging in het gebied. De gemeente grijpt een herstructurering van het centrumgebied aan om ook klimaatadaptatiemaatregelen te treffen en zet daarbij in op het toepassen van innovatieve methoden en technieken, gericht op berging en infiltratie van water en verkoeling bij warm weer. De effectiviteit van maatregelen wordt onderzocht door de Universiteit Utrecht.

Stadspark als natuurlijke klimaatbuffer in Dordrecht

De gemeente heeft de ambitie de Dordwijkzone om te vormen tot een nieuw stadspark dat (tevens) fungeert als natuurlijke klimaatbuffer. In de klimaatbuffer kunnen klimaatdreigingen voor omliggende wijken, zoals hitte en wateroverlast, worden opgevangen. Door de verdichtingsopgave van 10.000 woningen voor 2030 krijgt de Dordwijkzone een nog belangrijker rol voor de stad en wijken. In het project krijgen diverse maatregelen een plek, waaronder het project ‘waterkraan’ om doorstroom van water uit de Biesbosch te bevorderen. Om te leren van de uitvoering betrekt de gemeente de stichtingen ARK Natuurontwikkeling en Ecoshape. De effectiviteit van de maatregelen zal worden gemonitord.

Klimaatadaptatiemaatregelen met effectmonitoring voor vijf locaties in Gelderland

De provincie Gelderland zet samen met de gemeenten Elburg, Doetinchem, Apeldoorn, Nijmegen en Arnhem in op versnelling van urgente klimaatadaptatiemaatregelen en kennisontwikkeling door gezamenlijke monitoring. De ambitie in deze projecten is om klimaatadaptatie te combineren met ambities ten aanzien van leefomgevingskwaliteit, energietransitie, mobiliteit en biodiversiteit. Met monitoring wordt kennis opgedaan voor deze vijf casussen, waarbij de informatie die wordt gegenereerd over effectiviteit van maatregelen en de effecten op het natuurlijke systeem voor veel partijen in Nederland waardevol is. Leereffecten en ervaringen van de uitvoeringsprojecten worden onderzocht door de Hogeschool Van Hall Larenstein.

Aanleg stadsbeek in Enschede

Enschede is door zijn ligging kwetsbaar voor wateroverlast. De stad ligt op een stuwwal en de hoogteverschillen in de stad zijn zo’n 44 meter. Daarnaast is infiltratie van hemelwater veelal lastig, omdat in de ondergrond van de stuwwal ondoorlatende leemlagen voorkomen. Uit stresstesten blijkt dat de wijken Pathmos en Stadsveld een zeer groot risico hebben op wateroverlast en met voorrang moeten worden aangepakt.

Beoordeling

Alle pilotvoorstellen zijn beoordeeld op de vooraf bekend gemaakte voorwaarden, waaronder tenminste 50% cofinanciering door de regio, onderbouwing van de maatregelen op basis van stresstesten of aangetoonde urgentie, en het daadwerkelijk kunnen starten in de eerste helft van 2020. Vervolgens is een keuze gemaakt tussen de voorstellen die aan deze criteria voldeden. Daarbij zijn overwegingen als verwachte leereffecten, betrokkenheid van kennisinstellingen, geografische spreiding en het percentage regionale financiering betrokken.

Met de indieners van deze voorstellen zullen de komende periode nadere afspraken worden gemaakt over de inhoud en financiering van de pilots en het verspreiden van de leereffecten uit deze pilots. De kennis die wordt opgedaan tijdens deze projecten kan door andere lokale of regionale overheden worden toegepast.