Er is grote behoefte aan een methode om hitte in woningen te meten. Daarnaast is een verdere standaardisatie nodig van richtlijnen om hitte in de buitenruimte aan te pakken. Dit blijkt uit twee nieuwe rapporten van het Overleg Standaarden Klimaatadaptatie (OSKA).
Het Rijk wil de stedelijke omgeving groener, gezonder en klimaatbestendiger maken. De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) werken daarom aan de programmatische aanpak Groen in en om de Stad. Het eerste resultaat hiervan is de handreiking Groen in en om de Stad, die gemeenten en provincies helpt om groen goed te kunnen borgen.
Als we in Nederland in 2050 weerbaar willen zijn tegen droogte en zoetwatertekorten, moeten we anders met ons zoetwater omgaan. Dit schrijft minister Mark Harbers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens de minister gaat Nederland nu efficiënt met water om, maar in de toekomst zijn meer ingrijpende maatregelen nodig.
Tijdens hete periodes blijft het in de schaduw 10 tot 15 graden koeler. Als je de buitenruimte aangenaam wilt houden, is het dus slim om veel schaduw te creëren. De nieuwe kaarten ‘Schaduw op wandel- en fietspaden’ in de Klimaateffectatlas helpen hierbij.
Klimaatadaptatie moet sturend worden voor beleidskeuzes op de lange termijn. Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het net verschenen rapport Klimaatrisico’s in Nederland: de huidige stand van zaken. Het Rijk moet de regie nemen en snel belangrijke keuzes maken om de gevolgen van extreem weer, lange periodes van droogte en hoosbuien voor de samenleving te beperken.
In de Klimaateffectatlas vind je vanaf nu het Buurtdashboard: een tool waarmee je per buurt inzicht krijgt in verschillende opgaven op het gebied van klimaatadaptatie. Gemeenten kunnen het dashboard bijvoorbeeld gebruiken om te bepalen welke opgaven in een buurt urgent zijn of om te bekijken waar kansen liggen voor klimaatadaptatie.
Op maandag 17 juni vindt het Nationaal Congres Klimaatadaptatie plaats. Dit congres is een samenwerking tussen een ministerie en een provincie: ‘een primeur’, volgens Wieke Tas (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) en Stef Meijs (Provincie Utrecht). De organisatoren willen een brede doelgroep aantrekken: “We willen de mensen bereiken die niet elke dag met klimaatverandering bezig zijn.”
In het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn de gevolgen van klimaatverandering voelbaar. Het wordt warmer, periodes van droogte nemen toe en als er regen valt, dan valt er veel meer in kortere tijd. Bovendien worden orkanen krachtiger. Hoe moeten de eilanden zich hieraan aanpassen? Wat gebeurt er om de eilanden en eilandbewoners voor te bereiden op de toekomst? In de rubriek ‘Eilanders aan het woord’ vertellen Kimani Kitson-Walters en Anna Maitz over hoe zij tegen klimaatverandering en klimaatadaptatie aankijken.
De gemeente Groningen heeft grote stappen gezet met de wijkklimaatmonitor ‘Klimaat in je straat’. Het is een project waarmee professionals én inwoners inzicht krijgen in klimaatrisico’s op wijkniveau. “Aan de monitor koppelen we meteen ook mogelijke acties”, aldus twee betrokkenen. De aanpak is gericht op doelen die mensen raken: een fleurige, groene, koele wijk waarin je prettig kunt wonen. “Je moet het niet te abstract maken.”
Het afgelopen jaar heeft de werkgroep Regionale Monitor Klimaatadaptatie (RMK) eerste stappen gezet in het ontwikkelen van een monitoringssystematiek voor decentrale overheden. Deze eerste stappen staan beschreven in het rapport Regionale Monitor Klimaatadaptatie. Het is de bedoeling dat de uiteindelijke monitor provincies, werkregio’s, gemeenten en waterschappen vanaf 2026 kan helpen om meer zicht te krijgen op de effecten van adaptatiemaatregelen.