Deelsessie: ‘De Hittebestendige Stad – Wat gebeurt er in het ruimtelijke domein om de stad koel te krijgen?’

Gepubliceerd 25 oktober 2019

Trekker: Lisette Klok
Verslaglegger: Lisette Klok (e.j.klok@hva.nl)

Doel

Inzichten geven in hoe hittebestendigheid en de hitteopgave voor een specifiek gebied gedefinieerd kunnen worden en hoe dit vertaald kan worden naar richtlijnen voor een hittebestendige buitenruimte.

Inhoud

De belangrijkste discussiepunten waren: wat is de hitteopgave, waar bestaat deze opgave uit en wat is hittebestendig? Welke data en kennis geven hier inzicht in? De interactieve mind-map kan hierbij ondersteunen.

Welke maatregelen zijn het meest effectief en efficiënt tegen hittestress en welke zijn toepasbaar? Op stedelijk schaalniveau is het doel vooral om de luchttemperatuur te verlagen door zoveel mogelijk natuurlijke (verdampende) oppervlakken te creëren. Daarnaast is het belangrijk om lokaal koele plekken te creëren (in woonwijken, stadscentra, drukbezochte locaties) met een lage gevoelstemperatuur, om te vertoeven of naartoe te kunnen vluchten tijdens een hete dag. Om dat te bereiken zijn vooral maatregelen nodig die schaduw bieden (bomen, doeken, pergola’s arcades).

Hoe kun je de hitteopgave en hittemaatregelen naar ontwerprichtlijnen vertalen en welke ontwerprichtlijnen werken? Richtlijnen, gebaseerd op cijfers (temperatuurwaarden), zijn lastig te maken vanwege keuze in grenswaarden en alleen een visie op hittebestendig inrichten is te weinig meetbaar. Richtlijnen gebaseerd op percentage groen, percentage schaduw of afstand-tot-koelte verdienen de voorkeur. Hiermee kun je de openbare ruimte bewust inrichten en sturen op een hittebestendige inrichting.

Uitkomsten

Tijdens de werksessie hebben de aanwezigen in groepen nagedacht over de hitteopgave en werkbare richtlijnen voor een hittebestendige inrichting van de buitenruimte voor een drietal gebiedstypes:

  • Een stadscentrum
  • Een vergrijsde woonwijk
  • Een kinderrijke woonwijk

Belangrijkste leerpunten

De uitkomsten van de sessie lieten zien dat het uitdenken van de juiste richtlijnen voor verschillende gebiedstypen die voldoende meetbaar zijn nog lastig is. Bepaling van de juiste grenswaarden vraagt om vervolgonderzoek.