Hoe integreer je cultureel erfgoed in lokaal of regionaal beleid?

Gemeenten, waterschappen en provincies kunnen de instrumenten uit de Omgevingswet gebruiken om cultureel erfgoed te beschermen en cultuurhistorische kennis in te zetten voor klimaatadaptatie. Op deze pagina lees je voor elk instrument hoe het je kan helpen om cultureel erfgoed en klimaatadaptatie in beleid te integreren.

Hoe gebruik je de omgevingsvisie voor de bescherming van cultureel erfgoed?

Om cultureel erfgoed te beschermen en zo mogelijk te versterken, kun je de waarde ervan vastleggen in de omgevingsvisie. Zo kun je vastleggen welke gemeentelijke monumenten moeten worden beschermd en waarom. Ook kun je bijvoorbeeld vastleggen hoe je in de directe omgeving rekening houdt met de beschermde monumenten.

Hoe gebruik je de omgevingsvisie om cultureel erfgoed in te zetten voor klimaatadaptatie?

In de omgevingsvisie kun je beschrijven hoe je cultureel erfgoed wilt inzetten voor klimaatadaptatie. Een handig hulpmiddel daarbij is de Stadsgenese. Meer daarover lees je ook in het interview met Menne Kosian en Bert Palsma. Het is in ieder geval belangrijk om de cultuurhistorische ontwikkeling van het gebied te beschrijven. Hoe zag het er vroeger uit? Hoe hebben de steden, dorpen, wegen en het landschap zich ontwikkeld? Hoe zat het natuurlijk systeem in elkaar? Waar liepen de waterlopen en waar was het lager en natter? Deze kennis kun je vaak achterhalen door de bodemopbouw van het gebied te onderzoeken. Je kunt historische structuren of elementen vaak als vertrekpunt gebruiken voor klimaatadaptatie. Denk maar aan gedempte wateren die je weer herstelt om meer ruimte voor waterberging in een stad te creëren. Of aan historische boomstructuren of lanen die je weer terugbrengt in de stad om meer schaduw en verkoeling te creëren tijdens hittegolven. Een ander voorbeeld is dat je een gebied opknapt door kerkgebouwen of industriegebieden een andere bestemming te geven.

Wat kun je met een omgevingsplan, waterschapsverordening of omgevingsverordening?

Gemeenten, waterschappen en provincies stellen zelf regels vast voor hun gebied. Die regels gelden als aanvulling op de algemene rijksregels. Met deze regels kunnen de decentrale overheden bijvoorbeeld vastleggen welke bepaalde cultuurhistorische elementen behouden moeten worden. Of de eis stellen dat er bij nieuwe ontwikkelingen in een bepaald gebied eerst cultuurhistorisch onderzoek gedaan moet worden. Of bij nieuwe ontwikkelingen criteria stellen voor het verminderen van wateroverlast, hittestress, droogte of bodemdaling.

Een gemeente stelt deze regels vast in een omgevingsplan, een provincie in een omgevingsvergunning en een waterschap in een waterschapsverordening:

  • In de omgevingsvisie heeft de gemeente beschreven hoe ze het leefgebied wil ontwikkelen en beschermen. In het omgevingsplan werkt ze de keuzes uit deze visie verder uit in regels voor de fysieke leefomgeving.
  • In de omgevingsverordening staan alle provinciale regels voor de fysieke leefomgeving. Deze regels zijn gebaseerd op de provinciale omgevingsvisie, maar ook op gemeentelijke omgevingsvisies en de NOVI. Bovendien moeten provincies bij het opstellen ervan de instructieregels van het Rijk volgen.
  • In de waterschapsverordening stelt een waterschap alle regels over het watersysteem in de fysieke leefomgeving. Ze houden daarbij rekening met verschillende instrumenten van gemeenten, provincie en het Rijk.

Wanneer vraag je een omgevingsvergunning aan?

Je hoeft alleen een omgevingsvergunning aan te vragen als je iets wilt doen in of veranderen aan de fysieke leefomgeving dat niet voldoet aan de algemene rijksregels. Dat geldt bijvoorbeeld ook als je iets wilt veranderen aan een gebouwd rijksmonument, een archeologisch rijksmonument of beschermde stads- en dorpsgezichten. Meer hierover kun je lezen op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Je kunt een omgevingsvergunning aanvragen bij het online Omgevingsloket.

Hoe maak je beleid concreet in een uitvoeringsplan?

Staat de cultuurhistorie van het gebied goed beschreven in de omgevingsvisie? Dan kun je het ook makkelijker meenemen in de planvorming of ontwikkeling van nieuwe activiteiten in het gebied. Je kunt de cultuurhistorie en ontwikkelingsgeschiedenis van het gebied dan direct inzetten voor maatschappelijke opgaven van deze tijd. Je kunt dan bijvoorbeeld veel beter gebruikmaken van de kennis over de ondergrond, de water- en bodemlaag en de ontwikkeling van steden, dorpen, wegen en landschappen.

Hulpmiddel om cultuurhistorische kennis in te zetten voor klimaatadaptatie

De figuur hieronder toont met een processchema hoe je cultuurhistorische kennis kunt gebruiken in de planvorming van een gebied. Vooral het ontwerpend onderzoek biedt kansen om verschillende opgaven te koppelen en om cultuurhistorische elementen in te zetten voor klimaatadaptatie.

Processchema om cultuurhistorie te gebruiken in klimaatopgaven. Download afbeelding in hoge resolutie (png, 106 kB).

Voorbeeld van cultuurhistorische kennis inzetten voor klimaatadaptatie

De figuur hieronder geeft met de lagenbenadering inzicht in hoe menselijke activiteiten (de occupatielaag) en het netwerk van infrastructuur (de netwerklaag) zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld. De onderste laag, de bodem- en waterlaag, blijft in principe hetzelfde. Je ziet dat de bovenste twee lagen tussen 1850 en 2050 veranderen. Zo wordt de watergang rond 1850 gekanaliseerd en een eeuw later gedempt om meer ruimte te maken voor gebouwen. Om toch weer meer bergingsruimte voor water te creëren, kun je in dit voorbeeld gebruikmaken van de ondergrondlaag. Hier kun je de historische watergang weer uitgraven en herstellen. Deze lagenbenadering zie je deels ook terug in de methode van de Stadsgenese.

Wil je inzicht in historische ontwikkeling van je gebied?

Wil je van een gebied weten hoe het zich ontwikkeld heeft? Op de website van de RCE vind je veel historische kaarten die je daar inzicht in kunnen geven. De website Topotijdreis biedt je inzicht in de ontwikkeling van de gebieden in Nederland over de afgelopen 200 jaar.

Lagenbenadering