Visies, plannen en programma's

De nieuwe Omgevingswet verplicht gemeenten, provincies en het Rijk om een omgevingsvisie op te stellen. Het doel daarvan is om de verschillende maatschappelijke opgaven in het ruimtelijk domein meer met elkaar te verbinden. Het Rijk maakt een  Nationale Omgevingsvisie (NOVI), en gemeenten en andere decentrale overheden werken de opgaven die daarin staan verder uit in regionale omgevingsvisies. Maar hoe doe je dat? En hoe neem je doelen en ambities voor klimaatadaptatie daarin op? Hoe verbind je ze ook aan andere opgaven, zoals de energietransitie, openbare ruimte, bouwen en vitaal platteland? Hieronder vind je verschillende hulpmiddelen die je daarbij kunnen helpen.

Hoe werk je samen aan een integrale omgevingsvisie?

De handreiking ‘Samenwerken aan integrale omgevingsvisies met water’ helpt gemeenten  op weg bij het opstellen van een integrale omgevingsvisie. De handreiking kan gemeenten bijvoorbeeld helpen om met waterschappen te communiceren over en samen te werken aan een integrale omgevingsvisie. De Omgevingswet stimuleert overheden om veel samen te werken en opgaven integraal aan te pakken. Omdat klimaatadaptatie als sectoroverstijgend thema kan worden aangemerkt, biedt het aanknopingspunten om een integrale omgevingsvisie op te stellen. De handreiking kan je helpen bij het proces om dit samen te doen.

Hoe stel je een omgevingsplan op?

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een voorbeeldstructuur voor het omgevingsplan gemaakt: Het casco voor het omgevingsplan. Deze structuur laat zien hoe je een omgevingsplan kunt opbouwen. Daarnaast heeft de VNG staalkaarten ontwikkeld voor het omgevingsplan. Dat zijn voorbeelduitwerkingen van onderdelen van een omgevingsplan. Want de nieuwe Omgevingswet biedt veel nieuwe mogelijkheden voor omgevingsplannen. De staalkaarten zijn bedoeld als inspiratiebron voor opstellers van omgevingsplannen: wat is allemaal mogelijk binnen de Omgevingswet? Daarnaast zijn ze een voorbeeldmodel van een omgevingsplan: ze tonen een representatief deel van een gebied of thema in het omgevingsplan. Staalkaarten zijn géén modelverordeningen, maar ze laten wel zien hoe een omgevingsplan eruit kan zien.

Wat is er mogelijk in de bodem en ondergrond?

De VNG heeft samen met Deltares en het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond het project Bodem en Ondergrond in Gemeentelijke Omgevingsvisies (BOGO) (pdf, 1 MB) uitgevoerd. Het doel van dit project is dat decentrale overheden beter de relatie gaan leggen tussen hun ruimtelijke ambities en de mogelijkheden en ontwikkelingen in de bodem en ondergrond. Bij voorkeur doen ze dat in regionaal verband, zodat bodem, grondwater en ondergrond beter  worden meegenomen in verschillende maatschappelijke opgaven. Bodem, grondwater en ondergrond spelen ook nu al een grote rol, bijvoorbeeld bij de klimaat- en energieopgave. Denk bijvoorbeeld aan de transitie naar aardgasvrije wijken. Zie verder ook de informatie over Grondwater in de omgevingsvisie op de website Aan de slag met de Omgevingswet.

Hoe ontwerp je een vrijwillig programma?

Het beleid van een omgevingsvisie kun je verder uitwerken, onder andere in programma’s. Er zijn verschillende soorten programma’s. Voor klimaatadaptatie kun je gebruikmaken van het vrijwillig programma. Wil je weten hoe je een vrijwillig programma ontwerpt en vormgeeft? Dan kun je gebruikmaken van de Wegwijzer bij het vrijwillig programma. Deze wegwijzer is geen blauwdruk of vast recept, en de manier waarop je hem gebruikt hangt af van de vraag of opgave die je hebt.


Ambitie 6 reguleren en borgen zonder tekst laag