Baakse Beek

Het stroomgebied van de Baakse Beek begint in het hoger gelegen Oost-Nederlands Plateau ten oosten van Twente en de Achterhoek. Via het ‘Vlakke Midden’ van de Achterhoek strekt het zich daarna uit naar de beekdalen met landgoederen en rivierterrassen bij de IJssel. Het watersysteem in dit gebied bestaat uit twee beken: de Baakse Beek in het noorden en de Veengoot in het zuiden. De afgelopen anderhalve eeuw is het watersysteem ingrijpend veranderd: door onder andere ontginning van het Ruurlosche Broek in de Achterhoek nam de afvoer van water flink toe. Het gebied verloor zijn waterbergend vermogen en de grondwaterstanden daalden sterk.

Wat zijn de opgaven in het gebied?

Door de veranderingen in het watersysteem is het gebied is zeer kwetsbaar geworden voor verdroging. Dit heeft gevolgen voor de natuur en de landbouw. Daarnaast zijn er op bepaalde plekken problemen met wateroverlast tijdens hevige piekbuien. Klimaatverandering zal deze problemen verergeren als het gebied niet wordt aangepast.

Wat is het doel van het project?

Het doel is om het watersysteem in dit gebied zo robuust te maken dat het zichzelf in stand kan houden. Het gebied wordt zo weerbaarder tegen droogte en wateroverlast. Het belangrijkste doel is om het probleem van verdroging op te lossen. Alle betrokken partijen in het gebied ervaren dit probleem en steunen dit doel.

Wat voor oplossing is er gekozen?

Verdroging is een ingewikkeld probleem, waarvoor een integrale gebiedsaanpak nodig is. Om een robuust watersysteem te ontwikkelen, is daarom gekeken naar het natuurlijk systeem. Daarvoor is een analyse gemaakt van de bodem, geomorfologie, het landschap, het historische watersysteem en de cultuurhistorie. Op basis daarvan is er een visie gemaakt, waarbij het principe van het watersysteem leidend is, en het gebruik volgend. Dat gebeurt nog niet vaak in Nederland. Cultuurhistorische kennis geeft veel informatie over het natuurlijk systeem. Daarnaast geeft het ook informatie over hoe mensen vroeger gebruik maakten van dit natuurlijk systeem.

Hoe is cultuurhistorische kennis ingezet?

Vooral de cultuurhistorische kennis van de landgoederen is gebruikt om tot een integrale oplossing te komen. Want juist daar zijn de belangen van water, landbouw, natuur, recreatie en cultuurhistorie al eeuwen sterk met elkaar verweven. In tegenstelling tot veel andere agrarische landschappen hebben veel van deze landgoederen hun historische karakter bewaard. Dat komt doordat landgoedeigenaren hier vaak veel waarde hechtten aan de esthetische en historische kenmerken van hun landgoed. Veel van hen lieten hun beken niet kanaliseren en vaak deden ze ook niet mee aan ruilverkavelingen. Daardoor zijn de cultuurhistorische structuren beter zichtbaar en kun je ze ook makkelijk zo weer inzetten voor klimaatadaptatie. Bovendien hebben landgoedeigenaren in dit gebied zelf ook al aandacht voor een afgewogen waterbeheer, omdat zij naast landbouw- ook natuurgronden in bezit hebben.

Wat wordt er aangepast in het gebied?

Oude waterstructuren worden weer met elkaar verbonden, zodat ze weer kunnen bijdragen aan een robuust watersysteem. Het watersysteem kan zo meebewegen met de weersomstandigheden en de grondwatervoorraad wordt groter. Daarvoor zijn onder andere de volgende elementen hersteld:

  • Er zijn obstakels weggehaald in en bij de ondiepe natuurlijke slenken in de laagste delen van het oorspronkelijke beekdal en greppelstructuren. Zo wordt alleen nog het overtollige regenwater afgevoerd.
  • Oude cultuurlandschappen die aansluiten op het cultuurhistorische systeem worden hersteld, zoals schrale graslanden en natte hooilanden.
  • Een opgeleide beek wordt hersteld om de waterstand in de grachten op peil te houden.
  • Gebieden die oorspronkelijk een apart stroomgebied waren, worden weer geïsoleerd van de hoofdstroom. Daardoor vindt daar ook een unieke natuurontwikkeling plaats en ontstaat er meer biodiversiteit in de afzonderlijke beekdalen.

Wat is er geleerd van dit project?

Het project heeft de volgende leerpunten opgeleverd:

  • Om een integrale aanpak van de grond te krijgen, is er een gezamenlijk doel nodig. De betrokken partijen moeten allemaal baat hebben bij het project. In dit geval was dat zo: iedereen ervaart de verdroging als een groot probleem.
  • Een integrale aanpak duurt wel langer dan bijvoorbeeld snelle technische sectorale oplossingen, maar het levert uiteindelijk wel meer op: een duurzame oplossing voor het hele droogteprobleem in het gebied.
  • De betrokken partijen moeten zich realiseren dat er veel tijd nodig is voor deze aanpak.
  • Het is belangrijk om een grondige watersysteemanalyse (WSA) uit te voeren. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar het oppervlaktewater maar ook naar het grondwatersysteem. Deze twee systemen beïnvloeden elkaar en vormen een eenheid met het bodemsysteem en het landschap (en het menselijk gebruik daarvan).


Meer weten?

Wil je meer weten over hoe cultuurhistorie wordt ingezet in de Baakse Beek? Lees dan het rapport 'Kansen van cultuurhistorie (pdf, 6.1 MB)'.