Hoe krijgen de KNMI-scenario’s een plek in de Klimaateffectatlas en het Kennisportaal Klimaatadaptatie?

Gepubliceerd 5 november 2023

Op 9 oktober presenteerde het KNMI de nieuwe klimaatscenario’s tot het jaar 2100. Nederland moet zich opmaken voor extremere weersomstandigheden en snellere zeespiegelstijging. Maar wat betekent de verwachte klimaatverandering in de praktijk? De Klimaateffectatlas en het Kennisportaal Klimaatadaptatie geven inzicht. Beide websites krijgen een update op basis van de nieuwe scenario’s.

Grotere weersextremen

“We krijgen over de hele linie te maken met extremer weer”, zegt Nieske Bisschop van het team klimaatadaptatie bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). “Denk dus aan meer hittegolven en extreme neerslag. Ook krijgen we drogere zomers en nattere winters. Dat is geen grote verrassing, maar het is goed dat er voor Nederland nu weer actuele wetenschappelijk onderbouwde klimaatscenario’s zijn. De urgentie om serieus werk te maken van klimaatadaptatie wordt hiermee onderstreept. Belangrijk daarbij is om handelingsperspectief te blijven bieden en te voorkomen dat mensen ontmoedigd raken. De Klimaateffectatlas en het Kennisportaal kunnen daarbij helpen.”

KNMI-scenario’s voor 2100

De nieuwe klimaatscenario’s werden op 9 oktober gepresenteerd door het KNMI. Het instituut kwam met vier verschillende scenario’s. Twee scenario’s die uitgaan van hoge CO2-uitstoot en twee scenario’s die rekening houden met lage CO2-uitstoot. Zowel bij lage als hoge uitstoot kan er sprake zijn van een droger of juist natter klimaat. Dat levert vier scenario’s op die je kunt zien als best-case- en worst-case-scenario’s. Bisschop: “Waar ik erg blij mee ben, is dat de scenario’s nu een beeld schetsen tot 2100 en voor zeespiegelstijging zelfs tot 2300. Het scenario ‘2100 hoog’ willen we ook in de Klimaateffectatlas aanbieden, naast het scenario ‘2050 hoog’. Voor investeringen in de openbare ruimte is het belangrijk om minimaal 50 jaar vooruit te kunnen kijken.”

Toolkit en kennisdossiers

De nieuwe klimaatscenario’s betekenen ook dat dit Kennisportaal en de Klimaateffectatlas een update krijgen. Stichting CAS is voor beide websites de beheerder en Nieske Bisschop is opdrachtgever namens IenW. De kennisdossiers over klimaatverandering, droogte, hitte, overstroming en wateroverlast zijn recent aangepast. Hierin wordt veel praktische informatie aangeboden. Er moet de komende jaren veel gebeuren. Dat kunnen overheden niet alleen. Daarom is recent de ‘Toolkit Basiscommunicatie’ ontwikkeld. Deze toolkit ondersteunt gemeenten en andere regionale overheden die willen communiceren richting hun inwoners over klimaatverandering en het belang van klimaatadaptatie.

Update Klimaateffectatlas

Bij het updaten van de Klimaateffectatlas komt meer kijken. Op het platform krijgen gebruikers, aan de hand van meer dan honderd kaarten en kaartverhalen, per gebied inzicht in de gevolgen van klimaatverandering. Als eerste verschijnen in het voorjaar van 2024 de kaarten met de klimaatstatistieken uit de nieuwe KNMI-scenario’s. Denk hierbij aan het aantal tropische dagen of de hoeveelheid neerslag bij een extreme bui. In de tweede helft van 2024 volgen de kaarten met de fysieke gevolgen van klimaatverandering.

Complexe modelberekeningen

“Het duurt even voordat de nieuwe klimaatscenario’s goed zijn verwerkt in de modellen bij alle kennisinstellingen en de resultaten zijn gevalideerd. Het is dus niet zo dat we met een druk op de knop alle kaarten kunnen updaten”, zegt Arjen Koekoek, projectleider Klimaateffectatlas bij Stichting CAS. “Het is een behoorlijke klus, waarbij we samenwerken met vele kennisinstellingen en bureaus. Sommige kaarten kan je pas gaan maken als andere kaarten er liggen: zo heb je eerst de grondwaterstanden nodig voordat je bodemdaling of funderingsschade kan berekenen.”

Ook kaarten voor BES-eilanden

Met het verwerken van de nieuwe klimaatdata krijgt de Klimaateffectatlas een opfrisbeurt. De bedoeling is dat de kaartviewer intuïtiever wordt en het straks makkelijker is om verschillende kaartlagen te combineren. Ook komen er nieuwe kaarten bij, bijvoorbeeld gerelateerd aan hittegolven of andere weerextremen. Bisschop: “Het KNMI heeft ook scenario’s uitgebracht voor de BES-eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, red.). Dat vind ik een hele goede en logische ontwikkeling. We gaan nu ook een Klimaateffectatlas maken voor de BES-eilanden. Een eerste versie komt eind december uit. Die gaan we de komende jaren verder uitbouwen samen met de mensen op de eilanden.”

Gebruiksvriendelijk

Bij de selectie van kaarten spelen de gebruikers, vertegenwoordigd in een gebruikersgroep, een belangrijke rol. Zij gaven aan dat het niet prettig werkt om alle scenario’s en jaartallen in de Klimaateffectatlas op te nemen, want dan zie je door de bomen het bos niet meer.  In de kaartviewer kun je daarom straks de huidige situatie selecteren, het scenario ‘2050 hoog’, of ‘2100 hoog’. “De kaarten moeten overzichtelijk blijven en niet te complex. Het is wel belangrijk om te benadrukken dat het om een worst-case-scenario gaat. In de klimaatstatistieken en kaartverhalen geven we, waar beschikbaar, wel de lage scenario’s weer”, zegt Nieske Bisschop.

Nieuw uitgangspunten stresstesten

Grotere weersextremen leiden ertoe dat de klimaatadaptatieopgave groter wordt. Om te bepalen waar kwetsbaarheden zijn binnen een gebied, is in het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) afgesproken dat overheden iedere zes jaar klimaatstresstesten uitvoeren. Daarvoor kan de klimaateffectatlas worden gebruikt. De vorige ronde was in 2019 en de eerstvolgende ronde volgt in 2025. De nieuwe KNMI-scenario’s zijn dan helemaal verwerkt in de Klimaateffectatlas. De ‘Bijsluiter gestandaardiseerde stresstest’ geeft aan hoe je de stresstesten het beste kunt uitvoeren. Bisschop: “De bijsluiter zijn we nu aan het actualiseren op alle vier de klimaatthema’s, dus droogte, hitte, waterloverlast en gevolgenbeperking overstroming. In de loop van 2024 brengen we de nieuwe bijsluiter naar buiten.”

Handreiking bovenregionale stresstesten

Nu het weer extremer wordt, is het belangrijk om ook op grotere schaal te kijken waar maatregelen nodig zijn. De bovenregionale stresstesten zijn erop gericht om de gevolgen van een zware neerslag in kaart te brengen voor verschillende gebieden. Aanleiding voor deze bovenregionale stresstesten is het advies van de Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater, die na de overstromingen van 2021 in Limburg in het leven is geroepen. “We zijn nu bezig met een handreiking. Daarin geven we bijvoorbeeld aan met wat voor bui je kunt rekenen. Deze handreiking verschijnt uiterlijk in het eerste kwartaal van 2024.”


Nieske Bisschop

Arjen Koekoek