Wat zijn de gevolgen voor de natuur?
Onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) laat zien dat door zeespiegelstijging delen van laaggelegen natuurgebieden van Bonaire in 2050 al voorgoed onder water komen te liggen. Het gaat hierbij om de saliñas, Lac Bay en Klein Bonaire. Verder kun je hieronder lezen wat de gevolgen van klimaatverandering zijn voor de beschikbaarheid van zoetwater, voor ecosystemen op het land en voor kusterosie en ecosystemen in zee.
Beschikbaarheid van zoetwater
In het Caribisch gebied is de beschikbaarheid van zoetwater al beperkt door de toenemende vraag en veranderingen in het landgebruik. Door klimaatverandering zal er minder regen vallen en zal de temperatuur stijgen. Het risico daarvan is dat er nog minder zoetwater beschikbaar is. Verzilting versterkt dit risico: door zeespiegelstijging en onder invloed van getijden, golven en stormvloed komt zeewater steeds verder het land in. Dat maakt de bodem en het water geleidelijk aan zouter.
Sint Maarten
Sint Maarten heeft twee zoetwaterlichamen: de vijvers Little Bay Pond en Fresh Pond. Dit water is heel belangrijk voor verschillende vogelsoorten, de vispopulatie, weekdieren en kleine ongewervelde dieren. Deze twee vijvers hebben al last van verontreiniging. Veranderingen in neerslagpatronen, zwaardere stormen en hogere temperaturen zouden het voortbestaan van deze vijvers bedreigen.
Zoutvlaktes en grotten
Klimaatverandering zou ook gevolgen kunnen hebben voor de zoute vlaktes en saliñas. Saliñas zijn zoutmeren of –inhammen die door een dam van dood koraal afgesloten zijn van de zee. De saliñas zijn belangrijk voor verschillende soorten zeegras, voor vissen, schaaldieren en vogels, zoals flamingo's, sternen en strandlopers. Normaal is het water daar zout, maar tijdens het regenseizoen kan het water op deze plekken bijna zoet worden. Door veranderingen van neerslagpatronen kan er minder zoetwater komen, wat schadelijk is voor de natuur. Verder kunnen zoetwatergrotten door verzilting en zeespiegelstijging bedreigd worden. In deze grotten leven vleermuizen, garnalen en allerlei schaaldieren.
Ecosystemen op het land
Zeespiegelstijging kan in combinatie met stormvloed, grote verschillen tussen eb en vloeden hogere golven kusterosie verergeren. De nevel- en regenwouden op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba zijn daarnaast kwetsbaar voor drastische weersverschillen. De nevelwouden op Saba en Sint Eustatius zouden door temperatuurstijgingen op grotere hoogte gaan groeien, waardoor ze meer blootgesteld worden aan extreem weer als droogte en cyclonen. De lagere, drogere gebieden zouden dan kwetsbaarder worden voor natuurbranden. Ook kunnen de eilanden meer last krijgen van exoten: dier- en plantensoorten die van nature niet op de eilanden voorkomen. Inheemse soorten op eilanden zijn daar kwetsbaar voor.
Kusterosie en ecosystemen in zee
Ecosystemen aan de kust en in zee zijn erg belangrijk voor het toerisme. Daarnaast vormen ze het leefgebied van talloze diersoorten en beschermen ze de eilanden tegen schade door erosie, stormvloed en zeespiegelstijging.
Verzuring van de oceaan
De hogere concentratie van CO2 in de atmosfeer veroorzaakt oceaanverzuring. Die verzuring bedreigt weekdieren en stekelhuidigen, zoals zeesterren, zee-egels en zeekomkommers. Verzuring bedreigt ook koraalriffen, samen met de vissen en andere diersoorten die afhankelijk zijn van het koraal.
Verdwijning van zeegras
Zeegras is ook kwetsbaar voor klimaatverandering. Zeegrasbedden hebben bijvoorbeeld last van stijgende watertemperaturen en een afname van zonlicht door verslechterde waterkwaliteit. Volgens deskundigen slinkt de hoeveelheid zeegrasbedden wereldwijd met 7 procent per jaar. 29 procent van alle zeegras in de wereld is al verdwenen.
Verdwijning van koraalriffen
De grote bedreiging van koraalriffen zijn oceaanverzuring, verslechterde waterkwaliteit en stijgende watertemperaturen. Volgens het Wereld Natuurfonds is de afgelopen dertig jaar al bijna de helft van al het koraal verdwenen. Er is al een toename van verbleekt koraal waargenomen. Volgens het IPCC zou rond 2080 de helft van alle koraal in de wereld kunnen lijden aan hittestress. Gevallen van koraalverbleking zouden tegen 2074 steeds ernstiger kunnen worden in het Caribisch gebied rond 2074. Zelfs bij een laag emissiescenario zou het koraal in de Cariben al beginnen te verbleken vanaf 2030. In het kaartverhaal Gezondheid van het koraalrif in de klimaateffectatlas voor de BES-eilanden kun je hier meer over lezen.
Verdwijning van mangrovebos
Mangrovebossen vormen de kraam- en voedselgebieden van talloze diersoorten. Daarnaast beschermen ze tegen kusterosie en stormen. Normaal zijn ze goed bestand tegen zeespiegelstijging, maar de combinatie van onder meer klimaatverandering, verstedelijking en toerisme maakt ze kwetsbaar.
Meer lezen?
Hieronder vind je voorbeelden van publicaties, onderzoeken en projecten over de gevolgen van klimaatverandering voor de natuur.
- De studie 'Bonaire 2050: putting the vision into numbers (pdf, 12 MB)' van de WUR beschrijft verschillende uitdagingen voor Bonaire, zoals erosie, droogte, extreem weer, biodiversiteitsverlies en uitputting van de bodem. De studie presenteert een natuurinclusieve visie voor de toekomst van Bonaire en vergelijkt die met een toekomst waarin alles doorgaat op de oude voet.
- Het rapport 'Climate Change Effects & Recommendations (pdf, 6.6 MB)' van de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) geeft een uitgebreid overzicht van effecten van klimaatverandering in het Caribisch gebied. Het rapport gaan in op de effecten op de natuur, op sociaaleconomische effecten en doet aanbevelingen voor adaptatiemaatregelen op verschillende schaalniveaus.
- Het 'Dutch Caribbean Climate Action Plan (pdf, 1.7 MB)' van de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) geeft een kort overzicht van de effecten van klimaatverandering, de gevolgen voor de natuur en mogelijkheden voor klimaatadaptatie.
- In de studie 'The impacts of climate change on Bonaire (2022-present)' van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) vind je een analyse van de gevolgen van klimaatverandering voor Bonaire. De studie gaat onder meer in op de risico's van kustoverstroming, mogelijke gevolgen voor de economie, cultureel erfgoed en volksgezondheid.
- In de factsheet van het IPCC uit 2022 kun je lezen over de verschillende gevolgen en risico’s van klimaatverandering voor kleine eilanden in het Caribisch gebied, de Grote Oceaan en de Indische Oceaan. Ook geeft de factsheet informatie over mogelijke acties voor klimaatadaptatie en over welke problemen adaptatie op kleine eilanden kunnen vertragen.
- In een hoofdstuk in 'Het is nooit te laat', het adviesrapport van Ed Nijpels voor de Klimaattafel Bonaire, is een aantal wetenschappelijke inzichten verzameld over de gevolgen van klimaatverandering voor Bonaire.
- In het Beleidsplan 'Natuur en Milieu Caribisch Nederland 2020-2030 (pdf, 3.7 MB)' staat hoe Nederland de natuur van Caribisch Nederland wil behouden en herstellen, en daarnaast veerkrachtige ecosystemen wil creëren die op een duurzame manier worden gebruikt.
- De editie 'Klimaatalarm voor Bonaire (pdf, 3.8 MB)' van het tijdschrift Bon Bini Bonaire gaat over de gevolgen van klimaatverandering voor bewoners en de natuur van Bonaire, en welke maatregelen er genomen kunnen worden.
- Het eindrapport 'Integrated Water Management on Bonaire (pdf, 17 MB)' van het waterschap Rijn en IJssel beschrijft mogelijke oplossingen en acties voor de korte en lange termijn om het watersysteem op Bonaire klimaatrobuuster te maken.
-
Het rapport ‘Klimaateffecten op Curaçao’ (pdf, 7.2 MB) beschrijft de belangrijkste mogelijke gevolgen van klimaatverandering op Curaçao. Het rapport is het resultaat van een stakeholderworkshop in het najaar van 2023, georganiseerd door Island(er)s at the Helm, NAAM, EcoVision N.V., en stichting Climate Adaptation Services (CAS).
-
Het rapport ‘Climate Impacts for Bonaire’ (pdf, 3.3 MB) beschrijft de belangrijkste mogelijke gevolgen van klimaatverandering op Bonaire. Het rapport is het resultaat van een stakeholderworkshop in het najaar van 2023, georganiseerd door TERRAMAR, Island(er)s at the Helm, Stichting Climate Adaptation Services (CAS), het KNMI en Wageningen University & Research (WUR).