Overijssel is rap met Regionaal Adaptatie Plan
Overijssel is de eerste provincie met een Regionaal Adaptatie Plan (RAP). Het brengt de belangrijkste effecten van klimaatverandering voor Overijssel in beeld, verdeeld in zeven thema’s. Per thema is benoemd of het nodig is om extra stappen te zetten, zodat de provincie in 2050 klimaatadaptief is ingericht. De provincie Overijssel heeft ook budget vrijgemaakt voor kennisontwikkeling. De ambities van de provincie worden zoveel mogelijk verwerkt in provinciale plannen, zoals de Omgevingsvisie. Gedeputeerde Bert Boerman is erg tevreden over het proces rondom het Regionaal Adaptatie Plan: “We zijn in korte tijd ver gekomen.”
U heeft eerder gezegd dat de provincie verbinder en aanjager is bij het maken van een Regionaal Adaptatie Plan. Heeft u het verschil kunnen maken?
“Ik denk het wel. Klimaatverandering en het aanpassen daarop vergen kennis en samenwerking vanuit verschillende disciplines. Alleen dan kunnen we tot een goede inrichting komen van onze leefomgeving. Het verbinden van partijen en het aanjagen van dit soort processen is voor ons – als provincie – essentieel. We kregen veel positieve reacties op ons initiatief om in werksessies met verschillende partijen te praten over een klimaatadaptief Overijssel. We spraken bijvoorbeeld met de GGD, de Veiligheidsregio, de ANWB, ProRail, Staatsbosbeheer, Hogeschool Windesheim en organisaties als de LTO (Land- en Tuinbouw Organisatie-red.) en NMO (Natuur en Milieu Overijssel-red.). We hebben breed uitgenodigd en waren positief verrast over de energie en kennis bij de deelnemende partijen. Ze willen graag meedenken over een klimaatadaptieve provincie. En ook meedóen. Veel partijen werken al aan oplossingen en ideeën, maar weten niet altijd welk gremium ze kunnen benutten. Wij hebben ze in onze werksessies een gremium kunnen geven.”
Hebben de werksessies geleid tot een grotere betrokkenheid in de regio?
“Niet alleen de werksessies; ook de afzonderlijke contacten die we hadden met verschillende organisaties. In de werksessies hebben we gezamenlijk de bollenschema's van de NAS vertaald naar de situatie in Overijssel. De sessies waren ook bedoeld voor het beter benutten van elkaars kennis. Diverse partijen hebben presentaties gegeven om hun kennis te delen. De GGD heeft bijvoorbeeld iets verteld over gezondheidsrisico’s bij hittestress en het tegengaan ervan. Op basis hiervan ontstond een dialoog over het beperken van gezondheidsrisico’s en het toewerken naar een gezonde en leefbare stad. De gemeente Enschede heeft laten zien hoe zij op dit moment hun stresstest uitvoeren. Naast kennisuitwisseling ter plekke, hebben we ook in kaart gebracht wat de meest urgente thema’s zijn. Daarbij zijn door de verschillende partijen acties benoemd die zij van belang vinden. Al die input vanuit de werksessies heeft geresulteerd in een Overijsselse adaptatie-agenda. We zijn in korte tijd ver gekomen. Maar dat vereist de opgave van klimaatadaptatie ook. Onze regionale strategie heeft dan ook een passende naam: RAP.”
Het RAP ligt er, wat zijn de vervolgstappen?
“De adaptatie-agenda in het RAP is een eerste stap. We voeren voortdurend dialogen met partners over diverse vragen: hoe kunnen we de genoemde acties gezamenlijk oppakken; waar is nog extra kennis nodig; met welke concrete projecten kunnen we in het veld experimenteren – bijvoorbeeld in het Living Lab Overijssel of op een mogelijke Climate Campus. Deze dialogen zorgen ervoor dat we de adaptatie-agenda voortdurend kunnen aanvullen en samen met verschillende partijen iedere keer een stapje dichter komen bij oplossingen voor een klimaatadaptieve inrichting. Daarbij vertalen we de informatie uit de landelijke NAS-dialogen door naar de regio.”
Welke tips wilt u collega-bestuurders geven voor hun eigen traject naar de totstandkoming van een RAP?
“Benut vooral de kennis en energie bij verschillende partijen en start de dialoog. Juist het gesprek levert heel veel informatie op; ook al weet je nog niet precies waar die eerste stap toe leidt. En zoals je ziet, kan er dan aan het eind van zo’n proces een gezamenlijke agenda liggen. Tot slot: de bollenschema's uit de NAS hebben ons zeker geholpen om de breedte van het thema klimaatadaptatie inzichtelijk te krijgen – en te houden.”
Voor meer informatie: Fenny de Vries, projectleider RAP (f.d.vries@overijssel.nl)
Delen
Gedeputeerde Bert Boerman: “Juist het gesprek levert veel informatie op”