Handreiking bovenregionale stresstesten gereed
De overstromingen in Limburg maakten het dwingend duidelijk: sommige aspecten van klimaatadaptatie moet je bovenregionaal aanpakken. Bijvoorbeeld het voorkomen van wateroverlast op plekken waar er cascade-effecten of grensoverschrijdende gevolgen kunnen optreden. Maar dan moeten eerst de knelpunten in beeld zijn. Stresstesten gebeuren al wel op allerlei lagere niveaus, maar nog niet bovenregionaal. Een nieuwe Handreiking (pdf, 8.1 MB) zet uitgangspunten op een rij, verlaagt daarmee de drempel én brengt partijen bij elkaar.
Elders grote gevolgen
Als Waterschap A de sluizen openzet om overtollig regenwater versneld af te voeren, kan Waterschap B in de problemen komen. En als Waterschap C krampachtig al zijn water vasthoudt tijdens een droge, hete zomer, heeft Waterschap D het nakijken. Waterbeheer is bij uitstek een sector waarbij beslissingen op de ene plek ergens anders soms grote gevolgen hebben. En waarbij bovenregionaal overleg dus onontbeerlijk is, zeker nu de risico’s toenemen als gevolg van klimaatverandering.
Beleidstafel
“Dat werd nog eens goed duidelijk door de overstromingen in Limburg”, vertelt Zita Hegger, beleidsmedewerker klimaatadaptatie van het ministerie van IenW. “De Beleidstafel Hoogwater en Wateroverlast heeft onderzocht wat we daarvan kunnen leren en hoe we ons in de toekomst beter kunnen voorbereiden op dergelijke extremen.”
Veel partijen
In kaart brengen van de risico’s is daarvoor een eerste vereiste. Dat gebeurt al via de stresstesten binnen het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie (DPRA). Die vinden nu plaats op het niveau van gemeenten, provincies, waterschappen en veiligheidsregio’s. Hegger: “De Beleidstafel heeft vastgesteld dat stresstesten óók bovenregionaal nodig zijn. IenW is gevraagd daarvoor een handreiking op te stellen.”
Onderzoeken
Die handreiking was eind januari klaar en is recent besproken in het Bestuurlijk Overleg Water. “Een consortium van adviseurs heeft het advies opgesteld”, vertelt Hegger, “na uitvoerig overleg met partijen die een taak hebben in de uitvoering, zoals provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat en de veiligheidsregio’s.” Een belangrijke rol was weggelegd voor onderzoeken vanuit Deltares en het Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK). Er was ook een begeleidingsgroep met daarin onder meer IPO, UvW, Staf Deltacommissaris, Rijkswaterstaat, Waternet, Deltares, Stichting CAS en de provincies Limburg, Noord- en Zuid-Holland.
Cascades
De Handreiking richt zich allereerst op de interacties tussen het hoofdwatersysteem en de regionale watersystemen. Hegger: “Wat gebeurt er met die onderlinge dynamiek als bepaalde watersystemen volraken? Waar ontstaan dan de problemen? En aan welke knoppen kun je draaien om te voorkomen dat álles vol zit en er geen uitwijkmogelijkheden meer zijn?”
Ontwrichting
Een tweede zwaartepunt ligt bij maatschappelijke ontwrichting. “Het is duidelijk dat we bepaalde overlast moeten gaan accepteren”, zegt Hegger, “maar de vraag is: hoe erg is dan de ontwrichting, en moeten we bepaalde maatschappelijke functies niet beter beschermen tegen cascades van effecten? Dat zijn vragen die veel partijen raken, en die bestuurlijke grenzen overschrijden.”
Rolverdeling
Per regio is maatwerk nodig, maar toch gaat de methode in de Handreiking ervoor zorgen dat niet iedereen zelf het wiel hoeft uit te vinden, benadrukt Hegger. In de handreiking staan afspraken over rolverdeling en een regio-indeling. “Daarnaast willen we ook een landelijk beeld krijgen. Daarvoor is het heel belangrijk dat de risico’s op een uniforme manier in beeld worden gebracht, zodat de resultaten ook vergelijkbaar zijn.”
Al snel kritiek
De nieuwe ronde DPRA-stresstesten start in 2025, maar de partijen gaan al eerder aan de gang met de bovenregionale stresstesten. Sommige zijn al bezig – bijvoorbeeld de provincie Noord-Holland. “Na de extreme buien in Limburg vroegen wij ons meteen af: wat als er nu bij ons zo’n bui zou vallen?”, zegt Bas van der Pas, risico-expert bij de provincie Noord-Holland. “Veel waterlopen wateren af op het Amsterdam-Rijnkanaal en het Noordzeekanaal. Meteen werd duidelijk dat bij zo’n bui de waterstanden al snel kritiek gaan worden voor de keringen. Daar schrokken we wel van: je praat dus niet alleen over wateroverlast, maar ook over waterveiligheid.”
Inzichtelijk maken
In het Amsterdam-Rijnkanaal - Noordzeekanaalgebied vallen naast Noord-Holland ook Utrecht en Zuid-Holland – en maar liefst vier waterschappen. “Dat maakt het interessant: die moeten met elkaar gaan samenwerken”, zegt Van de Pas. “Waar gaan we water vasthouden, hoeveel gaan we afvoeren, en waarheen? Normale stresstesten doe je meestal alleen bínnen de waterschappen.” Noord-Holland is in 2023 begonnen met een zogeheten scopingstudie. “We brengen in kaart: welke vragen moeten we nog beantwoorden, welke kaartbeelden kunnen de problematiek inzichtelijk maken, welke kennis, informatie en modellen hebben we daarvoor nodig en wat is er daarvan al beschikbaar? Dat doen we door interviews met onder meer de waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat.”
Afstemmen
Die scoping is nu bijna afgerond. “Dan kunnen we gaan starten met de bovenregionale stresstest”, zegt Van de Pas. “Dat wordt best nog een complex proces. Veel vragen zijn ook nog onbeantwoord: welke modellen gebruik je eigenlijk? Hoe bepaal je schade? Welke vitale objecten neem je mee? Al die informatie en modellen moeten we op elkaar gaan afstemmen. We zijn nu aan het uitzoeken hoe we dat het beste kunnen gaan organiseren.”
Klimaateffectatlas
Uiteindelijk zullen de bovenregionale stresstesten, in de vorm van nieuwe kaartbeelden, een plek krijgen binnen de Klimaateffectatlas. “Heel belangrijk”, vindt Van de Pas, “en echt heel erg nodig.” Zeker als Laag-Nederland zijn wij heel kwetsbaar – juist ook op vlakken die tot nu toe onderbelicht zijn gebleven. Ik denk dat hier echt een pakket maatregelen uit voortkomt waar we de komende jaren mee aan de slag kunnen.”
Onderbouwde keuzes
De stresstesten zijn dus geen doel op zich, benadrukt Van de Pas. “Het doel is die maatschappelijke ontwrichting zo veel mogelijk beperken”, zegt ook Hegger van IenW. “Dat doe je via een uitvoeringsagenda, die je hebt opgesteld met behulp van risicodialogen. De basis van dat alles zijn de stresstesten – dat is niet anders dan bijvoorbeeld op gemeentelijk niveau. Uiteindelijk helpen al die stresstesten bij het maken van goed onderbouwde keuzes.”
Vervolgvragen
De partijen die waren betrokken bij het opstellen van de Handreiking, houden nog steeds contact met elkaar, vertelt ze. “Die community of practice omvatte uiteindelijk zo’n 260 mensen. Voor de zomer vind een nieuwe bijeenkomst plaats waarin deze ze ervaringen kunnen uitwisselen in de uitvoeringsfase.” Daarnaast zijn er ook nog vervolgvragen. Bijvoorbeeld: hoe krijgen we goed grip op de belangrijkste cascade-effecten? En welke andere risico’s zijn nu nog onvoldoende in beeld? Hegger: “Dit is niet een project dat nu klaar is. Ik zie het meer als een dynamisch proces dat zich steeds verder ontwikkelt, dankzij de betrokkenheid van al die partijen.”
De bovenregionale stresstesten vinden plaats voorafgaand aan de DPRA-stresstesten. De nieuwe ronde van die laatste start in 2025. De geactualiseerde bijsluiter voor die stresstesten verschijnt eind 2024, begin 2025.
Wat een bovenregionale gebeurtenis anders maakt dan de tot nu toe binnen DPRA geanalyseerde gebeurtenissen, met regionale of lokale neerslag, is de grotere omvang van het gebied waarin de neerslag valt, en de samenloop met factoren die soms specifiek zijn voor regio’s, zoals hoge buitenwaterstanden. Grote ontwrichting kan ontstaan wanneer bijvoorbeeld meer (vitale) functies worden getroffen, cascade-effecten ontstaan en het herstel langzamer gaat (omdat een groter gebied platligt).
De uitkomsten van bovenregionale stresstesten kunnen heel nuttig zijn bij het opstellen van gevolgenbeelden in DPRA-verband; ze zijn daarmee in feite een extra-wateroverlastscenario. Na de dialoogfase moeten de stresstesten op verschillende schaalniveaus leiden tot samenhangende uitvoeringsagenda’s.