Voedselrijkdom
De voedselrijkdom van een waterbodem is direct afhankelijk van het bodemtype. Veen bevat bijvoorbeeld meer nutriënten en organisch materiaal dan zandgrond. Vanuit de waterbodem komen nutriënten in het watersysteem terecht. Als een bodem uit veen bestaat, maakt die het watersysteem voedselrijker en daarmee kwetsbaarder. Voedselrijkdom van de bodem is een eigenschap van het systeem en daar kun je geen invloed op uitoefenen met maatregelen.
Een overstort is een opening in een gemengd rioolstelsel waarlangs rioolwater kan worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Dat kan nodig zijn als het riool overbelast raakt door hevige neerslag. Riooloverstorten zorgen ervoor dat de voedselrijkdom van het watersysteem ineens sterk toeneemt. Dit effect is groter bij een gemengd rioolstelsel dan bij een gescheiden stelsel. Oppervlaktewater in de buurt van een riooloverstort die regelmatig overstort is zeer kwetsbaar voor deze stuurvariabele. Als een riooloverstort verder weg ligt of weinig overstort dan is het water daar minder kwetsbaar voor overstorten.
Om een watersysteem op het gewenste peil te houden, is het regelmatig nodig om water in te laten vanuit een hoofdwatersysteem. Soms is het water uit dit hoofdwatersysteem voedselrijker dan het watersysteem waar dit water in stroomt. Als dat zo is neemt de voedselrijkheid daar toe. Als het inlaatwater veel voedselrijker is dan het ontvangende water, maakt dat het ontvangende watersysteem zeer kwetsbaar. Als het inlaatwater niet voedselrijker is dan het ontvangende water, is het ontvangende watersysteem niet kwetsbaar.
Een dikke sliblaag op de waterbodem betekent dat het watersysteem voedselrijk is. Vanuit het slib kunnen nutriënten vrijkomen in het oppervlaktewater, waardoor de voedselrijkdom toeneemt. Als het slib dikker is dan 15 cm maakt dat het watersysteem zeer kwetsbaar. Is het slib tussen de 5 en 10 cm, dan is het watersysteem kwetsbaar en bij minder dan 5 cm is het niet kwetsbaar.
Langs stedelijk oppervlaktewater liggen vaak wandelpaden of hondenpoepvelden. Als hondenpoep bij regenbuien afspoelt, komen er nutriënten in het water terecht waardoor de voedselrijkdom toeneemt. Als er vaak hondenpoep langs het water ligt en er een hondenuitlaatplaats naast de watergang is, maakt dat het watersysteem zeer kwetsbaar. Is er geen hondenuitlaatplaats naast de watergang maar ligt er wel hondenpoep? Dan maakt dat het watersysteem ook nog kwetsbaar.
Bij stedelijk water komen soms grote aantallen watervogels voor. Vogels zijn een grote bron van nutriënten als ze in grote groepen op en bij water verblijven. De nutriënten komen direct via uitwerpselen in het water of indirect via afspoeling met regenwater. Hierdoor wordt het oppervlaktewater voedselrijker. Als er regelmatig veel ganzen of andere watervogels verblijven en als er veel uitwerpselen langs de waterkant liggen, maakt dat het watersysteem zeer kwetsbaar voor de instroom van vogelpoep. Voor preciezere grenswaarden van de kwetsbaarheid zie het blad Stuurvariabele: Instroom vogelpoep in het i-report.
Bemesting van moestuinen, tuinen of groene daken zorgt voor goede groei van gewassen en beplanting. Alleen spoelt een deel van de nutriënten uit de bemesting uit naar oppervlaktewater, waardoor de voedselrijkdom daar toeneemt. Een watersysteem is zeer kwetsbaar voor bemesting door de omgeving als er een moestuincomplex of ander bemest land naast de watergang ligt. Als dat niet zo is, is het watersysteem niet kwetsbaar voor deze stuurvariabele.
Bladeren van bomen rondom de watergang brengen nutriënten in het water. Vergeleken met riooloverstorten en met de uitwerpselen van honden en vogels, is bladinval een relatief kleine bron van nutriënten. Hoeveel blad er in een watergang valt, is afhankelijk van de afstand van bomen tot de watergang, boomsoorten en gemeentelijk beheer. Een watersysteem is zeer kwetsbaar voor bladinval als meer dan 50% van de waterkant uit bomen bestaat en als het blad hiervan in het water valt. Bestaat de waterkant voor meer dan 25% uit bomen waarvan het blad in het water valt? Dan is het watersysteem kwetsbaar. Staan er geen bomen langs het water, dan is het watersysteem niet kwetsbaar.