Adviezen voor gebruik van uitkomsten
Voor een juist gebruik van de uitkomsten van een klimaatstresstest is het belangrijk dat er een heldere schriftelijke en mondelinge toelichting bij zit. Op deze pagina vind je naast dit advies nog andere adviezen over hoe je de uitkomsten van een stresstest gebruikt. De adviezen zijn verdeeld in vijf categorieën:
- Context van de stresstest en standaarden
- Omgaan met onzekerheid van stresstestuitkomsten
- Uitkomsten toetsen, verrijken en verbeteren
- Samenhang in beeld brengen en bespreken
- Uitkomsten meenemen naar de risicodialoog
Context van de stresstest en standaarden
De adviezen hieronder gaan over de context van de klimaatstresstest en de standaarden van de Bijsluiter.
Stresstest is geen norm
De druk die bij een klimaatstresstest op het systeem en op functies wordt gezet is groter dan de normen voorschrijven. Dat betekent dat een stresstest er geen rekening mee houdt of er aan wettelijke normen wordt voldaan. De stresstest is in de eerste plaats een middel om mogelijke kwetsbaarheden en knelpunten te identificeren, en daarmee klimaatadaptief denken en handelen te stimuleren. We gebruiken de begrippen ‘standaard’ en ‘uniforme uitgangspunten’ in de Bijsluiter om te benadrukken dat het voor de vergelijkbaarheid en kwaliteit belangrijk is dat alle partijen hun stresstest op dezelfde manier uitvoeren. De uniforme uitgangspunten, zoals de standaard neerslaggebeurtenissen voor de analyse wateroverlast, zijn dus niet automatisch bedoeld als norm om de ruimtelijke inrichting, watersystemen of constructies op te ontwerpen en te dimensioneren.
Afwijken van standaarden kan, mits beargumenteerd
Is het in een specifieke situatie niet zinnig om de standaarden van de Bijsluiter toe te passen in een stresstest? Dan mogen overheden hiervan afwijken. Ze zijn dan wel verplicht om bij de resultaten van de stresstest met argumenten aan te geven waarom de stresstest hier afwijkt van de standaarden.
Werken aan klimaatbestendigheid vindt plaats tussen periodieke stresstesten
De ruimtelijke inrichting is constant in ontwikkeling. Dat geldt ook voor de manier waarop mensen de gevolgen van het veranderende klimaat ervaren. Daarom is in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie afgesproken dat de klimaatstresstesten iedere zes jaar worden geactualiseerd. Zo kunnen we bijsturen waar dat nodig is. Wat tussen deze zesjarige momentopnamen wordt besloten, geordend, ontwikkeld en gebouwd, bepaalt de toekomstige klimaatbestendigheid. Daarom is het bij een nieuwe gebiedsontwikkeling altijd goed om de stresstestresultaten als referentie te raadplegen. Je kunt zelfs nog verder gaan door de stresstestresultaten bij te werken op de schaal van een gebiedsontwikkeling, en door elke ontwikkeling en alle activiteiten klimaatadaptatiebewust te doen. Er zijn verschillende hulpmiddelen die je daarbij kunt inzetten. De Maatlat klimaatadaptieve groene gebouwde omgeving maakt bijvoorbeeld duidelijk wat klimaatadaptief bouwen en inrichten betekent.
Omgaan met onzekerheid van stresstestuitkomsten
Klimaatadaptatie betekent voor een deel: omgaan met onzekerheden. Het is essentieel om deze onzekerheden te benoemen en te bespreken in de risicodialoog. Om onzekerheden nader te duiden is het handig om onderscheid te maken tussen verschillende typen. Sommige onzekerheden kunnen worden verkleind, andere kunnen alleen worden geaccepteerd. Meer onderzoek uitvoeren is niet altijd nodig of wenselijk.
Voorbeelden van omgaan met onzekerheden
Hieronder volgen voorbeelden van onzekerheden en hoe je hiermee kunt omgaan:
- Variabiliteit in tijd en ruimte. De blootstelling aan een bepaalde gebeurtenis in een gebied kan variëren. Denk hierbij aan de variatie in hoe sterk de bodem daalt op verschillende plekken in een historische binnenstad, hitteverschillen in de bebouwde omgeving en variatie in waterdieptes na intense neerslag. Ook op grotere schaal zijn er verschillen. In het rivierengebied heeft intense neerslag bijvoorbeeld een ander effect dan op aangrenzende stuwwallen. De onzekerheid die door variabiliteit wordt veroorzaakt kan deels worden verkleind door meer onderzoek en geavanceerdere modellen, als daar budget voor is en de kosten in verhouding staan tot de baten. Maar een deel van de variabiliteit in de natuur is niet te vangen, ook niet met meer onderzoek of verfijndere modellen. Er kan bijvoorbeeld geen weersverwachting worden opgesteld voor de komende jaren. Wel kan worden bepaald wat de kans is op extreme weerssituaties, en hoe die kans door klimaatverandering zal veranderen.
- Marges rond uitkomsten. Uitkomsten van een stresstest hebben vaak marges. Een voorbeeld: de overstromingsdiepte op een locatie is 2 meter met een marge van 0,5 meter meer en een 0,5 meter minder. Deze marges komen voort uit de opeenstapeling van de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van metingen, basisgegevens en oorzaak-gevolgrelaties. Het is belangrijk dat de betrokkenen deze marges begrijpen en meenemen in de besluitvorming. Communiceer daarom duidelijk over wat deze marges betekenen en bewaak dat ze in de besluitvorming niet naar de achtergrond verdwijnen.
- Bekende onbekenden. Maak niet alleen expliciet wat de onzekerheden zijn in de gebruikte basisgegevens en modeluitkomsten. Maak ook expliciet welke informatie nog mist die van invloed kan zijn op de uitkomsten. Er kunnen bijvoorbeeld gegevens ontbreken over de locatie van vitale en kwetsbare objecten. Of het kan zijn dat de stedelijke en regionale waterstromingsmodellen niet op elkaar zijn afgestemd.
- Scenario’s zijn een manier om uiting te geven aan kansen. De kans op het ene scenario is groter dan op het andere. Het is goed om analyses uit te voeren voor verschillende scenario’s: zo krijg je inzicht in hoe toekomstverwachtingen kunnen verschillen. Je kunt ‘de zekerheid’ dan verhogen door te kiezen voor het worst-case scenario. Zo’n keuze past bij de voorbereiding op gebeurtenissen waarvan de gevolgen zo groot zijn dat je er altijd rekening mee moet houden. Ook als de kans hierop maar klein is.
Preciezer is niet altijd beter
Bij klimaatadaptatie ontstaat snel de neiging om te zoeken naar meer gedetailleerde informatie, bijvoorbeeld door meer onderzoek uit te voeren. Dat komt vooral doordat de vraagstukken rond klimaatadaptatie vaak complex zijn en gepaard gaan met onzekerheden. Maar meer precisie en detail garandeert niet altijd meer nauwkeurigheid. Bovendien is die nauwkeurigheid niet voor alle beslissingen nodig. Bij relatief eenvoudige en betaalbare maatregelen met positieve of nauwelijks negatieve bijwerkingen is de nauwkeurigheid van de informatie minder belangrijk dan bij complexe, dure maatregelen die een grote impact op de omgeving hebben. Wees er ook op bedacht dat er door een te grote focus op het zo nauwkeurig mogelijk kwantificeren van knelpunten een mismatch kan ontstaan met de wensen en belangen van de doelgroep. Partijen kunnen dan afhaken waardoor het adaptatieproces stokt.
Omgaan met onzekerheden door adaptief deltamanagement
Het werken met alle onzekerheden komt samen in het concept van adaptief deltamanagement, dat in de aanpak van het Deltaprogramma centraal staat. Adaptief deltamanagement betekent dat we ver vooruitkijken naar de opgaven in de toekomst en we op weg daarnaartoe steeds op tijd de maatregelen nemen die op dat moment nodig en efficiënt zijn. Maar het betekent ook dat we ervoor zorgen dat we flexibel kunnen inspelen op nieuwe kansen en nieuwe inzichten. Door meerdere strategieën te vormen, kunnen we snel wisselen als omstandigheden of verwachtingen voor de toekomst veranderen.
Uitkomsten toetsen, verrijken en verbeteren
De adviezen hieronder gaan over hoe je de uitkomsten van een stresstest kunt toetsen, verrijken en verbeteren.
Benut lokale praktijkkennis
Vergelijk de kaartbeelden die uit de stresstest volgen met eigen kennis en ervaringen:
- Betrek inwoners en bedrijven die veel weten over het gebied, en collega’s die bezig zijn met water, riool, openbare ruimte, groen, ruimtelijke ordening, energie, circulariteit, infra, beheer en onderhoud, cultureel erfgoed en gebiedsontwikkeling. Herkennen zij de locaties waar de stresstest problemen verwacht? Zien of verwachten zij problemen op andere locaties die niet uit de stresstest naar voren komen?
- Breng samen met gebiedsbeheerders een veldbezoek en inspecteer alle verwachte knelpunten uit de stresstest. Zo verbeter je de uitkomsten van de stresstest met een toets aan de praktijk.
- Wil je naar aanleiding van de stresstest diepgaand onderzoek uitvoeren? Dan is het altijd verstandig om eerst te bedenken wat het doel hiervan precies is. Praktijkkennis en ‘gezond-verstand-analyses’ zullen informatie leveren om de doelstelling scherper te krijgen. Zo voorkom je dat energie wordt gestoken in gebieden waar geen problemen te verwachten zijn.
- Kijk ook buiten de eigen organisatie. Betrek partijen zoals de gemeente, het waterschap, de provincie, de veiligheidsregio en de GGD. Deze instanties hebben vaak al kennis over bepaalde kwetsbaarheden in de huidige situatie.
Vergelijk en combineer stresstestuitkomsten van verschillende partijen
Het is zinnig om bij het analyseren van samenhang en verbanden te overleggen met ‘de buren’ en van elkaar te leren. Zeker als kwetsbaarheden op regionale schaal voorkomen of oplossingen buiten het eigen gebied moeten worden gezocht. Verder voeren niet alleen overheden klimaatstresstesten uit. Ook bedrijven en organisaties uit verschillende sectoren, zoals de elektriciteitssector en de landbouwsector, willen zich voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Als zij ook een stresstest hebben uitgevoerd, is dat een mooie kans om resultaten van stresstesten te combineren en aan elkaar te toetsen. Het moet dan wel helder zijn welke basisgegevens, methodes en uitgangspunten zijn gebruikt. Als die van elkaar verschillen, moet je daar rekening mee houden in de interpretatie. Het wordt makkelijker om stresstesten met elkaar te vergelijken en met andere partijen te overleggen als alle partijen voor de stresstest gebruik hebben gemaakt van de standaarden uit de Bijsluiter.
Toets of er geen klimaateffecten missen
Het is mogelijk dat bepaalde gevolgen van klimaatverandering niet of onvoldoende blijken uit de stresstest. Dat kan bijvoorbeeld volgen uit een toets bij gebiedskenners. Dan kun je de bollenschema’s van de Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS) gebruiken. Die geven voor elk klimaatthema en ook voor verschillende sectoren een overzicht van allerlei mogelijke gevolgen. Je kunt ook de NAS-adaptatietool gebruiken om een eigen bollenschema voor je gebied op te bouwen. Het gebruik van de bollenschema’s is geen onderdeel van de standaard stresstest, maar kan helpen bij het evalueren van de uitkomsten.
Maak uitkomsten concreet met herkenbare voorbeelden
In de praktijk blijkt het vaak lastig om met kaarten alleen een gevoel van urgentie te creëren. Het kan dan helpen om een verhaal bij de kaart te vertellen, waarbij je bekende lokale gebeurtenissen als voorbeelden gebruikt. Voor droogte en hitte kun je bijvoorbeeld ervaringen uit 2018 en 2022 gebruiken. En voor grondwateroverlast onder extremere omstandigheden heeft de natte winter van 2023-2024 bruikbare voorbeelden opgeleverd.
Kijk of er meekoppelkansen zijn
De meeste adaptatiemaatregelen worden kosteneffectiever als ze meeliften op andere ingrepen in de (openbare) ruimte. Dat worden ook wel ‘meekoppelkansen’ genoemd. Het is bijvoorbeeld slim om waterdoorlatende verharding aan te leggen als de straat toch open moet voor de aanleg van een warmtenet. Check daarom de stresstestuitkomsten met informatie over geplande en lopende (her)inrichtingsactiviteiten, en met gepland onderhoud aan wegen, groen, riolering, kabels, leidingen en gebouwen. Bij het opstellen van een uitvoeringsagenda kun je bijvoorbeeld nagaan of je de aanpak van knelpunten kunt meekoppelen met geplande werkzaamheden in de openbare ruimte. Belangrijk is dat iedere gelegenheid om adaptatiemaatregelen uit te voeren ook wordt benut. De volgende kans kan zich pas over tientallen jaren voordoen. Andersom kunnen de uitkomsten van de stresstest ook een rol spelen in het plannen van de uitvoeringsagenda voor andere activiteiten. En bij urgente problemen kun je niet altijd wachten op meekoppelkansen.
Creëer en gebruik inzicht in samenhang
Bij de klimaatstresstest zijn gebiedskennis en inzicht in de samenhang van alle factoren die de kwetsbaarheden beïnvloeden heel belangrijk. Dat geldt zowel bij de uitvoering van de stresstest als bij de interpretatie van de resultaten. Het gaat daarbij om de onderlinge samenhang tussen de DPRA-thema's wateroverlast, droogte en hitte, maar ook om factoren zoals het functioneren van het water- en bodemsysteem, infrastructuur, gebouwen en gebruik.
Door inzicht te krijgen in het systeem van factoren, wordt duidelijker of en hoe ze elkaar en de gevolgen van hitte, droogte, wateroverlast en zeespiegelstijging beïnvloeden, wat de oorzaken zijn én of het mogelijk is om meerdere knelpunten tegelijkertijd op te lossen zonder nieuwe problemen te veroorzaken.
Krijg beter inzicht tijdens de risicodialoog
Het meest volledige systeeminzicht ontstaat door verschillende partijen bij elkaar te brengen die elk een deel van het totaal overzien. Dit systeeminzicht vanuit verschillende partijen is een essentieel onderdeel van de risicodialoog. Tijdens deze dialoog brengen de betrokken partijen de samenhang en afhankelijkheden in een gebied in beeld en bespreken dit met elkaar. Sommige verbanden zullen pas tijdens de dialoog naar voren komen, andere worden al van tevoren ontdekt. De risicodialoog verbindt de deelnemende partijen met elkaar en heeft invloed op de verdeling van kosten, baten, verantwoordelijkheden en acties. Een belangrijke eerste stap daarvoor is: de uitkomsten van de stresstest met elkaar combineren.
Hulpmiddelen en adviezen voor meer inzicht
Hieronder staan een aantal hulpmiddelen en adviezen die kunnen helpen om een zo volledig mogelijk systeeminzicht in beeld te brengen:
- Karakteristieken van landschapstypen. De Basiskaart Natuurlijk Systeem Nederland helpt om karakteristieke kwetsbaarheden op een regionaal schaalniveau te signaleren en begrijpen. Laaggelegen gebieden met een slappe ondergrond zijn bijvoorbeeld vaak kwetsbaar voor wateroverlast, droogte (bodemdaling) én een grote overstromingsdiepte. Hoge waterpeilen kunnen daar dan gunstig zijn om bodemdaling te remmen, maar kunnen wateroverlast juist verergeren. Een ander voorbeeld is het buitengebied van de hoge zandgronden. Hier kan regenwater makkelijker infiltreren, waardoor er niet snel wateroverlast ontstaat. Dat soort gebieden zijn juist weer gevoelig voor langdurige droogte omdat er weinig mogelijkheden zijn voor wateraanvoer.
- Typerende kenmerken van constructies, infrastructuur, de inrichting van de ruimte en gebruiksintensiviteit bepalen de gevoeligheid voor meerdere klimaateffecten. Sterk versteend binnenstedelijk gebied is bijvoorbeeld vaak kwetsbaar voor wateroverlast en hittestress. En vooroorlogse wijken in laag Nederland zijn vaker kwetsbaar voor droogte en (grond)wateroverlast. Bij het identificeren van dit soort relevante kenmerken komt cultuurhistorische kennis goed van pas. In het kennisdossier Cultureel Erfgoed lees je hoe je cultuurhistorische kennis kunt integreren in de klimaatstresstest. Een ander handig hulpmiddel is de Wijktypekaart in de Klimaateffectatlas. Deze kaart laat zien hoe de kenmerken van een bepaalde wijk verband houden met klimaateffecten.
- Samenhang tussen schaalniveaus. Knelpunten worden vaak zichtbaar op lokaal niveau, maar de oorzaak en oplossing liggen vaak op regionale schaal. Om te voorkomen dat een beek droogvalt, kan het bijvoorbeeld helpen om waterbeheersmaatregelen te nemen op stroomgebiedsniveau.
- Samenhang tussen stad en landelijk gebied. Het watersysteem van de stad en dat van het landelijk gebied waren vroeger meestal met elkaar verbonden. Die verbinding is in de loop der tijd vaak verbroken. Herstel van deze verbinding kan ook een vorm zijn van klimaatadaptatie. Gemeente en waterschap kunnen dan samen passende adaptatiemogelijkheden ontwikkelen op basis van de uitkomsten van de stresstest.
- Samenhang in risico’s ontstaat in gebieden met een hoge economische waarde, hoge gebruiksintensiteit of bij objecten met een vitale functie. Deze plaatsen komen door de hoge waarde of het grote belang bij meerdere typen dreigingen als kwetsbaar naar voren. Het WaterRisicoProfiel helpt om inzicht te krijgen in de kwetsbaarheid van functies en objecten bij wateroverlast én overstromingen.
- Cascade-effecten kunnen ontstaan als een vitale schakel in de infrastructuur uitvalt. Denk aan een overstroomd viaduct in een hoofdweg, een brug die niet meer open of dicht kan door hitte of een waterinnamepunt dat door droogte is verzilt. Als zo’n vitale functie uitvalt, ontstaan er ook andere problemen, mogelijk in een groot gebied. Inzicht in deze problemen krijg je alleen als de samenhang bekend is tussen de infrastructuur en de functies die ervan afhankelijk zijn.
- Integrale maatregelen. Kies voor maatregelen die een oplossing bieden voor meerdere opgaven. Groenvoorziening verbetert bijvoorbeeld de kwaliteit van de ruimte, vermindert hittestress en draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast. Geïnfiltreerd regenwater kan bovendien zorgen voor een vermindering van droogte-effecten. Combineer dit met informatie over grondwateroverlast om te beoordelen of extra infiltratie niet juist leidt tot vergroting van dit knelpunt. En wordt overtollig regenwater van de stad naar landelijk gebied gevoerd? Dan kan een nieuw waterbuffergebied buiten de stad misschien ook een natuur- en recreatiefunctie vervullen.
Ook de verbinding met andere opgaven, zoals leefbaarheid of sociale cohesie, kan relevant zijn. Andere voorbeelden van factoren die voor samenhang zorgen zijn: eigendom (privaat, publiek), tijd (wanneer worden verschillende knelpunten of meekoppelkansen verwacht?), beleid, en wet- en regelgeving. Door klimaatadaptatie ook te verbinden met beleid, wet- en regelgeving voorkom je dat er verkokering optreedt of dat er tegenstrijdigheden ontstaan in het adaptatiebeleid van verschillende instanties.
Uitkomsten meenemen naar de risicodialoog
De adviezen hieronder gaan over hoe je de uitkomsten van een klimaatstresstest gebruikt in de risicodialoog.
De stresstest brengt kwetsbaarheid in beeld maar velt geen oordeel
De uitkomsten van de stresstest geven voor een gebied inzicht in de kwetsbaarheden voor klimaatverandering. Aan deze kwetsbaarheden is nog geen oordeel verbonden. De uitkomsten geven bijvoorbeeld niet aan of er sprake is van een onaanvaardbaar risico. Zo’n oordeel komt tot stand in de risicodialoog.
De risicodialoog kijkt breder dan de stresstest
In de risicodialoog bespreken de betrokken partijen allerlei vragen die verband houden met of voortborduren op de uitkomsten van de stresstest, zoals:
- Welke nieuwe opgaven ontstaan er door de verandering van het klimaat?
- Worden de uitkomsten van de stresstest herkend en onderkend?
- Welke objecten of activiteiten worden waardoor geraakt?
- Welke partijen worden waardoor geraakt?
- Welke problemen, nu en in de toekomst, willen we oplossen?
- Wat is het meest urgent?
- Op welk schaalniveau liggen oplossingen: lokaal of regionaal?
- Wat zijn kansrijke handelingsperspectieven en welke maatregelen passen daarbij?
- Welke meekoppelkansen kunnen we benutten?
- Wie gaat welke maatregelen uitvoeren?
- Is er behoefte aan extra onderzoek en kennis?
De stresstest draagt bij aan de antwoorden op deze vragen door aan te geven welke gebieden en locaties door hitte, droogte, wateroverlast of overstroming worden geraakt, onder welke omstandigheden dit kan gebeuren en wie er last (of profijt) van zullen hebben. Het advies is hierbij wel om inhoudelijk specialisten bij de dialoog te betrekken die de ins en outs van de stresstestuitkomsten kennen. Daarmee borg je dat de uitkomsten juist geïnterpreteerd en gebruikt worden.
Routekaart risicodialoog
Om gemeenten, waterschappen en provincies te helpen bij het voorbereiden, voeren en afronden van de risicodialoog is een routekaart ontwikkeld. De stresstestuitkomsten worden gebruikt als input voor de risicodialoog. Ze komen dan ook aan bod bij de eerste stap: de voorbereiding. Naast de uitkomsten van de stresstest zijn, afhankelijk van de situatie, ook andere gegevens en bronnen nodig om de risicodialoog goed te kunnen voeren. Meer daarover vind je in de Routekaart risicodialoog.
In oktober 2024 heeft de stuurgroep Ruimtelijke Adaptatie een Nationale aanpak concretisering RA-doelen vastgesteld. De Nationale aanpak bestaat uit een redeneerlijn met definities, de ‘adaptatiepiramide’ en voorbeelduitwerkingen van concrete doelen voor ruimtelijke adaptatie op verschillende schaalniveaus. De voorbeelduitwerkingen hebben als doel een zo compleet mogelijk overzicht te geven van mogelijke deelaspecten (en schaalniveaus). Werkregio’s, decentrale overheden en het Rijk kunnen de voorbeelduitwerkingen gebruiken ter inspiratie en ondersteuning, om een eigen uitwerking van doelen, inspanningen (maatregelen en middelen) en indicatoren te maken. Deze stap, het formuleren van doelen, is onderdeel van de risicodialogen met de betrokken partijen: Wat is het dreigingsbeeld? Wat zijn de gevolgen? Welk risico is (al dan niet tijdelijk) acceptabel en hoe gaan we om met restrisico’s en handelen we bij calamiteiten? Op basis van de dreigingsbeelden en de impacts die in de stresstesten naar voren komen, kunnen deze keuzes in de risicodialogen worden gemaakt.
De bestaande Routekaart risicodialoog wordt in 2025 vervangen door een nieuwe Handreiking Dialogen.
Er is geen vaste volgorde voor stresstest en risicodialoog
De risicodialoog is geen eenmalig, rechtlijnig gesprek, maar een iteratief proces om tot een gezamenlijke uitvoeringsagenda te komen. In de beginfase kan het voldoende zijn om het gesprek te voeren met de uitkomst van een stresstest met (landelijke) basisinformatie. Zodra over maatregelen wordt gesproken, zal er behoefte ontstaan aan nauwkeuriger informatie op maat waarmee kosten en baten kunnen worden afgewogen. De aanleiding om verdiepende analyses uit te voeren kan ook anders zijn, of op een ander moment ontstaan. Er is daarom niet één vast stramien waarin de wisselwerking tussen dialoog en onderzoek verloopt.
Stem informatieoverdracht af op het proces
De risicodialoog is vooral een organisatorische en procesmatige uitdaging die leidt tot samenwerking en commitment. De manier waarop de uitkomsten van de stresstest worden ingebracht moet passen bij de manier waarop de risicodialoog is vormgegeven, zodat partijen ook met klimaatadaptatie aan de slag kunnen en willen gaan. Dit vraagt naast technisch inhoudelijke expertise ook vaardigheden in communicatie, procesmanagement en informatiemanagement. Het kan bijvoorbeeld voor het procesverloop beter zijn om niet direct alle uitkomsten van de stresstest te bespreken, maar dit gedoseerd te doen. En soms heeft het de voorkeur om de stresstest in stappen uit te voeren, van grof naar fijn en per thema, synchroon met het gebiedsproces dat is opgestart.
In het Deltaplan is overigens afgesproken dat de overheden resultaten van de stresstest openbaar maken. Op die manier kunnen organisaties en inwoners zich een beeld vormen van de opgaven en bepalen welke adaptatiebijdrage zij kunnen leveren.
Wees voorbereid op discussie over maatregelen
Voor de medewerkers die een juist gebruik van de stresstestuitkomsten bewaken, is het nuttig om zich ook te verdiepen in de vertaling van kwetsbaarheden naar maatregelen. Ook al gaat de stresstest zelf helemaal niet over het selecteren of beoordelen van maatregelen. In de risicodialoog zal al wel over maatregelen worden nagedacht die mogelijk passen bij de gesignaleerde kwetsbaarheden. Voor inspiratie kun je bijvoorbeeld de praktijkvoorbeelden op het kennisportaal bekijken.