Voeren risicodialoog
Het daadwerkelijk voeren van een risicodialoog is de centrale en iteratieve (zich herhalende) stap in het dialoogproces. Het sleutelwoord is: samen! De risicodialoog draait om intensieve samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid tussen alle betrokken partijen. Er zijn twee belangrijke doelen tijdens het voeren van een risicodialoog:
- Het krijgen van een gedeeld beeld over de (potentiele) kwetsbaarheden en kansen van de klimaateffecten.
- Gezamenlijk de ambities en benodigde inzet bepalen, en strategische keuzes maken.
Bij het bepalen van de ambities gaat het om de vraag wat je op hoofdlijnen wilt bereiken op het gebied van wateroverlast, hittestress, droogte en overstromingsrisico’s, en wanneer. Wil je bijvoorbeeld toewerken naar ‘een stad als spons’ of werken aan groenblauwe verbindingen tussen stad en land, waarbij het omliggende landelijk gebied als waterberging dient?
De vragen op deze pagina leiden je door het voeren van de risicodialoog. Klik op de vragen om de antwoorden te lezen. Bij ieder antwoord staan ook inspirerende voorbeelden en tips. Mis je een vraag, of is iets niet duidelijk? Laat het ons weten!
Tijdens de risicodialoog bespreek je de feitelijke situatie over kwetsbaarheden in een gebied, de urgentie van de problematiek, de mogelijke gevolgen voor de belanghebbenden, welke gevolgen (on)acceptabel zijn, en de rol die alle deelnemers kunnen en willen spelen bij het voorkomen van overlast en schade als gevolg van extreem weer.
Het gaat in een risicodialoog niet alleen over risico’s, maar evengoed over kansen. Bij het praten over (het beheersen van) kwetsbaarheden is het ook belangrijk mogelijke (meekoppel)kansen te benutten. Bijvoorbeeld de kans om in een wijk of straat klimaatmaatregelen te nemen, omdat de riolering toch aan onderhoud toe is of omdat er plannen zijn voor het ontwikkelen van een nieuwe woonwijk. Ook de relatie met de invoering van de Omgevingswet en het opstellen van een omgevingsvisie is een kans. Vanwege die kansen hebben diverse overheden de naam ‘risicodialoog’ gewijzigd, bijvoorbeeld in ‘klimaatdialoog’.
“Maak klimaatadaptatie concreet in thematische projecten, zodat duidelijker wordt waar mensen aan kunnen bijdragen” – Harold Soffner, gemeente Bernheze
Voor het bespreken van kwetsbaarheden en kansen is de ruimtelijke schaal van belang. Op voorhand kan je denken aan lokale opgaven door wateroverlast en hittestress, en regionale opgaven door langdurige droogte en de overstromingsrisico’s. Lokaal heeft dit effect op vitale functies zoals elektriciteit, communicatie, hoofdwegen en ziekenhuizen. Het versnellen van de bodemdaling en de bedreiging van de waterkwaliteit (Kaderrichtlijn Water) behoren tot de regionale opgaven.
Voorbeelden
In het impactproject "Zelf meten aan Hitte" zijn risicodialogen gevoerd aan de hand van de beleving van hitte. Bij hitte die vooral binnenshuis speelt, moet iets gebeuren in het bouwbesluit. Voor hitte en groen in de buitenruimte gebruiken gemeenten verschillende maatstaven, zoals afstand tot koelte en de hoeveelheid groen.
Wil je maatregelen kiezen om de buitenruimte hittebestendig te maken? Dan kan het Cool Towns Heat Stress Measurement Protocol je daarbij helpen.
De wijze waarop vitale en kwetsbare objecten zich verhouden tot het hele (water)systeem, kwam aan bod in het impactproject ‘Waterrisicodiagrammen’. Meer over vitale en kwetsbare functies vind je op deze pagina.
De praatplaat klimaatbestendig beekdallandschap helpt waterbeheerders, gemeenten, bewoners en bedrijven om met elkaar in gesprek te gaan over een klimaatbestendige inrichting van het beekdallandschap. De plaat nodigt betrokken partijen uit om over de grenzen van het eigen belang heen te kijken en samen naar oplossingen te zoeken.
In het impactproject "Klimaatbestendig en duurzaam ontwikkelen" heeft de gemeente Gooise Meren twee instrumenten ontwikkeld. Een tool voor professionals en een tool voor inwoners. De instrumenten stimuleren inwoners en professionals om in een breder spectrum naar klimaatadaptatie, biodiversiteit en duurzaamheid te kijken.
Tips
Gebruik de NAS-bollenschema’s in de NAS-adaptatietool om de relevante opgaven en onderwerpen te bepalen.
Combineer de stresstestinformatie met cultuurhistorische kaarten. Cultuurhistorische kennis is essentieel om de logica van oude watersystemen te ontrafelen en zo de werkelijke knelpunten èn kansen in beeld te krijgen. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) pleit ervoor cultuurhistorische en bodemkundige informatie altijd te betrekken bij het in kaart brengen van de kwetsbare locaties, of het nu om wateroverlast, hitte, droogte of overstromingsrisico’s gaat.
Grofweg doorloop je de volgende stappen, in willekeurige volgorde:
- Kwetsbaarheden afwegen
- Aanvullende informatie zoeken en bespreken
- Urgentie benoemen
- Gedeeld beeld bereiken
- Bewustwording creëren
Je kan de stappen steeds weer herhalen, totdat alle betrokken partijen tevreden zijn met het resultaat. Hieronder staat een toelichting:
Kwetsbaarheden afwegen
Eerst voer je het gesprek over de feitelijke situatie, vervolgens gaat het over de waardering van de kwetsbaarheden. De interne risicodialoog staat vooral in het teken van het toetsen van de feiten op hoofdlijnen: herken je deze kwetsbaarheid op deze plek? Of herken je deze kansen? Bij de externe risicodialoog gaat het veelal om de vraag hoe partijen feitelijk geraakt worden door het klimaateffect (wat zijn de mogelijke gevolgen in jouw situatie?).
Aanvullende informatie zoeken en bespreken
De stresstesten en overige (geo)informatie leveren een ruimtelijk beeld op van de kwetsbaarheden in het betreffende gebied. Ga op zoek naar aanvullende informatie om de risico’s toe te lichten en visueel te maken, zoals foto’s en video’s. Een treffend voorbeeld is de wolkbeuk in Kopenhagen op 2 juli 2011. En ondersteun dit – indien beschikbaar – met cijfers en grafieken. Gebruik ook feitelijke informatie, zoals meldingen en klachten die zijn binnengekomen naar aanleiding van weersextremen. Je kunt ook denken aan het toepassen van moderne technieken, zoals Virtual Reality (VR), augmented reality en citizen sensing (het inzetten van burgers). Bespreek met de belanghebbenden of ze deze feitelijke informatie en de kwetsbaarheden herkennen en doe dit bij voorkeur tijdens een interactieve sessie of bijeenkomst in het betreffende gebied.
Urgentie benoemen
Het afwegen van de kwetsbaarheden draait om de volgende vragen: hoe urgent is de kwetsbaarheid voor de vier klimaatthema’s (hitte, droogte, wateroverlast en overstromingsrisico’s) en welk risico lopen we? Je spreekt met elkaar af welke schade in jouw gebied acceptabel is, en welke niet. Of je constateert dat je nog onvoldoende weet om dit te kunnen bepalen en besluit dat nader onderzoek nodig is. Tenslotte probeer je op hoofdlijnen helder te krijgen welke oplossingen er mogelijk zijn, en welke partij de maatregelen kan en wil nemen om onacceptabele schade en overlast te voorkomen. Verwachtingenmanagement is hierbij noodzakelijk. Als overheid alleen los je niet alle problemen op! Iedereen moet zijn steentje bijdragen.
Gedeeld beeld bereiken
De deelnemers bediscussiëren, vullen aan en bespreken de onderwerpen opnieuw. Doel is om te komen tot een gedeeld beeld met geaccepteerde opvattingen over de feiten. De deelnemers aan een risicodialoog hoeven het niet volledig met elkaar eens te worden. Ze hoeven elkaar niet te overtuigen. Het gaat erom dat de deelnemers uiteindelijk samen overeenkomen in welke gevallen sprake is van een gedeeld beeld, zoals een gezamenlijke opvatting over (urgente) kwetsbaarheid. Ook het afwegen van de feiten is voor iedere belanghebbende anders, en hangt af van zijn of haar belang en situatie.
Bewustwording creëren
Niet altijd zijn alle deelnemers zich al bewust van de problematiek rondom klimaatverandering: de kwetsbaarheden, de mogelijke gevolgen voor henzelf – bijvoorbeeld in de vorm van economische schade – en evenmin van hun rol in het proces. In dat geval draait een risicodialoog vooral om bewustwording. Breng de problematiek onder de aandacht, bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten, evenementen en locatiebezoeken. En maak daarbij gebruik van kaarten (stresstesten), ondersteund door getallen (klimaatopgaven) en andere visuele middelen (foto’s, video’s).
Voorbeelden
Op 1 juli 2019 is de NEN-EN-ISO 14090 ‘Klimaatadaptatie – Principes, eisen en richtlijnen’ gepubliceerd. Dit is de eerste van vijf internationale normen voor klimaatadaptatie waaraan wordt gewerkt. De stappen van het risicodialoogproces passen in de structuur van deze internationale norm (zie inhoudsopgave in preview versie (pdf, 459 kB)). Een nadere uitwerking hiervan vindt plaats in de NEN-EN-ISO 14092 ‘Klimaatadaptatie — Handreiking en uitgangspunten voor adaptatieplanning bij lokale overheden en gemeenschappen’, die nog in de conceptfase is. Het Overleg Standaarden Klimaatadaptatie (OSKA) houdt de ontwikkeling van deze standaarden bij.
In het Zwolse project Senshagen werken inwoners van de wijk Stadshagen aan het kwantificeren en visualiseren van klimaatverandering door zelf metingen te doen. Daarnaast kunnen de inwoners van Zwolle (breed) zelf een bijdrage leveren aan de zogenaamde nattevoetenkaart (video) en een zweetdruppelkaart.
‘Het Nieuwe Samenspel’ is een serious game die de gemeente Borsele inzet bij het klimaatstraat-gesprek in Nieuwdorp. Het spel leidt je door de stappen van kennismaken, doelen kenbaar maken, wat kan je bijdragen, welke beren zie je op de weg en hoe ga je samen verder na de risicodialoog.
De video van The Weather Channel toont een toepassing van augmented reality in de berichtgeving over orkaan Florence in oktober 2018.
De praatplaat klimaatbestendig beekdallandschap helpt waterbeheerders, gemeenten, bewoners en bedrijven om met elkaar in gesprek te gaan over een klimaatbestendige inrichting van het beekdallandschap. De plaat nodigt betrokken partijen uit om over de grenzen van het eigen belang heen te kijken en samen naar oplossingen te zoeken.
Je kunt een risicodialoog ook voeren aan de hand van casussen, zoals de gemeente Borsele heeft gedaan.
Het Europese project SPONGE2020 heeft een toolbox ontwikkeld met daarin een 5-stappenplan dat sterk lijkt op het stappenplan van deze routekaart risicodialoog. Het 5-stappenplan is ontwikkeld om de samenwerking te verbeteren en versnellen tussen overheden en andere partijen die betrokken zijn bij een stad.
De risicodialoog draait om het realiseren van een gedeeld probleembesef en het samen bespreken van oplossingen. Daarbij is het van belang om te bouwen aan het onderlinge vertrouwen tussen de partijen en het verkrijgen van begrip voor elkaars standpunten. Dit vraagt om een goede begeleiding van de dialoog. Ga op zoek naar een procesbegeleider of een klimaatregisseur; iemand die vertrouwen geniet en in staat is om leiding te geven aan de bijeenkomsten en werksessies van een risicodialoog.
Houd rekening met de diversiteit van de deelnemers aan de risicodialogen. Niet iedere partij heeft dezelfde positie of hetzelfde belang. Heb begrip voor elkaar door naar ieders verhaal of behoefte te luisteren. Sluit zo veel mogelijk aan op de leefwereld van de deelnemers (wat speelt er bij hen, waar zitten ze mee, wat vinden ze belangrijk). Deze aansluiting maakt het makkelijker om deelnemers te koppelen aan verantwoordelijkheden en activiteiten.
Voorbeelden
De klimaatatlas van Zwolle maakt gebruik van kaartverhalen en storymaps, waaronder ook een publieksversie.
Werkregio Fluvius zet in op het vertalen van kaartmateriaal naar begrijpelijke beelden en zoekt actief naar ondersteuning door praktijkvoorbeelden of verhalen.
In het impactproject "Samenwerken aan klimaatslimme verstedelijking" stond in Tilburg de dialoog met stakeholders centraal: hoe kom je samen tot inzichten en ontstaat een gezamenlijke gedachte over de opgave?
In Groningen speelden studenten een spel tijdens Game Day: een methode waarbij deelnemers zich in elkaars standpunt kunnen verplaatsen.
De gemeente Gouda voerde huiskamergesprekken met bewoners en met overige belanghebbenden en belangenorganisaties in de binnenstad.
De gemeente Nijverdal betrok de omgeving nauw bij de nieuwe inrichting van het centrum. Ze communiceerde veel met de bewoners en ondernemers, die ook konden meedenken met het ontwerp. Zij konden voor vragen terecht bij de omgevingsmanager en er waren wekelijkse inloopmomenten.
Het is onmogelijk om alle geïdentificeerde kwetsbaarheden voor klimaateffecten (tegelijkertijd) aan te pakken. Daarom is het van belang om te komen tot een gezamenlijke afweging en prioritering. Daarbij gaat het om twee vragen: welke risico’s worden geaccepteerd – bijvoorbeeld omdat de kans of schade gering is of omdat de aanpak te kostbaar is – en welke niet?
Het wegen of analyseren van de risico’s gebeurt door ze te objectiveren. Daarvoor zijn diverse methoden beschikbaar, zoals een risico-tolerantiematrix en risicodiagrammen. Het kan ook heel pragmatisch: de deelnemers geven op een poster aan welke risico’s zij wel of niet acceptabel vinden en gaan erover met elkaar in gesprek. De kern is het indelen van de kwetsbaarheden op 'impact' door de kans en het gevolg te bepalen en vervolgens in kaart te brengen hoe ze zich tot elkaar verhouden. ‘Gevolg’ kan bestaan uit diverse indicatoren, zoals slachtoffers en economische schade (handige tool: NKWK klimaatschadeschatter).
Klimaatrisico’s kunnen worden vertaald naar economische schade, vermeden kosten en baten. Daartegenover staan de investeringskosten die nodig zijn om de schade te beperken. Met behulp van een risico-kostenanalyse ga je op zoek naar de optimale balans tussen investeringskosten en de te verwachten economische schade. In zo’n analyse is nog geen rekening gehouden met de maatschappelijke baten van klimaatadaptatiemaatregelen. Bij een klimaatbestendige inrichting wordt (extra) geïnvesteerd in maatregelen. De baten die hierdoor ontstaan, kunnen twee tot vier keer meer opleveren dan de investering. Denk daarbij aan nieuwe arbeidsplaatsen, economische ontwikkelkansen en een toename van de waarde van woningen.
Als overlast en schade vaker voorkomen, kan dat leiden tot emotionele reacties van boze of bezorgde burgers. Niets lijkt dan meer acceptabel. Het is echter nooit 100 procent te voorkomen dat het mis gaat. Een zeker restrisico moet worden geaccepteerd. Deze infographic van de verzekeraars laat zien welke klimaatschades verzekerbaar zijn.
De gevolgen van klimaatverandering kunnen leiden tot keteneffecten, vooral door het uitvallen van vitale en kwetsbare functies. Een woonwijk bijvoorbeeld kan droge voeten houden en tegelijkertijd toch schade oplopen door het tijdelijk uitvallen van de elektriciteit, omdat in de regio een stroomverdeelstation is overstroomd.
Voorbeelden
In Enschede is een vorm van risicogestuurd beheer toegepast bij de (interne gemeenteraad-) risicodialoog. Hierbij is het risico-matrixspel als instrument toegepast. In Rotterdam-Noord is een integrale kwetsbaarheidsanalyse toegepast. Er is gekeken naar de kwetsbaarheid van de netwerken (vitale functies), en bepaald tot welke schade en slachtoffers dit kan leiden.
In de studie ‘Tegen de hitte in Merwedekanaalzone deelgebied 5 te Utrecht’ (Gemeente Utrecht, 2018) is in beeld gebracht wat de gezondheidsbaten zijn van meer sponzen en groen in de wijk.
In een Bow-Tie (‘vlinderstrik’) staat de klimaatgebeurtenis centraal (‘knoop’). Deze risicoanalyse-methode brengt in beeld wat je kan doen in de aanloop naar een gebeurtenis en wat je aan de gevolgen kunt doen. Bow-Tie’s zijn toegepast door het Havenbedrijf Rotterdam, Havenbedrijf Amsterdam en Amsterdam Airport Schiphol.
Door middel van de cirkelmethode (Circle) breng je de relaties en effecten in de ketens (plekken en netwerken) in beeld voor de stad en de regio. Dit is onder andere toegepast in de VenK-pilot IJssel-Vechtdelta.
De provincie Utrecht heeft de bollenschema's uit de NAS-adaptatietool gebruikt als uitgangspunt voor interne en regionale dialogen.
De gemeente Gouda vroeg haar inwoners wanneer zij overlast acceptabel vinden.
Tips
Maak gebruik van de methode ‘Waterrisicodiagrammen’. Om afwegingen over waterrisico´s makkelijker te maken hebben partijen uit de City Deal Klimaatadaptatie samen een afwegingskader ontwikkeld met de methode ‘Waterrisicodiagrammen’. Deze methode maakt het mogelijk om voor specifieke locaties of objecten alle waterrisico´s in beeld te brengen en vervolgens af te wegen op basis van economische schade, slachtoffers, maatschappelijke ontwrichting en imagoschade.
Koppel het accepteren van risico’s aan waarden (gemeente Rotterdam en Enschede).
Informatie over de kosten en baten van mogelijk te nemen maatregelen of de te verlagen omvang van schade bij een event kan behulpzaam zijn bij de dialoog. Hiervoor kan je instrumenten gebruiken als de Klimaatschadeschatter en de Toolkit Klimaatbestendige Stad.
Een handige tool om de monetaire waarde (baten) van stedelijk groen en water in beeld te brengen is TEEB-stad.
Zet participatietools in, zoals de ‘Stemgever’.
Maak de bewoner (deels) probleemeigenaar. Zo wordt duidelijk wat bewoners er echt voor over hebben om de overlast te verminderen.
‘Meekoppelkansen benutten’ is een van de 7 ambities in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. In het uitvoeren van ruimtelijke maatregelen gaat het eigenlijk bijna altijd om meekoppelen: het actief zoeken naar haakjes voor adaptatiemaatregelen en daarbij goed vooruit kijken naar fysieke maatregelen in de ruimte.
“De opgave van het deltaprogramma is niet alleen een technische of een bestuurlijke, maar vooral ook een ruimtelijke. De grote uitdaging is om bij alle ruimtelijke plannen volop rekening te houden met de wateropgave en het veranderende klimaat” – Peter Glas, Deltacommissaris
Tijdens de risicodialoog komen meekoppelkansen in beeld door het inventariseren van andere opgaven, projecten en plannen in je gebied. Spelen er ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de woningbouwopgave, een reconstructie van de infrastructuur of het onderhoud van wegen? Of wordt er gewerkt aan andere opgaven (de energietransitie, gasloze wijken, de landbouwtransitie) of thema’s (ouderenzorg en hitte)? Spelen er kwesties als bodemdaling in Gouda of aardbevingen in (oost) Groningen?
Je kunt meekoppelkansen benutten door ze af te stemmen met andere publieke sectoren, maar ook door op zoek te gaan naar de samenhang met (ruimtelijke) plannen van derden. Denk aan de meerjaren-onderhoudsplanning (MJOP) of het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Er zijn ook meekoppelkansen bij andere beleidsontwikkelingen, zoals de Omgevingsvisie.
Het identificeren en benutten van kansen wordt versterkt door vanaf de start van een risicodialoog gebruik te maken van bestaande overlegstructuren van andere sectoren of themagebieden. Betrek je collega´s die werkzaam zijn op andere beleidsterreinen bij het gesprek en stel open vragen (“welke opgave speelt hier?”). Ook kun je de deelnemers aan een risicodialoog vooraf verzoeken te inventariseren welke potentiële meekoppelkansen zij binnen hun organisatie zien. Het is belangrijk dat zij goed weten wat er in hun omgeving speelt of waar hun collega’s zich mee bezighouden.
Ook inzicht in (ruimtelijke) plannen van derden, zoals het recreatieschap of woningcorporaties, of wensen van bewoners biedt kansen om mee te koppelen. Start bij de grote private partijen en stel open vragen, zoals: “waar zit de energie?”, “waar zijn ontwikkelingen gepland?”. Probeer te achterhalen wat de planning is van onderhoud, beheer en (her)ontwikkeling. Op deze manier kan een samenhang worden bepaald tussen de verschillende agenda´s van zowel publieke als private partijen. Bij het uiteindelijk afwegen en prioriteren van kwetsbaarheden en meekoppelkansen kan je meenemen of de plannen al wel of niet begroot of prioritair zijn.
Voorbeelden
In Betondorp, Amsterdam (woningcorporatie Ymere) was het geplande groot onderhoud aan wegen en riolering aanleiding om te kijken of de opvang van (regen)water niet op een andere, vernieuwende manier aangepakt kon worden.
De gemeente Dordrecht heeft van meekoppelen een nieuwe natuur gemaakt. Zij hebben een vierlagenbenadering (opgave, plannen, draagvlak, handelingsperspectief) toegepast om te bepalen waar ze zullen starten met de uitvoering van waterrobuuste en klimaatbestendige inrichtingsmaatregelen.
Door de gemeente Bunnik (pdf, 105 kB) zijn place games in de wijk Engboogerd ingezet om is met bewoners te bepalen wat men belangrijk vond aan de openbare ruimte. Daar was klimaatadaptatie makkelijk aan te verknopen, zonder het altijd zo te noemen.
In diverse regio’s en gemeenten is, naast het uitvoeren van een stresstest, ook gewerkt aan een ‘kansenkaart’, bijvoorbeeld in de regio Rijk van Maas en Waal. Deze kansenkaart bleek zeer nuttig bij het vroegtijdig enthousiasmeren van bestuurders en collega’s binnen de organisatie.
Ontwerpend onderzoek is een mogelijk instrument dat gebruikt kan worden om te zien hoe verschillende opgaven of ingrepen in dezelfde ruimte samen (kunnen) vallen, en hoe je deze kansen dus ruimtelijk kan benutten.
In het impactproject “Klimaatslimme verstedelijking” heeft de gemeente Zwolle samen met de markt gekeken naar wat de beste aanbestedingsvorm is. In Rotterdam is samen met de aannemer gekeken hoe klimaatadaptatie het beste meegenomen kan worden in het ontwerp.
De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) pleit ervoor cultuurhistorische en bodemkundige informatie altijd te betrekken bij het in kaart brengen van de kwetsbare locaties, of het nu om wateroverlast, hitte, droogte of overstromingsgevaar gaat. Vindt het stappenplan Waterbewust erfgoed hier.
In de Handreiking Slim Koppelen Klimaatadaptatie staat hoe gemeenten klimaatadaptatie kunnen koppelen aan drie andere grote opgaven: de energietransitie, de nieuwbouwopgave en de cyclus van groot onderhoud en renovatie.
Samen met Cocreatie Paddepoel heeft de gemeente Groningen verschillende ontwerpsessies georganiseerd voor het ontwerp van drie nieuwe straten. Daar konden bewoners hun ideeën en wensen inbrengen. Veel bewoners wilden bijvoorbeeld dat er meer groen kwam en dat de verkeersveiligheid verbeterd zou worden. De gemeente heeft de ontwerpsessies ook aangegrepen om de risico’s van klimaatverandering bij de bewoners onder de aandacht te brengen.
Tips
Het (mee)koppelen van ruimtelijke opgaven, plannen, projecten, andere sectoren en belangen is een essentiële voorwaarde voor het verkrijgen en behouden van (economisch) draagvlak, het ontwikkelen van handelingsperspectief (het nieuwe normaal) en het versnellen van een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting.
Overweeg om scores te geven bij aanbestedingen voor het meekoppelen van klimaatadaptatie en andere thema’s in offertes. Dit is een van de uitkomsten van het impactproject ‘Instrument Klimaatbestendig en Duurzaam Ontwikkelen’ (gemeente Gooise Meren).
De coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers (CNK) werft en traint ambassadeurs om kennis en ervaring in te brengen bij risicodialogen. Het zijn vrijwilligers die hun kennis van natuur combineren met een bestuurlijke kijk. De ambassadeurs van CNK zijn inzetbaar vanaf januari 2020.
Kijk bij meekoppelkansen ver genoeg vooruit in de tijd. Het gaat niet alleen om wat er nu speelt. Toekomstige ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn om nog even te wachten met maatregelen; door later mee te koppelen kan de kosteneffectivitiet (en het draagvlak) verhogen.
Voor de onacceptabele risico’s, oftewel de risico’s die je wilt beheersen, is het van belang gezamenlijk te bepalen wat daarvoor nodig is (welke maatregelen en kosten) en wie daarbij betrokken zijn. In deze fase is het een globale inventarisatie van mogelijke maatregelen, door wie die genomen kunnen worden, en de benodigde financiering, tijd en capaciteit. Dit is dus nog niet de fase van het daadwerkelijk nemen van besluiten over maatregelen of het toedelen van de verantwoordelijkheid daarvoor.
Geen spijt-maatregelen kan je, wanneer je die tegenkomt, tijdens de dialoog al op een actiebord schrijven en toewijzen. Of zelfs al starten met de uitvoering!
Voorbeeld
De gemeente Zwolle heeft haar gebied ingedeeld in 55 deelgebieden of wijken op basis van waterscheidingen in het (hemel)watersysteem, hoogteligging van het maaiveld en wijktypologieën. Deze deelgebieden zijn vervolgens geprioriteerd op basis van de klimaatstress-opgaven (wateroverlast, hitte, droogte en overstromingsrisico’s). Op de korte termijn start Zwolle met verdiepende risicodialogen in de top-vijf van aandachtsgebieden.
Strategische keuzes geven richting aan het bereiken van een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting. Hierbij gaat het vooralsnog om het op hoofdlijnen bepalen hoe de optimale aanpak van de kwetsbaarheden, en de mogelijkheid tot meekoppelen, eruit gaat zien. Het gaat hierbij om het bepalen van de korte- als de langetermijnambities en het handelingsperspectief van alle deelnemers.
Voorbeeld
Het bestuur van de luchthaven Schiphol heeft op basis van een verdiepende stresstest en verschillende risicoanalyses een eigen beschermingsniveau tegen hemelwateroverlast vastgesteld, met de bijbehorende hemelwateropgave. Verstoring van de bedrijfsprocessen (passagiers, vliegtuigen, bagage) door hemelwateroverlast wordt beschouwd als een van de grootste risico’s. Daarom werkt de luchthaven aan de implementatie van Waterrobuust Schipholbeleid. Bovendien draagt dit bij een duurzaam imago van de luchthaven.
Samen met de bestuurders en overige stakeholders ga je op zoek naar de optimale route om de genoemde ambities te bereiken. Belangrijk is hierbij het afwegen van prioriteiten, het opstellen van verschillende oplossingsrichtingen en de planning daarvan in de tijd. Wat moet je minimaal doen (need to have) versus ‘wat is mooi als het ook nog kan’ (nice to have), en wat zijn eventuele geen-spijt-maatregelen?
De basis voor de strategische keuzes en inzet heb je meegekregen van je bestuurder in de (interne) voorbereiding van een risicodialoog, of ligt deels vast in coalitieakkoorden, bestaande uitvoerings- of gebiedsagenda’s of beheer- en onderhoudsagenda’s. Ook de (meerjaren)begroting speelt een belangrijke rol, evenals de (voorbereidings)tijd die nodig is voor maatregelen.
Bij het maken van de gezamenlijk strategische keuzes is het belangrijk om te weten of bij de verschillende betrokken stakeholders, inzet (budget en tijd/capaciteit) beschikbaar zijn in de juiste periode. En is men bereid dit aan te wenden voor het behalen van de ambities?
Bij het bepalen van de benodigde inzet maak je onderscheid tussen ambtelijke inzet, procesleider/ facilitator, expert klimaatadaptatie, informatie-GIS-specialist, communicatieadviseur en financieel adviseur. De benodigde externe ondersteuning is mede afhankelijk van de onderdelen die ‘in huis’ worden uitgevoerd of gecombineerd in werkregio-verband.
Voorbeelden
De gemeente Utrecht legt vanuit haar visie op de gezonde stad de nadruk op tegengaan van hittestress. Een van de ambities is dat in een nieuwe stadsontwikkeling het temperatuurverschil tussen de stad en het niet meer dan drie graden mag zijn (hitte-eilandeffect).
In Flevoland organiseert Waterschap Zuiderzeeland per gemeente een stresstest in één dag. ‘s Avonds worden de resultaten teruggekoppeld aan de gemeenteraad. Daarna volgt een gesprek over wat deze stresstest betekent en wat eraan moet worden gedaan. Op deze manier wordt de koppeling met de risicodialoog direct gemaakt.
Tips
Koppel regelmatig resultaten terug aan bestuur of raad. Op deze manier zijn en blijven ze betrokken.
Het verbeelden van klimaateffecten in een toegankelijke visuele vorm draagt bij aan het onderbouwen van de urgentie van klimaatverandering en het bevorderen van bestuurlijke interesse.
Ga lokaal aan de slag met normen, zoals in Utrecht en Eindhoven, waar tot 60 mm de gemeente verantwoordelijk is en daarboven eigen risico geldt.
Klimaatbestendig inrichten kunnen overheden niet alleen. Eigenaren van private terreinen moeten immers ook klimaatadaptieve maatregelen nemen. Een integrale gebiedsgerichte aanpak komt alleen tot stand als er sprake is van betrokkenheid bij alle belanghebbenden en een gevoel ontstaat van gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het uiteindelijke resultaat. Dat heet ‘gedeeld eigenaarschap’.
Je kunt gedeeld eigenaarschap bereiken door de belanghebbenden in een vroeg stadium bij elkaar te brengen en ervoor te zorgen dat dit gebeurt in een gelijkwaardige verhouding. Dit leidt tot beter op elkaar afgestemde strategische keuzes. Doordat die strategische keuzes in een vroeg stadium gezamenlijk worden bepaald, is de kans groter dat de belanghebbenden de keuzes ook met elkaar willen en kunnen uitvoeren.
Je kunt de deelnemers van de risicodialoog ondersteunen bij het bereiken van een ‘goede samenwerking’, met behulp van vaste en flexibele componenten. Vaste componenten zijn bijvoorbeeld de ontwikkeling van een gezamenlijke klimaatadaptatiestrategie of uitvoeringsprogramma. Flexibele componenten zijn onder meer de rolbepaling in een samenwerking en –vervulling van deelnemende organisaties, het bevorderen van een lerende houding bij de deelnemers en het samenstellen van succesvolle teams.
Voorbeelden
De gemeente Gouda heeft eigenaarschap van probleem bij bewoners neergelegd en faciliteert alleen.
Prototypes van Design Thinking verbinden klimaatadaptatie in Noord-Brabant aan andere doelen die belangrijk zijn voor de deelnemers en zorgen zo voor eigenaarschap bij andere deelnemers.
Over gedeeld eigenaarschap is een managementboek geschreven. In dit boek lees je hoe je complexe veranderopgaven, zoals klimaatverandering, energietransitie of stedelijke concurrentiekracht tot een goed einde brengt.Gedeeld eigenaarschap kan ook ontstaan in spelvorm. Zo kun je bijvoorbeeld samen met verschillende partijen ontdekken wat kansen en uitdagingen zijn van groen in het stedelijk gebied.
Gemeente Apeldoorn heeft bewoners nauw betrokken bij de herinrichting van de Ugchelse beek. Niet alleen bij de plannen en de uitvoering, maar ook bij beheer en onderhoud van de beek. Door bewoners bij elke maatregel te vertellen wat het doel ervan is, wordt het makkelijker om de urgentie van klimaatadaptatie over te brengen. Daardoor zullen bewoners bovendien ook sneller zelf maatregelen nemen.
Je kunt ervoor kiezen om de uitvoeringsagenda samen met andere partijen en organisaties op te stellen, zoals de gemeente Tilburg heeft gedaan. Hierdoor heb je te maken met verschillen in snelheid en ambitie. Tilburg heeft geleerd om deze verschillen te laten bestaan, zodat iedereen op zijn eigen manier kan meedoen met de transitie.
De kunst is om alle partijen gedurende het proces van de risicodialogen actief betrokken te krijgen en houden. Dit vergt van de organisatoren en facilitators van een risicodialoog dat men hier oog voor heeft en tijd in investeert. Wellicht is het soms nodig om één-op-één- gesprekken met belanghebbenden te voeren om hen (weer) betrokken te krijgen bij de risicodialoog, of moet een bestuurlijke weg bewandeld worden om een partij verantwoordelijkheid te laten nemen.
Aandacht voor gedeeld eigenaarschap is cruciaal, zowel bij de voorbereiding, het bepalen welke belanghebbenden aan tafel komen, als bij het bepalen van de strategie. In feite gaat het bij gedeeld eigenaarschap over het creëren van betrokkenheid en een gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Als deelnemers aan een dialoog een handelingsperspectief hebben (het risico wordt lokaal inderdaad kleiner door een groen dak te plaatsen of de tuin te ontharden), zijn zij eerder geneigd om in actie te komen. Wat nodig is om iemand betrokken en actief te houden, is voor iedere stakeholder verschillend.
Voorbeelden
De ontwikkeling van de regionale adaptatiestrategie Rijk van Maas en Waal was een langlopend traject (vanaf 2014) waarbij altijd is geprobeerd alle overheidspartijen bij elkaar te houden. Een goede betrokkenheid van bestuurders (ambassadeurs) zorgt voor een gedragen strategie, waarbij alle betrokken overheden nu zelf de stap naar (lokale) uitvoeringsagenda gaan zetten.
Waterschap Vechtstromen zet in op de Klimaatactieve Stad (KAS) om alle overheidspartijen in haar beheersgebied te activeren en betrokken te houden. KAS is vooral een inspiratie- en leeromgeving om opgedane kennis, ervaring en enthousiasme te delen.
In Rotterdam werken woningbouwcorporaties aan gezamenlijke tuinen, die ook de sociale cohesie in de wijk versterken. In deze video vertelt wooncorporatie Woonstad Rotterdam meer hierover.
In Hoogeveen praat de gemeente met verschillende hulpdiensten over bereikbaarheid bij wateroverlast. Dit blijkt een goed vertrekpunt te zijn voor de risicodialoog.
De regio Noordoost-Brabant praat met de GGD, woningcorporaties, veiligheidsregio’s en netbeheerders op regionaal schaalniveau. Dat is prettig en scheelt werk!
De provincie Gelderland heeft drie brochures ontwikkeld om handelingsperspectief te bieden bij het vergroenen van woonwijken, winkelcentra en bedrijventerreinen.
De klimaatmonitor in Groningen geeft bewoners en bedrijven inzicht in klimaateffecten in de directe omgeving. Ook laat de monitor zien in hoeverre maatregelen klimaateffecten tegengaan.
De Hogeschool van Amsterdam heeft onderzocht hoe je bewoners mee kunt krijgen in klimaatadaptatie. Uit het onderzoek blijkt dat bewustwording creëren niet genoeg is.
Tips
Kies de werkvorm/ aanpak van de dialoog en: Zoek hier tools bij, zoals: gesprekstechnieken, werkvormen et cetera.
- Laat andere(n) voorzitten dan de eigen betrokken partijen.
- Vier successen samen.
- Rouleer de locatie.
- Combineer de dialoog met een locatiebezoek, zodat de uitdagingen tot de verbeelding spreken.
- Zorg voor continuïteit.
Start alvast met kleine stimuleringsmaatregelen zoals een regenton of een afkoppelsubsidie.
Voorbeelden
Bij het opstellen van de regionale adaptatiestrategie in de regio Rijk van Maas en Waal bleek het praten met bestuurders over klimaatadaptatie aan de hand van een kansenkaart een schot in de roos voor het krijgen van bestuurlijke aandacht.
Uitgangspunt bij de regionale adaptatiestrategie van Voorne-Putten is dat klimaatadaptatie wordt gezien als kans om de kwaliteiten van het eiland te versterken. Een voorbeeld van zo’n kans is dat Voorne-Putten een relatief koel gebied is binnen de metropoolregio Rotterdam – Den Haag en daardoor potentieel aantrekkelijk is voor (rand)stedelingen op zoek naar verkoeling.
Ook tijdens de coronapandemie zijn er risicodialogen gevoerd. Die vonden online plaats, zoals in Enschede.
Tip
Vraag iemand om vanuit een ander perspectief mee te kijken of te reflecteren.