Minister Harbers: ingrijpende maatregelen nodig om zoetwatertekort te beperken

Gepubliceerd 3 juni 2024

Als we in Nederland in 2050 weerbaar willen zijn tegen droogte en zoetwatertekorten, moeten we anders met ons zoetwater omgaan. Dit schrijft minister Mark Harbers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens de minister gaat Nederland nu efficiënt met water om, maar in de toekomst zijn meer ingrijpende maatregelen nodig.

Problemen zoetwatertekort steeds groter

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het tekort aan zoetwater op korte termijn de urgentste opgave is op het gebied van klimaatadaptatie. Onderzoek in november vanuit het Kennisprogramma Zeespiegelstijging laat bijvoorbeeld zien dat de stijgende zeespiegel de beschikbaarheid van zoetwater onder druk zet. En in alle Deltascenario’s raken het aanbod van zoetwater en de vraag ernaar verder uit balans.

Minister Harbers: “Minder zoet water gebruiken, het verhogen van grondwaterstanden, meer opslag in het IJsselmeer en een gezondere bodem zijn maatregelen waarmee we onze zoetwatervoorziening kunnen verbeteren. Alle overheden en alle watergebruikers moeten dit soort scherpe bestuurlijke keuzes maken. Daarnaast gaan we nu onderzoeken welke verdere opties er nog zijn om een zoetwatertekort te minimaliseren.”

Moeilijke keuzes maken

Vanuit het Deltaprogramma Zoetwater werken alle overheden en de gebruikers van zoetwater hard om watertekorten te beperken. Tot nu toe gebeurde dat vooral door het watersysteem te optimaliseren. Maar die aanpak is niet langer genoeg. Vanaf nu moeten alle overheden in beeld brengen hoe ze de toekomstige zoetwatervraag in evenwicht brengen met het wateraanbod. Daarnaast moeten ze in hun ruimtelijke plannen moeilijke keuzes gaan maken, zoals het watergebruik verminderen. Of in bepaalde gebieden een hoger zoutgehalte in het water accepteren. Soms zijn ook schutbeperkingen nodig, waardoor schepen minder vaak door sluizen heen kunnen.

Verkenning naar ingrijpende maatregelen

Dit jaar wordt in onderzoek verkend of een aantal meer ingrijpende maatregelen haalbaar en wenselijk zijn, zoals het tegengaan van verzilting in de Rijn-Maasmonding. Hierbij wordt ook gekeken naar de effecten voor de natuur, waterkwaliteit, scheepvaart en andere functies.