Klimaatstresstest
In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is afgesproken dat heel Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Het Deltaplan gebruikt hiervoor zeven ambities, waarvan ‘kwetsbaarheden in beeld brengen’ er één is. Om die kwetsbaarheden in beeld te krijgen, moesten alle overheden uiterlijk in 2019 een klimaatstresstest uitvoeren. Op deze pagina vind je meer informatie over de klimaatstresstest.
De eerste ronde stresstesten is inmiddels achter de rug en heeft veel bruikbare informatie opgeleverd. De resultaten van deze stresstesten vind je op de monitorkaart stresstesten. De tweede ronde start in 2025. Dan zijn de nieuwe KNMI-scenario’s verwerkt in de Klimaateffectatlas, heeft de bijsluiter stresstest een update gekregen en is er informatie beschikbaar uit de bovenregionale stresstesten voor wateroverlast en overstromingen.
Voorbereiden op tweede ronde
Je kunt je al voorbereiden op de tweede ronde stresstesten die start in 2025. Bij die ronde kunnen werkregio’s zelf kiezen welke stresstesten nodig zijn om uit te voeren of te actualiseren. Het Beoordelingskader kwaliteit DPRA stresstesten kan helpen bij die keuze.
Wat is een klimaatstresstest?
In een klimaatstresstest wordt geïdentificeerd wat de mogelijke kwetsbaarheden zijn binnen een gebied. Er wordt daarvoor een test gedaan voor de vier klimaatthema’s: wateroverlast, hitte, droogte en overstroming. De test bestaat in de kern uit het verzamelen en creëren van informatie die beschrijft welke effecten klimaatverandering (de ‘stress’ die op het systeem wordt gezet) in de toekomst kan hebben, en uit het combineren van deze informatie met verzamelde gegevens over de gevoeligheid van objecten en functies voor deze effecten. Er wordt onderzocht waar en wanneer welke knelpunten hierdoor kunnen ontstaan, onder verschillende mogelijke klimaatontwikkelingen. De stresstest gaat over het stedelijk en landelijk gebied. De stresstest onderzoekt de kwetsbaarheid van allerlei objecten en functies in een gebied, maar specifieke aandacht gaat uit naar de vitale en kwetsbare functies. Dit zijn functies die cruciaal zijn voor rampenbeheersing, zoals de drinkwatervoorziening, en functies die bij uitval of een calamiteit ernstige schade veroorzaken voor mens, milieu of economie.
In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is afgesproken dat overheden de stresstest iedere 6 jaar actualiseren omdat de kwetsbaarheden in de loop der tijd kunnen veranderen. Ook wordt aangeraden bij nieuwe (grote) ruimtelijke ontwikkelingen een aanvullende stresstest uit te voeren.
Hoe kun je een stresstest uitvoeren?
Overheden zijn vrij om zelf te bepalen hoe ze een stresstest uitvoeren. Om ze te ondersteunen heeft het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) samen met een groot aantal partijen de Bijsluiter voor de gestandaardiseerde stresstest ontwikkeld. Daarin staat hoe je een stresstest kunt uitvoeren. De bijsluiter is een bundeling van aanwijzingen voor het uitvoeren van de stresstest en helpt bij het interpreteren en toepassen van uitkomsten. Daarnaast wijst de bijsluiter je op de keuzes die je moet maken en helpt hij je bij het maken van deze keuzes. Bijvoorbeeld: wat reken je door of laat je doorrekenen? Hoe diepgravend gebeurt dat, en waarom? Per klimaatthema krijg je ook specifieke aanwijzingen die passen bij het kenmerk van het thema, aanwijzingen over de informatie die beschikbaar is en over de gebruikersbehoeften. Verder geeft de bijsluiter adviezen voor het gebruik van de uitkomsten van de stresstest.
Welke hulpmiddelen kun je gebruiken?
Een belangrijk hulpmiddel om een stresstest uit te voeren is de Klimaateffectatlas. Die kun je gebruiken bij de eerste stap in de stresstest om basisinformatie over kwetsbaarheden op te halen. De Klimaateffectatlas geeft je een eerste indruk van de (toekomstige) dreigingen van wateroverlast, hitte, droogte en overstroming in jouw gebied. Met de zoomfunctie heb je de mogelijkheid om op je eigen gemeente in te zoomen. De kaartverhalen geven duiding en toelichting bij belangrijke kaarten uit de Klimaateffectatlas en beantwoorden vragen zoals: wat zie je op de kaart? Waarom is dit aspect van belang? En wat kun je wel en niet met deze gegevens? Naast de Klimaateffectatlas zijn er veel andere hulpmiddelen waarvan je gebruik kunt maken, zoals de NAS-adaptatietool en de Klimaatschadeschatter. Een overzicht van alle beschikbare hulpmiddelen voor het uitvoeren van een stresstest vind je in het overzicht met hulpmiddelen.
Welke stresstesten zijn er al uitgevoerd?
Hoe ver zijn we in Nederland eigenlijk met het uitvoeren van stresstesten? Dat kun je zien op de Monitorkaart stresstesten. Overheden maken de resultaten van hun stresstest openbaar, zodat ook andere overheden, burgers en bedrijven inzicht hebben in de kwetsbaarheid van hun gebied. Op de monitorkaart staat welke gemeenten, waterschappen, werkregio’s en provincies in Nederland een klimaatstresstest hebben uitgevoerd. Je ziet dan ook welke thema’s ze in de stresstest hebben onderzocht: hitte, droogte, wateroverlast en/of overstroming. Ontbrekende stresstesten kun je toevoegen via het formulier monitor stresstest.
Welke partijen kunnen je helpen bij het uitvoeren van een stresstest?
Er zijn in Nederland verschillende partijen die een stresstest kunnen uitvoeren. In het overzicht van stresstestaanbieders vind je welke partijen dat zijn. De organisaties staan op alfabetische volgorde. Bij elke organisatie lees je een korte beschrijving van de aangeboden stresstest en wat de organisatie voor je kan betekenen. Ook vind je bij elke organisatie de contactgegevens als je meer informatie wilt.
Hoe kom je van een stresstest tot een adaptatiestrategie?
Zijn de resultaten van de stresstest beschikbaar? Dan kun je een risicodialoog voeren met alle relevante gebiedspartners. Deze dialoog heeft twee doelen: met de dialoog vergroot je het bewustzijn over hoe kwetsbaar je gebied is voor klimaatextremen. En in de dialoog bespreek je hoe je deze kwetsbaarheid met concrete maatregelen kunt verkleinen. Wil je meer lezen over de risicodialoog en het opstellen van een adaptatiestrategie? Bekijk dan de pagina ‘Risicodialoog voeren en strategie opstellen’.