Gevolgen verschillen per sector
Tijdens een periode van droogte is er onvoldoende water beschikbaar voor de landbouw. Bij watertekorten kan een beregeningsverbod worden opgelegd. De droogte kan leiden tot schade aan gewassen. Vooral landbouwgebieden op de hoge zandgronden lopen risico op droogteschade. De Klimaatschadeschatter geeft een schatting van de schadekosten voor droogte in de periode van 2018 tot 2050. Voor de landbouw wordt gekeken naar lagere gewasopbrengsten en oogstschade. Als we uitgaan van een zelfde klimaat als nu, dan kost droogteschade aan de landbouw Nederland tot 2050 tussen de 24 en 47 miljard euro. De ondergrens houdt rekening met beregening en de bovengrens kijkt naar de situatie zonder beregening. Bij sterke klimaatverandering komt de droogteschade tussen de 23 en 51 miljard euro. In dit scenario is rekening gehouden met veranderd landgebruik, bijvoorbeeld omdat het grond- en oppervlaktewater door droogte zouter wordt. Dit noemen we ook wel verzilting. Je kunt het landgebruik daarop aanpassen en gewassen verbouwen die geschikt zijn voor zoute grond, zoals zeekool en zeekraal.
Uitdroging van de bodem en het dalen van de grondwaterstand heeft grote gevolgen voor de natuur. Dit is ook de conclusie van een onderzoek naar de droogte van 2018 en 2019 op de hoge zandgronden. In dit onderzoek gaven natuurbeheerders aan dat de droogte matige tot grote schade aan de natuur had veroorzaakt. Vooral beken, vennen en bronnen hadden veel schade. Maar ook fijnspar, struikheide en beekvissen hadden het zwaar. Doordat de totale natuur in Nederland zwaar onder druk staat, is de veerkracht van de natuur sterk afgenomen. De droogtegevoeligheidskaart in de Klimaateffectatlas laat zien welke gebieden in Nederland gevoelig zijn voor droogte. De grotere kans op extreme droogte en hitte en een droge oostenwind in combinatie met een kwetsbaardere natuur verhoogt ook de kans op natuurbranden. Het herstel van een natuurgebied na een brand duurt jaren.
Intense of langdurige droogte en natuurbranden kunnen grote sterfte onder dieren en planten veroorzaken of juist de vestiging van nieuwe soorten bevorderen. Ook verzilting kan schadelijk zijn voor bepaalde natuurtypen en kan de leefgebieden van vis- en plantensoorten doen verschuiven.
Veel gemeenten richten het stedelijk gebied groener in, omdat groen bijdraagt aan een klimaatbestendigere en gezondere omgeving. Meer groen in de gebouwde omgeving kan droogte beperken, omdat er meer water in de grond kan wegzakken. Tegelijk vormt droogte een bedreiging voor dit groen, omdat het door watertekorten droogteschade kan oplopen. Droogte zorgt daarmee bijvoorbeeld voor hogere beheer- en onderhoudskosten van het openbaar groen. In het onderzoeksrapport Klimaat en Watervraag Stedelijk Gebied vind je per landschapstype een factsheet met daarin de belangrijkste conclusies over hoe de stedelijke watervraag zich in de toekomst zal ontwikkelen.
Droogte kan negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid. Een aantal voorbeelden:
- Tijdens droogte is er meer fijnstof in de lucht omdat die er niet uit regent. Fijnstof komt in de lucht door sterke vervuilers, zoals autoverkeer, houtkachels en barbecues. Vooral mensen met longproblemen hebben last van fijnstof.
- Als het na een droge periode hevig regent, kan dat infectieziektes veroorzaken bij mensen en dieren. Dat kan gebeuren als er overstorten van het riool ontstaan, wat bij droogte eerder gebeurt omdat het water minder goed in droge grond kan wegzakken. Door riooloverstorten kan er vervuild water in het oppervlakte- en grondwater terechtkomen en ook op straat komen te staan.
- Tijdens droge periodes verdampt water sneller waardoor er hogere concentraties van vervuilende stoffen in het oppervlaktewater zitten. Het is dan moeilijker om het water te zuiveren tot schoon drinkwater.