Hoe kun je negatieve effecten op waterkwaliteit tegengaan?
Om negatieve effecten van klimaatverandering of van adaptatiemaatregelen op de waterkwaliteit tegen te gaan, kan het nodig zijn om maatregelen te nemen. Op deze pagina staat een overzicht van verschillende ‘waterkwaliteitsmaatregelen’. Deze maatregelen zijn verdeeld in zes clusters. Wil je weten wat het effect van deze maatregelen is op de indicatoren? Download dan de Excel-tabel. Onder de maatregelen vind je een uitleg bij de Excel-tabel.
→ Download de tabel met Waterkwaliteitsmaatregelen (xlsx, 32 kB)
Waterkwaliteitsmaatregelen kunnen bedoeld zijn om de ecologische kwaliteit van stedelijk water te verbeteren. Daarnaast kunnen ze ook bedoeld zijn om de functionele kwaliteit van stedelijk water te verbeteren, zoals voor het gebruik van drinkwater of proceswater voor industrie.
Overzicht van waterkwaliteitsmaatregelen
Maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren kunnen heel erg uiteenlopen. Communicatie richting zwemmers bijvoorbeeld over blauwalg is een heel andere maatregel dan aanpassingen doen aan het riool. Daarom zijn de maatregelen hieronder verdeeld in clusters. Vanaf pagina 156 van het interactieve kennisdocument Stedelijke Waterkwaliteit, Klimaat en Adaptatie (pdf, 13 MB) vind je per cluster een korte uitleg en foto’s van een aantal maatregelen. Dit kan ook inspiratie bieden om verder na te denken over manieren om het watersysteem robuuster te maken.
De maatregelen in het cluster ‘Beheer en onderhoud’ zijn bedoeld om het watersysteem te beheren en onderhouden, zoals maaibeheer, baggerbeheer en onkruidbestrijding.
- Watergang baggeren: de laag modder op de bodem van sloten, kanalen en meren wordt regelmatig weggehaald, onder andere om meer ruimte te maken voor het water.
- Vogels weren en/of een voerverbod instellen
- Onkruid op milieuvriendelijke manier bestrijden
- Afval verwijderen bij krooshekken, duikers of stuwen
- Blad ruimen op de oever
- Blauwalg wegscheppen
- Het water doorspoelen na riooloverstorting
- Kroos uit het water verwijderen
- Waterplanten intensief beheren
- Blad verwijderen uit het water
De maatregelen in het cluster ‘Waterketen’ pakken de waterketen zelf aan, zoals aanpassingen aan het rioolsysteem of verandering van afspoeling.
- Wadi of bodempassage aanleggen om verhard oppervlak af te koppelen. Een wadi is vooral bedoeld om water langzaam te laten wegzakken in de bodem, een bodempassage is vooral bedoeld om het water te filteren.
- Bergbezinkbassin of filters aanbrengen bij overstort, zodat er minder vuil in het oppervlaktewater terechtkomt.
- Foutaansluitingen op het riool opsporen
De maatregelen in het cluster ‘Hydrologisch functioneren’ verbeteren het gedrag en de eigenschappen van water, bijvoorbeeld doordat het water vrij kan stromen en of doordat er inlaat van schoon water mogelijk is.
- Inlaatregime wijzigen: de frequentie of snelheid aanpassen van de inlaat van water vanuit een andere watergang.
- Bron van inlaatwater wijzigen
- Inlaatwater defosfateren: fosfaten uit het water weghalen
- Inlaat verplaatsen naar een zoetwaterlocatie
- Duiker vergroten om twee watergangen beter met elkaar te verbinden
- Duiker verhogen of verlagen om twee watergangen beter met elkaar te verbinden
- Waterpartijen verbinden, bijvoorbeeld door een duiker aan te leggen
- Kwelinvloed (zoet water) herstellen: zorg dat er weer kwel van zoet water uit de bodem komt.
De maatregelen in het cluster ‘Inrichting’ veranderen het profiel van het watersysteem. Je kunt het watersysteem bijvoorbeeld verdiepen of juist ondieper maken. Een ander voorbeeld is meerdere waterpartijen met elkaar verbinden.
- Hondenuitlaatplaats opheffen
- Bufferstrook aanleggen tussen weg en watergang
- Inzamelpunten realiseren voor legen onderwatertoilet
- Water verdiepen
- Water ondieper maken
- Heggen planten op de oever
- Bomen planten op de oever
- Water laten circuleren
- Vergunning verlenen of opheffen voor koudelozing en/of warmtewinning
- Het water beluchten met een fontein of bellenscherm, zodat er meer zuurstof ontstaat
Overlast door een verslechterde waterkwaliteit kan niet altijd voorkomen worden. Het helpt dan om daar helder over te communiceren richting gebruikers van het water. Accepteren dat een bepaald gebruik niet altijd mogelijk is, kan ook een maatregel zijn.
- Communicatie over hygiëneregels
- Communicatie over gezondheidsrisico’s van zwemmen en recreëren in water
- Acceptatie van overlast, zoals stank of vissterfte
- Acceptatie van veranderende ecologische kwaliteit
Soms is de waterkwaliteit zo veranderd dat bepaalde functies niet meer mogelijk zijn. Dan kun je nadenken over maatregelen om over te gaan op alternatieve functies.
- Kroos oogsten: een nieuwe manier om eiwit te produceren
- Boeren in verzilt gebied kunnen overgaan op zilte landbouw. Voor de irrigatie van deze gewassen wordt naast zoet water ook zout water gebruikt.
Uitleg over de tabel
De tabel is niet uitputtend en vooral bedoeld als inspiratiebron om de dialoog op gang te brengen over de meest effectieve manieren om het watersysteem robuuster te maken. In de tabel zijn de maatregelen ook onderverdeeld in clusters. Daarnaast zijn ze verdeeld over drie maatregeltypen. Verder kun je in de tabel zien op welk schaalniveau een maatregel genomen wordt en door welke partij (de initiatiefnemer). ‘Baggeren van de watergang’ is bijvoorbeeld een lokale maatregel die een gemeente en/of het waterschap uitvoert. Rechts in de tabel zie je de indicatoren met daaronder twee typen maatregelen: effectgericht en brongericht. Onder het type ‘brongerichte maatregel’ staan de stuurvariabelen die bij de indicator horen. De blokjes geven aan welke indicatoren of stuurvariabelen door de maatregel toenemen of afnemen. Deze toename (T) of afname (A) is meestal positief (groen), maar kan in sommige gevallen ook negatief (rood) zijn.
De maatregelen in de tabel zijn verdeeld over drie typen: preventie, adaptatie en acceptatie. Hieronder leggen we deze maatregeltypen uit.
- Preventie: maatregelen die voorkomen dat de waterkwaliteit verslechtert. Bijvoorbeeld water met microverontreinigingen filteren voordat het afstroomt, regenwater afkoppelen om riooloverstorten te voorkomen, of een buffersysteem aanleggen in gebieden die afhankelijk zijn van rivierwater.
- Adaptatie: maatregelen die een negatief effect van klimaatverandering beperken. Bijvoorbeeld oppervlaktewater met een verslechterde kwaliteit vaker doorspoelen, of schaduw toevoegen rondom oppervlaktewater.
- Acceptatie: maatregelen waarmee je de verandering of verslechtering van de waterkwaliteit accepteert. Dat kun je bijvoorbeeld doen door kansen van de verandering te benutten, zoals overstappen op zilte landbouw. Of door mensen bewust te maken van risico’s waarmee hun gedrag verandert. Denk aan communicatie over blauwalg op niet-officiële zwemlocaties, zodat mensen daar niet gaan zwemmen.
In de tabel onder de indicatoren zie je een onderscheid tussen effectgerichte en brongerichte maatregelen:
- De effectgerichte maatregelen zijn erop gericht om de effecten van klimaatverandering terug te dringen. Deze beïnvloeden een indicator als geheel.
- De brongerichte maatregelen zijn erop gericht om de bron van negatieve effecten weg te nemen. Deze maatregelen beïnvloeden specifieke stuurvariabelen.
‘Blauwalg wegscheppen’ is bijvoorbeeld gericht op het effect om direct de indicator voedselrijkdom te verbeteren, en heeft geen invloed op een van de bronnen van te veel blauwalg. ‘Blad ruimen op oever’ heeft juist wel invloed op een bron die kan zorgen voor te veel voedselrijkdom in oppervlaktewater. In de tabel is daarom het vakje van de stuurvariabele Bladinval groen gekleurd met een A omdat de bladinval door de maatregel afneemt.
