Schoon water in de stad verdient aandacht bij klimaatadaptatie
Blauwalg, stank, muggenoverlast: klimaatverandering heeft invloed op de waterkwaliteit in de stad. Maar ook de ‘goede’ maatregelen die we nemen voor klimaatadaptatie, kunnen de waterkwaliteit verslechteren. Hoe zit dat en wat kunnen we daaraan doen? Onderzoek binnen het NKWK geeft inzicht en resulteerde in een aantal praktische tools. Bart-Jan Vreman van trekker Arcadis: “Wacht niet te lang, maar ga aan de slag. Ga eens lekker rondklikken in die tools.”
Waterkwaliteit onder druk
‘Stedelijke Waterkwaliteit, Klimaat en Adaptatie’ was een van de onderzoeksthema’s binnen het Nationaal Kennis- en innovatieprogramma Water en Klimaat – Klimaatbestendige Stad (NKWK-KBS). “Veel mensen realiseren zich wel dat de waterkwaliteit in de stad onder druk kan komen te staan door klimaatverandering”, vertelt Bart-Jan Vreman van Arcadis. “Als het warmer wordt, en ook bij droogte, groeit het risico op overlast door bijvoorbeeld blauwalg of botulisme. En bij extreme regenval spoelt er vervuiling richting het oppervlaktewater. Maar in deze context is er ook een andere drukfactor: onze eigen klimaatadaptatiemaatregelen. Daar staan veel minder mensen bij stil.”
Meststoffen en microverontreinigingen
Vreman noemt een aantal voorbeelden. Op veel plekken leggen gemeenten bijvoorbeeld wadi’s aan: plekken die overdadige neerslag opvangen en langzaam laten infiltreren in de grond. Ook veel andere waterpartijen bieden een neerslagbuffer, plus verkoeling. Regenpijpen en straatkolken worden afgekoppeld om het riool te ontzien tijdens hevige buien. En steeds meer bewoners en bedrijven kiezen voor groene daken. “Al die maatregelen brengen het risico van verontreiniging met zich mee”, vertelt Vreman. “Allerlei schadelijke stoffen spoelen vanaf de daken en de straten nu niet meer naar het riool, maar naar het oppervlaktewater. Bijvoorbeeld hondenuitwerpselen, vogelpoep en overtollige bemesting van groene daken. Microverontreinigingen zoals bandenslijpsel en microplastics. En zware metalen, zoals van zinken dakgoten.”
Waterkwaliteit monitoren
Een breed consortium heeft dit de afgelopen twee jaar onderzocht, met Arcadis als trekker. De andere deelnemers waren Deltares, het RIVM, Royal HaskoningDHV, TAUW en Stichting CAS. “We wilden kijken hoe het is gesteld met de stedelijke waterkwaliteit”, vertelt Vreman, “maar vooral ook een methodologie ontwikkelen waarmee partijen dit voortaan zelf kunnen doen, op een gestandaardiseerde manier. Hoe meet of bepaal je nu kwantitatief – dus in getallen, aan de hand van normen en rekenregels – de impact van klimaatverandering en klimaatadaptatiemaatregelen op die vervuiling? Maar ook kwalitatief: wat zeggen kenmerken als geur, kleur en muggenoverlast over de waterkwaliteit?”
Gebruiksfuncties
Het doel daarvan is beslist niet alleen academisch, benadrukt Vreman. “We willen dat waterbeheerders en gemeenten straks handvatten hebben om problemen te verhelpen of te voorkomen. Al dat water in de stad krijgt namelijk ook steeds meer gebruiksfuncties, door toenemende inwonersaantallen, maar ook door het veranderende klimaat. Mensen gaan meer zwemmen, spelen, vissen. Ze gaan aan het water wonen. En ook aquathermie is in opkomst: het onttrekken van warmte aan het oppervlaktewater. Bij al die gebruiksfuncties is een goede waterkwaliteit van belang.”
Direct en concreet
Het onderzoek heeft al een aantal producten opgeleverd. Ten eerste een Kennisdossier Stedelijke waterkwaliteit op dit Kennisportaal Klimaatadaptatie. De uitkomsten zijn ook terechtgekomen in de Kennisbank Groenblauwe Netwerken. Daarnaast verscheen eind 2023 een vernieuwde versie van het ‘Interactief kennisdocument Stedelijke Waterkwaliteit, Klimaat en Adaptatie’, waarmee gemeenten en andere beheerders zelf aan de slag kunnen. Vreman: “In het document kun je aanklikken wat op jouw situatie van toepassing is. Bijvoorbeeld: wat is het effect van klimaatverandering op de hoeveelheid voedingsstoffen in het watersysteem? Of: ik neem een bepaalde maatregel maar die werkt niet. Aan welke knoppen kan ik dan het beste draaien? Of: als ik deze klimaatadaptatiemaatregel tref, welke effecten kan ik dan verwachten op waterkwaliteit? Heel direct, heel concreet.”
Stresstest
Het consortium heeft daarnaast bijgedragen aan de stresstest waterkwaliteit die STOWA heeft ontwikkeld in het kader van het Deltaprogramma. Daarvoor zijn vanuit het NKWK belangrijke bouwstenen geleverd. “Er is al een tijdje een bijsluiter beschikbaar voor de stresstest voor hitte, wateroverlast, overstroming en droogte”, vertelt Vreman. “Die bijsluiter wordt nu geactualiseerd. Het zou mooi zijn als waterkwaliteit daarin ook een plek krijgt.”
Nieuwe tool
“Maar het leukste om te melden is dat we bijna klaar zijn met een nieuwe praktische tool”, vervolgt Vreman. “Het onderzoek is dan wel officieel afgelopen, maar de instituten zijn natuurlijk zelf nog even doorgegaan. Sinds maart is een eerste versie van de tool beschikbaar.” Daarmee kun je voor gebruiksfuncties van stedelijk water bekijken hoe de waterkwaliteit gaat veranderen bij een bepaald aspect van klimaatverandering, legt hij uit. “Bijvoorbeeld: als het een tijdlang twee graden warmer is dan normaal, dan heeft dat een negatief effect op verschillende gebruiksfuncties.”
Verschillende gebruikers
De meerwaarde van deze tool is dat die ook de ‘functionele kwaliteit’ van het stedelijk water in beeld brengt: “Wanneer worden bepaalde grenswaarden bereikt die belangrijk zijn voor de gebruiksfuncties? En wat kun je vervolgens doen om het systeem veerkrachtiger te maken?” Iedereen kan de tool gebruiken, benadrukt Vreman. Mogelijke gebruikers zijn gemeenten, bedrijven en waterbeheerders, maar ook bijvoorbeeld beheerders van recreatievoorzieningen en organisatoren van evenementen zoals City Swims. “Vaak kun je al een hoop winst boeken door kleine aanpassingen in de inrichting van het watersysteem.”
Hulp vragen
Veel steden zijn op dit vlak al op de goede weg, merkt Vreman op. “Maar kleine gemeenten hebben niet altijd de benodigde kennis of capaciteit. Onze tools kunnen hun een deel van het werk uit handen nemen.” Belangrijk is ook dat gemeenten weten dat ze er niet alleen voor staan, benadrukt hij. “Ook waterschappen hebben hierin bijvoorbeeld een belangrijke rol. Die kunnen gemeenten ondersteunen.”
Aan de slag
Vreman onderstreept graag nog even het uiteindelijke doel: “Dat waterkwaliteit integraal onderdeel wordt van klimaatadaptatieoplossingen. Dat waterbergingen bijvoorbeeld innovatief worden ingericht, dat gemeenten, bedrijven en bewoners kiezen voor andersoortige beplanting en beter letten op het tegengaan van overbemesting. Dat we slimmer omgaan met water. En dat we gaan werken aan effectieve waarschuwingssystemen.” Het werk is niet gestopt met het beëindigen van het NKWK-onderzoek, wil hij maar zeggen. “Sterker nog, het gaat nu juist beginnen. Dus dit is mijn tip: wacht niet te lang, maar ga aan de slag. Wees voorbereid. Ga eens lekker rondklikken in die tools. En vraag om hulp waar dat nodig is.”