Klimaatadaptatie in aanbestedingscontracten: hoe doe je dat?

Gepubliceerd 17 december 2018

Trekker: Edwin van der Strate
Verslaglegger: Merel Slingenberg (merel@helder-en-duidelijk.nl)

Doel

Het tonen en bespreken van de tussenresultaten van het onderzoek naar de beste manier om klimaatadaptatie op te nemen in contracten.

Inhoud

Tauw onderzoekt hoe klimaatadaptatie goed in contracten verwerkt kan worden. Tijdens de NAS netwerkdag werd het tussentijdse resultaat gepresenteerd. Verschillende partijen waren aanwezig tijdens deze sessie (gemeente, Prorail, RWS, Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) en Waterschap). Het publiek stelde actief vragen en maakte opmerkingen.

Arjan de Wit (Provincie Zuid-Holland) trapte af met de vraag tegen welke dilemma’s Zuid-Holland aanloopt als het gaat om klimaatadaptatie en de opgave. Een moeilijke kwestie is om klimaatadaptatie in steden te realiseren. Hier zijn immers de vier klimaateffecten het grootst. Belangrijk is de ontwikkeling van een programma van eisen; testmethodiek adaptiviteit; financieringsvormen klimaatadaptatie; en pilotlocaties. De overheid speelt hierin een stimulerende rol. Vraag uit het publiek: Waarom neemt de provincie de rol op zich? Woningbouw is een taak van een gemeente.”Klopt”, antwoordt Arjan. “Woningbouwprogrammering (alleen gericht op aantallen) is een taak van de provincie, maar richt zich nu steeds meer op kwaliteit. Keerpunt is dat projectontwikkelaars nu bang zijn dat de stapeling van ambities leidt tot vertraging in de bouw.”

Carolien van Merksteijn is ingegaan op de EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving). Het doel van de EMVI is het benutten van het marktpotentieel. Het onderzoek is gestart met tientallen interviews. Uit deze gesprekken werd afgeleid waar de onduidelijkheden zitten en wat de vragen zijn. Rondom de EMVI mist duidelijkheid. Iedereen heeft het over van alles.

Hoever is het onderzoek en is de leidraad een goede eerste aanzet om mee door te gaan? Olle de Geest, 1e projectmedewerker Risico en Contractmanagement bij Tauw, gaat hierop in. In een aanbesteding staan de volgende drie belangrijke punten: selectiecriteria (bijvoorbeeld ervaring van een ontwikkelaar op het gebied van klimaatadaptatie); eisen (tijdens een piekbui van 60 mm/h gedurende een periode van 2 uur mag geen schade aan woningen ontstaan); gunningscriteria. Belangrijk is om in deze punten klimaatadaptatie te verwerken.

Bepaalde klimaatadaptatieve bouwopties, zoals een groen dak, zijn lastig te realiseren. Een groen dak kan niet geëist worden als het niet in het gemeentebreed beleid staat (zoals het groenstructuurplan). Realisatie wordt lastig omdat het bouwbeleid leidend is en het vooralsnog niet mogelijk is om gebouw-gebonden maatregelen te vragen/eisen. Een idee om dergelijke sturingselementen te benaderen, is om zo vroeg mogelijk in het aanbestedingsproces in gesprek te gaan met de ontwikkelaar en inkoper. Zij kunnen originele ontwerpen bedenken die het beleid in zekere zin omzeilen.

Belangrijk is samenwerking. In het ‘traditionele samenwerkingsconcept’ wordt er per fase in gebiedsontwikkeling gewerkt. Deze fasen (‘Ontwerp’, ‘Realisatie, ‘Beheer’ etc.) volgen elkaar op. Iedere stap richt zich op een andere partij, opdracht en aanbesteding. Het voorstel van het onderzoek is over te stappen op een ‘Geïntegreerd samenwerkingsconcept’. De fasen ‘Ontwerp’, ‘Realisatie’ en ‘Beheer’ zijn samengetrokken onder de opdracht: ‘Ingenieursdiensten, bouw- en civieltechnische werkzaamheden en beheer openbare ruimte’.

Een resultaat van het onderzoek is een ‘schuifsysteemtool’ om de achterliggende keuzes achter bepaalde samenwerkingsvormen (voor de openbare ruimte en gebiedsontwikkeling) te bepalen. Het ‘schuifsysteem’ richt zich op de zwaartekracht binnen de gestelde eisen. Gebaseerd op de plek van de ‘schuif’ kunnen keuzes gemaakt worden. De dialoog blijft nog steeds erg belangrijk in de keuze welke kant je opschuift. Een belangrijk discussiepunt is dat de opgave en inhoudelijke eisen/vragen, zoals waterberging, missen in deze tool.

Klimaatadaptatie in aanbestedingscontracten: hoe doe je dat? “Door goed na te denken hoe je klimaatadaptatie kan verwerken in de drie kernelementen (selectiecriteria, eisen en gunningscriteria) en al vroeg met de dialoog te beginnen, zoals met een inkoopdeskundige”, antwoordt Olle de Geest.

Na de sessie bleven de meeste deelnemers nog napraten en discussiëren.

Uitkomsten

De sessie heeft voor aanvullende en verbeterende inzichten gezorgd:

  • Het schuifsysteem spreekt aan, maar zou beter passen in een beslisboom. Eén schuifje verzetten leidt tot een volgend schuifje dat past bij die keuze. De eerste vraag voor de beslisboom is: ‘wat wil je bereiken?’ Een voorbeeld is marktinnovatie.
  • Eigenlijk zit er nog een stap voor de opstelling van de beslisboom: de bepaling van criteria voor in de beslisboom. Hoe pak je dat aan?
  • Ook werd aangegeven dat klimaatmensen van tafel worden gespeeld door inkopers. Daarom zouden ‘plug-ins’, met voorbeelden waar het heeft gewerkt (om de schijn van risico en vertraging te voorkomen), goed functioneren.
  • Het bestemmingsplanonderzoek van Gert Dekker en Simon Landgraaf erbij betrekken. Bart Stoffels heeft een knelpuntenparagraaf (de rest wordt pas eind januari gedeeld na een volgende slag met OG = BZK)

Belangrijkste leerpunten

Dat de ‘schuifsysteemtool’ uitwerking nodig heeft, gericht op inhoud en opgave.

Quote van de dag

“Wat is harde drive waarop je een ambitie kan formuleren?” (Onno Hazelaar, Infra Architect bij Prorail) met daaropvolgend de opmerking van John Steegh (senior adviseur bij ORG-ID)Op kwaliteit inzetten kan, maar de druk op de woningmarkt is zo groot dat het tot te veel vertraging leidt.”

Contactgegevens

Carolien van Merksteijn: carolien.vanmerksteijn@tauw.com

Edwin van der Strate: edwin.vanderstrate@tauw.com

Olle de Geest: olle.degeest@tauw.com