Werkconferentie Klimaatadaptatie Natuur

Gepubliceerd 13 mei 2019

Op 7 mei 2019 vond in Utrecht de tweede klimaatadaptatiedialoog over natuur plaats. Centraal stond de vraag: hoe helpen we bestuurders die de Nederlandse natuur klimaatbestendig willen maken? En kunnen we doen voor bestuurders die natuur willen benutten voor de klimaatopgave in andere sectoren?

De markt (1)

De eerste klimaatadaptatiedialoog (Driebergen , 2017) zette het onderwerp natuur en klimaat op de politieke agenda. Iedereen realiseert zich nu dat er een echt vraagstuk is. Én dat het een complex vraagstuk is: de bestuurlijke dilemma’s zijn legio. Maar geen nood, tijdens de tweede dialoog kwamen zeventig deelnemers met concrete oplossingen om de dilemma’s te tackelen, toegespitst op zes Nederlandse regio’s. Een mooie opstap naar het Actieprogramma Klimaatadaptatie Natuur.

“Klimaatverandering gaat echt door, of het nu 1 of 2 graden warmer wordt. Adaptatie wordt steeds belangrijker.”

Het resultaat

Aan het einde van de dag vraagt dagvoorzitter Keimpe Wieringa (Wing) aan de gebiedstrekkers welk inzicht hen vooral heeft geraakt. Dat levert zes bevlogen reacties op.

Kort samengevat:

  1. Als een ‘grote jongen’ als Campina ziet dat een groene wereld beter is, weet je dat de markt begint te kantelen.
  2. Laten we een ‘big 5’ opstellen van soorten waar we in Nederland afscheid van nemen en soorten die we verwelkomen vanwege het veranderende klimaat.
  3. Bestuurders kunnen aan verschillende knoppen draaien; zoek per gebied waar de energie zit.
  4. We hebben al een hele lijst aan internationale projecten, die kunnen we gewoon uitbreiden.
  5. Je kan niet over natuur praten zonder de impact op andere functies te bespreken: ga meteen met alle functies in gesprek.
  6. Gemeenten willen concrete handelingsperspectieven, het ministerie van Binnenlandse Zaken zou dat moeten coördineren.

Op grote flappen staan nog veel meer concrete ideeën om klimaatadaptatie in natuur in gang te zetten. “Ziet het ministerie van LNV hier brood in?”, vraagt Keimpe Wieringa. Meer dan brood, is het stelling antwoord van Lejo van der Heiden. Hij voegt er nog een eigen inzicht aan toe: “Veel discussies gingen vandaag over geld, maar geld is niet het enige. Om met Johan Cruijff te spreken: ik heb nog nooit een zak geld een doelpunt zien maken.”

“We moeten niet alleen benadrukken hoe mooi de beestjes en bloemen zijn, maar ook dat natuur onmisbaar is voor mensen: voor onze gezondheid, voor voedsel, voor droge voeten."

De markt

De NAS en de natuurdialoog

De dagvoorzitter gaat met drie hoofdrolspelers in gesprek over rol van de natuurdialoog in de Nationale Klimaatadaptatiestrategie:

Stef Meijs (Nationale Klimaatadaptatiestrategie): “Het verschuiven van natuurzones is een van de urgente klimaatrisico’s. Toen we de NAS schreven, konden we over natuur en klimaat bijna geen informatie vinden. Inmiddels heeft natuur een voorsprong op andere onderwerpen, door de heldere focus op zes regio’s. ‘Natuur als oplossing’ komt er nu ook in, door verbindingen te leggen met landbouw, welbevinden en gezondheid.”

Wouter Smit (provincie Zuid-Holland): “Natuur is een taak van de provincies, maar bij uitstek een onderwerp dat betrokkenheid van meerdere partijen vraagt. In Zuid-Holland hebben we met een stresstest de gevolgen van klimaatverandering voor natuur in beeld gebracht.  Nu moeten we samen acties in gang zetten, zonder ons te verliezen in de complexiteit.”

Lejo van der Heiden (ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit): “Natuurbeleid is een taak van de provincies, maar ook het ministerie heeft een verantwoordelijkheid. We zijn nu goed bezig om samen het beleid vorm te geven, ook met het oog op klimaatverandering. Ik hoop dat deze conferentie veel ideeën oplevert waar ook de financiële sector in kan investeren.”

Zijn er vertegenwoordigers van de financiële sector in de zaal, vraagt de dagvoorzitter. Twee vingers gaan omhoog. “Dat geld gaat er wel komen”, belooft een vertegenwoordiger van een duurzame bank, “maar we hebben veel meer concrete projecten nodig, gezien de schaal van het probleem.”

“Natuur gaat over ons leven. Daar moeten we met elkaar voor kiezen.”

Vervolgacties:
* 13 juni 2019: verdiepende adaptatiedialoog natuur met aanzet tot een actieprogramma, tijdens het Nationaal Congres Klimaatadaptatie.
* 2 oktober 2019: presentatie eerste resultaten klimaatadaptatie dialoog Natuur tijdens de Natuurtop.

Laat de urgentie zien!

De natuur ondervindt al lang de gevolgen van klimaatverandering en dat moeten we laten zien aan het publiek, betoogt Arnold van Vliet (Wageningen Universiteit). Het uitsterven van soorten verloopt steeds sneller en Nederland doet het nog slechter dan gemiddeld. Nederland eindigt bijvoorbeeld helemaal onderaan als het gaat om de instandhouding van habitattypen. We hebben het natuursysteem uitgehold en klimaatverandering maakt natuur nog kwetsbaarder. Er zijn grote volksverhuizingen in de natuur gaande. Het aantal warmte-minnende soorten is met 60% toegenomen, het aantal koude-minnende soorten met 50% afgenomen. “Is het urgent? Absoluut!”

Van Vliet brengt het onderwerp dicht bij mensen met zijn site NatureToday.nl. In hoog tempo slingert hij het ene voorbeeld na het andere de zaal in: de Zuid-Amerikaanse bladpootrandwants is aan een spectaculaire opmars in Nederland begonnen, een warmte-minnende plant als postelein laat al dertig jaar een gestage toename zien, de zilverreiger doet het hier tegenwoordig goed (maar bij een koude winter krijgt de populatie een flinke klap), de prachtig gekleurde bijeneter laat zich steeds vaker in ons land zien. In het warmere water voelt een soort als de steenslijmvis zich thuis. Onder de nieuwkomers bevinden zich ook ongewenste soorten (de tijgermug) en overlast door de eikenprocessierups neemt toe. “De grote vraag is: hoe gaan we hiermee om in het natuurbeleid?”

“Met de stresstesten krijg je de urgentie in de schoot geworpen."

6 sterke verhalen

De dialoog gaat vandaag de diepte in voor zes verschillende regio’s. Op het podium staan zes regiotrekkers waar de bevlogenheid vanaf spettert. Ze vertellen over hun drive voor ‘hun’ regio:

Joost Bakcx: Kustzone en overgangswateren

Rijkswaterstaat beheert meer dan tachtig procent van het Nederlandse natuurareaal: de kustzone, de Waddenzee, de deltawateren, het IJsselmeergebied. Misschien moeten we de provincie Noordzee oprichten! Door klimaatverandering verdwijnen kwelders en wadplaten en ook onder water verandert veel. Daar weten we nog heel weinig van. Herstel van natuur die eenmaal verloren is gegaan, duurt heel lang. Dat weten we uit ervaring. Wanneer stoppen we met behoud van bestaande natuur en gaan we investeren in nieuwe doelen?

Piet Winterman: Grote rivieren en IJsselmeergebied

Riviernatuur heeft enorme toename in de biodiversiteit laten zien sinds het rivierwater schoner is geworden en we de rivier meer ruimte hebben gegeven. In de Gelderse Poort heeft dat 200 arbeidsplaatsen in natuur en recreatie opgeleverd, trotse bewoners en goede samenwerking met zand- en kleiwinners. Zo moeten we naar de toekomst kijken: laten we ons niet vastpinnen op een specifieke plant hier, een vogel daar. Durf ruimte te geven voor natuur en creëer een goede basis voor de economie.

Koos Biesmeijer: Laag-Nederland

In laag-Nederland is de dominante aanwezigheid van landbouw goed te zien. Dat het niet goed gaat met de natuur, komt niet alleen door klimaatverandering, maar ook door de manier waarop we werken. Juist daarom zijn er ook kansen: we kunnen het ook op een slimme manier aanpakken. Wat voor wegen zijn er naar een leefbaar en rijk laag-Nederland?

Sas Terpstra: Hoog-Nederland

In de Reuselse Oeren kwam tot de droge zomer van 2018 een zeldzame libelle voor. De droogte heeft het setje gegeven waardoor deze soort is verdwenen. Klimaatverandering benadrukt de urgentie van problemen die al spelen, zoals verdroging, verzuring, verslechtering van bodems. Alleen natuurgebieden aanpakken helpt niet. Er is gebiedsherstel nodig, ook in landbouwgebieden moet bijvoorbeeld het peil omhoog. In de context van duurzame landbouw wordt dat kansrijk. Dat vraagt bestuurlijke keuzes: durven we dat aan?

Peter Derk Wekx en Robbert Snep: de stad

Als we willen dat natuur in de stad aandacht houdt, dan moeten we ons richten op partijen die er in de toekomst over gaan. Sommige steden doen dat al. Denk bijvoorbeeld aan groene woonruimte voor expats in Eindhoven. Maar in andere steden is groen en klimaat nog helemaal geen afweging bij stedelijke ontwikkeling.

Cora van Oosten en Nico Visser: internationaal

Het gebied ‘de wereld’ was wat ambitieus, daarom hebben we ingezoomd op drie gebieden: Bonaire, Mali (Binnendelta Niger) en Ethiopië (Central Rift Valley). Drie heel verschillende gebieden met heel verschillende problemen. Maar in alle gevallen is integraal beleid noodzakelijk om de druk op de natuur en het water te verminderen. Nederland heeft een verplichting om hieraan te werken: het Parijs akkoord stelt dat we gebieden waarmee we verbonden zijn moeten ondersteunen bij klimaatadaptatie.

Dilemma’s en oplossingen

De zeventig deelnemers sluiten zich aan bij een van de regiotrekkers. In zes zaaltjes voltrekt zich een diepgaande discussie. Er volgt een overzicht van bestuurlijke dilemma’s die in de verschillende regio’s spelen als het gaat om klimaatadaptatie en natuur. De deelnemers komen samen tot oplossingen om deze dilemma’s te overbruggen. Ze benoemen de partijen die samen een beweging in gang kunnen zetten. En ze benoemen concrete acties en vervolgstappen.

Het resultaat hangt aan het einde van de dag op grote flappen bij zes marktkramen. Iedereen slentert langs de andere kramen, gaat in gesprek en plakt stickers waar kansen op synergie met oplossingen in de eigen regio zijn.

"De meeste maatregelen uit ons groenplan zijn ook effectief tegen wateroverlast of hitte."

De tijd van kleine zaaltjes is voorbij

TV-presentator Lodewijk Hoekstra, voorvechter voor een duurzame wereld, geeft tot slot een flinke boost: “Klimaatadaptatie gaat groter worden, de tijd van kleine zaaltjes is voorbij. Het wordt groener en duurzamer.” Ja, het is misgegaan met de balans tussen mensen en natuur, maar de balans is te herstellen. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: gezond en gelukkig leven en oud worden. Dan móeten we wel overschakelen naar natuurlijke manieren, zoals groene architectuur. Er gebeurt als superveel: het transferium van De Bosch (het groenste van Nederland), Solarpark de kwekerij in Hengelo, de circulaire tuin van ABN AMRO op de Zuidas, het Kerckebosch in Zeist, Operatie Steenbeek.

“Natuur en groen zijn geen kostenposten, maar geld waard.” Hoekstra wijst op wetenschappelijk onderzoek dat het belang van natuur op onze gezondheid aantoont. ”Alleen al door een plant op bureaus te zetten, neemt de stress in kantoren met 20 procent af. Het groene Transferium in den Bosch heeft een aantoonbaar positieve bijdrage op de omgeving.” Maak de waarde van je groene project meetbaar, is het advies van Hoekstra. Zo voorkom je dat je je ambitie om allerlei redenen steeds verder moet afzakken (de ‘Wet van verlies van ambitie’). We hebben natuur en groen dringend nodig voor de kwaliteit van de leefomgeving.

“Er was vandaag geroezemoes als bij een zwembad op een zomerdag: mensen die plezier hebben en elkaar veel te vertellen hebben.”