Bijsluiter gestandaardiseerde stresstest
Het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) heeft in samenwerking met een groot aantal partijen deze Bijsluiter voor de gestandaardiseerde stresstest ontwikkeld. De Bijsluiter is een bundeling van aanwijzingen voor het uitvoeren van de stresstest en helpt bij het interpreteren en toepassen van uitkomsten. Je vindt hier:
- Achtergrondinformatie over de klimaatthema’s
- Aanwijzingen voor het vinden en gebruiken van publieke landsdekkende basisinformatie om mogelijke dreigingen en gevolgen te verkennen en op hoofdlijnen in beeld te brengen
- Uniforme uitgangspunten en aanwijzingen voor het creëren van informatie op maat, om dreigingen en gevolgen in meer detail te bepalen
- Adviezen voor het gebruik van de uitkomsten van de stresstest
De Bijsluiter wijst daarnaast op en helpt bij te maken keuzes als: wat reken je door (of laat je doorrekenen)? Hoe diepgravend gebeurt dat, en waarom? Welke informatie moet worden gebruikt? Hoe omgaan met onzekerheden? Wat moet worden gedocumenteerd? En als er resultaten zijn: wat kun je er dan mee, en wat niet?
De Bijsluiter is ontwikkeld door het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), in samenwerking met een groot aantal partijen. De Bijsluiter blijft na de lancering in december 2024 in ontwikkeling. Er zullen regelmatig updates worden gedaan. Verwachte updates zijn onder andere:
- Verwijzingen naar een aantal kaarten die nog ontwikkeld of geactualiseerd worden, zoals de kaart Grondwateroverlast (Q1 2025), de Risicokaart funderingen (Q1 2025), de kaart Schaduw op gebouwen (Q2 2025) en de kaart Bodemdaling (Q2 2025)
- Actualisatie van de tekst over de gevolgen voor vitale functies, processen en kritieke voorzieningen (Q2-Q3 2025).
In het logboek worden de updates bijgehouden.
Wat is er anders in de tweede ronde stresstesten (2025)?
De eerste ronde stresstesten is in 2018/2019 uitgevoerd. Veel van de resultaten van die eerste ronde stresstesten vind je via de Monitorkaart Stresstesten. In de nieuwe ronde die in 2025 start krijgen DPRA-werkregio’s meer keuzevrijheid dan in de eerste ronde. Ze mogen nu zelf bepalen waar ze de nadruk op leggen bij het invullen van de DPRA-ambities en welke extra informatie er nodig is om goede dialogen te voeren en tot concrete agenda’s voor de uitvoering van adaptatie te komen. Het verkrijgen van een beeld van de dreigingen en gevolgen voor de traditionele DPRA-thema’s wateroverlast, hitte, droogte en overstroming geldt daarbij als uitgangspunt. Maar de werkregio’s kunnen ook een verdiepingsslag maken in het bepalen van gevolgen voor specifieke domeinen, zoals gezondheid, funderingen, biodiversiteit en waterkwaliteit.
De vorige stresstestronde heeft al informatie over kwetsbaarheden opgeleverd. Deze informatie is vaak nog steeds relevant en bruikbaar. Knelpunten die toen naar voren kwamen, en waarop nog geen actie is ondernomen, zullen ook bij een nieuwe test naar voren komen. Een belangrijk doel van de tweede ronde stresstesten is om de kwaliteit en volledigheid van de informatie over kwetsbaarheden verder te verbeteren. Om ervoor te zorgen dat de nieuwe stresstest deze toegevoegde waarde heeft, kan het ‘Beoordelingskader kwaliteit DPRA-stresstesten’ (zie kader) worden gebruikt. Daarmee gaan de DPRA-werkregio’s na hoe actueel, betrouwbaar en volledig de informatie uit de vorige stresstestronde is. Een uitkomst kan bijvoorbeeld zijn dat er in bepaalde deelgebieden al voldoende informatie is over wateroverlastknelpunten, maar te weinig over droogte. In de nieuwe stresstestronde kan dan meer aandacht aan die kennishiaat worden besteed. De tweede ronde dient dus in ieder geval te worden benut om informatie beter en compleet te maken, zodat een optimale risicodialoog kan worden gevoerd.
Beoordelingskader kwaliteit DPRA-stresstesten
De vraag waar een nieuwe stresstest zich wel en niet op moet richten, hangt samen met de vraag of een organisatie of werkregio voldoende informatie beschikbaar heeft om één of meerdere risicodialogen te kunnen voeren. Het antwoord op deze vraag hangt sterk samen met de kwetsbaarheid in een gebied en de (mogelijke) gevolgen ervan. Soms is gedetailleerde informatie nodig om keuzes te kunnen maken over de mate van acceptatie, doelbereik en het oplossen van knelpunten. In andere gevallen volstaat meer globale informatie. Kortom: de werkregio en de betrokken overheden bepalen zelf wat ‘voldoende informatie’ voor risicodialogen is en daarmee hoe de nieuwe stresstest wordt ingevuld.
Om hen hierbij te ondersteunen is een Beoordelingskader ontwikkeld. Het Beoordelingskader stelt een aantal vragen over de verschillende thema’s. Door die te beantwoorden wordt duidelijker of klimaatdreigingen en gevolgen voldoende in beeld zijn om een volwaardige risicodialoog te kunnen voeren. Op basis van de antwoorden op deze vragen kan een organisatie of werkregio bewust kiezen of ze wel of geen nieuwe stresstest uitvoeren en zo ja, waarop die stresstest zich dan voornamelijk moet richten.
Net als in de eerste ronde zijn ook nu weer landsdekkende basisinformatie en uniforme uitgangspunten klaargezet die de uitvoering van de stresstest faciliteren en ervoor zorgen dat resultaten van verschillende instanties onderling vergelijkbaar zijn. De informatie is verbeterd en vernieuwd op basis van de actuele KNMI’23-klimaatscenario’s.
Nieuw is ook dat meer aandacht wordt besteed aan de samenhang tussen dreigingen en gevolgen op verschillende schaalniveaus. Zo worden bijvoorbeeld voor het thema wateroverlast vanaf 2024 bovenregionale stresstesten uitgevoerd waarin de gevolgen van een grootschalige neerslaggebeurtenis worden onderzocht. De informatie die hiermee beschikbaar komt, vormt een aanvulling op uitkomsten van de DPRA-stresstest. Door de uitkomsten van deze stresstesten naast elkaar te leggen, wordt het beter mogelijk om dreigingen en gevolgen die zich op verschillende schaalniveaus voordoen te identificeren en de verbanden daartussen inzichtelijk te maken.
Bovenregionale stresstest
Voor het analyseren van wateroverlast op een bovenregionale schaalniveau is een aparte stresstest aanpak ontwikkeld. De handreiking daarvoor vind je in het nieuwsbericht van 16 april 2024. Deze stresstest is ingevoerd naar aanleiding van de extreme neerslag die in juli 2021 leidde tot wateroverlast en overstromingen, en daarmee tot grote gevolgen, in Zuid-Limburg en aangrenzende gebieden in Duitsland en België. Wat een bovenregionale neerslaggebeurtenis anders maakt, is de grotere omvang van het gebied waarin de neerslag valt en de samenloop met (gebieds)specifieke factoren die de impact vergroten. Dit kan leiden tot andere en ernstigere gevolgen dan in de lokale en regionale DPRA-stresstesten naar voren komt. De oorzaken daarvoor zijn:
- Het gehele watersysteem in een groot gebied wordt belast door de grote hoeveelheid water.
- Er kan grote ontwrichting ontstaan omdat meerdere (vitale) functies in een groter gebied worden getroffen en er cascade-effecten optreden.
- De overlast en het herstel daarvan duurt langer, onder andere door de grote schaal van de ontwrichting in combinatie met de beperkte beschikbaarheid en capaciteit van noodvoorzieningen.
De bovenregionale gebeurtenis is een aanvulling op de standaard neerslaggebeurtenissen met lokale en regionale (piek)neerslag die de Bijsluiter voorschrijft. Omdat de schaal en omstandigheden anders zijn, zijn de uitkomsten van bovenregionale stresstesten interessant om te combineren met de uitkomsten van de DPRA-stresstest. Daardoor ontstaat een vollediger beeld van de kwetsbaarheden. De bovenregionale stresstesten worden in 2024 uitgevoerd en zijn uiterlijk medio 2025 gereed.
Ook voor de andere klimaatthema’s is het advies om in de nieuwe stresstestronde te letten op de wisselwerking tussen dreigingen en gevolgen op verschillende schaalniveaus, tussen verschillende gebieden (zoals tussen landelijk gebied en de gebouwde omgeving) en tussen netwerken.
Standaardisatie en uniforme uitgangspunten
De Bijsluiter beschrijft niet van A tot Z en tot in detail de volledige werkwijze bij een stresstest. Dat is een bewuste keuze omdat er ruimte moet zijn voor inbreng van gebiedskennis en deskundigheid door uitvoerders, opdrachtgevers en overige betrokkenen. De Bijsluiter focust op generiek toepasbare onderdelen in de werkwijze (standaarden) die de vergelijkbaarheid en kwaliteit van de stresstest-uitkomsten verbeteren. De standaardisatie bevat uniforme uitgangspunten die moeten worden gebruikt, invoergegevens, de stappen in de informatie-analyse, het uitvoeren van modelberekeningen, de weergave van uitkomsten en de overdracht van resultaten. Er zijn zowel standaarden voor het gebruik van kant-en-klare basisinformatie als voor het creëren van informatie op maat.
De behoefte aan dit soort standaarden als hulpmiddel bij uitbesteding en uitvoering, en als middel voor kwaliteitsborging, is gebleken uit ervaringen in de eerste stresstestronde. Daarnaast is het voor het monitoren van de klimaatbestendigheid op regionaal en landelijk schaalniveau noodzakelijk om over vergelijkbare uitkomsten te beschikken.
Als het in een specifieke situatie niet zinvol lijkt om de stressteststandaarden te gebruiken, mag hiervan worden afgeweken. Het is dan noodzakelijk om de argumenten daarvoor schriftelijk toe te lichten en deze toelichting te koppelen aan de stresstestresultaten. Van de uniforme uitgangspunten (de klimaat- en weersomstandigheden) (pdf, 140 kB) mag niet worden afgeweken.
Om de stresstest en de standaarden op de juiste manier toe te passen en te interpreteren, zijn de volgende punten van belang:
- Een initiatiefnemer is zelf verantwoordelijk voor een zorgvuldige uitvoering van de stresstest, de kwaliteit van de daaruit volgende resultaten en het gebruik van die resultaten.
- De stresstest beschouwt dreigingen en gevolgen in de gebouwde omgeving en in het landelijk gebied.
- Je kunt niet zakken of slagen voor de stresstest.
- De gestandaardiseerde stresstest biedt geen afvinklijstje, maar wil maatwerk en ‘boerenverstand’ ondersteunen.
- De stresstest stelt geen normen voor adaptatie. In een stresstest wordt geanalyseerd wat gevolgen zijn van boven-normatieve omstandigheden.
- Uit de stresstest volgen nog niet de dimensies of kosten van maatregelen.
- De stresstest velt geen oordeel en legt geen maatregelen op. Dit wordt in de vervolgstap bepaald, in de risicodialoog.
Bepalen van dreigingen en gevolgen
De Bijsluiter biedt voor het inzichtelijk maken van dreigingen een andere werkwijze dan voor het inzichtelijk maken van de gevolgen.
- Een dreiging is de situatie die ontstaat tijdens of na een extreme gebeurtenis. Dit is bijvoorbeeld de omvangrijke plasvorming en de waterdiepte van die plassen, door intensieve neerslag. Of de hoge gevoelstemperatuur die in de gebouwde omgeving ontstaat door aaneengesloten tropische dagen.
Wil je direct aan de slag met het inzichtelijk maken van dreigingen? Ga naar de werkwijze voor het bepalen van dreigingen.
- Het ontstaan van negatieve gevolgen hangt onder meer af van de mate waarin constructies, netwerken, (bedrijfs)processen, mens en natuur bestand zijn tegen dreigingen. Gevolgen zijn bijvoorbeeld de schade aan inboedels door binnenstromend regenwater en oversterfte door hitte. De Bijsluiter biedt voor een aantal belangrijke domeinen, zoals gezondheid, gebouwde omgeving, waterkwaliteit en cultureel erfgoed, een eigen werkwijze om inzicht te krijgen in de gevolgen. Een eerste indicatief beeld, vooral van de dreigingen, wordt verkregen met behulp van basisinformatie.
Wil je direct aan de slag met het inzichtelijk maken van gevolgen? Ga naar de werkwijze voor het bepalen van gevolgen.
Nog niet voor alle thema's nauwkeurige informatie beschikbaar
Door voor een gebied informatie op maat te creëren ontstaat een preciezer en daardoor bruikbaarder beeld van de dreigingen en gevolgen. Helaas zijn (nog) niet voor elk onderwerp de hulpmiddelen en data beschikbaar om informatie op maat met een hoge nauwkeurigheid te creëren. Voor het thema droogte moet bijvoorbeeld overwegend met indicatieve basisinformatie worden gewerkt. Maar voor wateroverlast is het mogelijk gedetailleerde modelsimulaties uit te voeren. De Bijsluiter geeft daarvoor instructies.
Kijk minimaal naar zichtjaar 2050
Kijk bij het bepalen van dreigingen en gevolgen tenminste naar zichtjaar 2050. Worden de resultaten van de stresstest gebruikt voor ontwerpend onderzoek? Of voor het afwegen van risico’s bij grote investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur en energienetwerken? Dan is het advies om het zichtjaar te laten aansluiten op de beoogde levensduur van de onderzochte constructies of ontwikkeling. Voor woningbouw is dat bijvoorbeeld het jaar 2100.
Gebruik basisinformatie
De eerste stap in een stresstest bestaat uit het verkennen van klimaateffecten met kant-en-klare, laagdrempelige, publiek beschikbaar gestelde informatie. In de Bijsluiter wordt deze informatie aangeduid met de term ‘basisinformatie’. Dit is de landsdekkende informatie die de Klimaateffectatlas (KEA) en vooral de bijbehorende Kaartverhalen bieden. In aanvulling hierop kan regionale of lokale informatie worden gebruikt, zoals een regionale Klimaateffectatlas. Is een regionale of lokale kaart nauwkeuriger dan de landelijke kaart? Dan ligt het voor de hand om die kaart te gebruiken. Documenteer in de rapportage van de stresstest altijd welke bronnen er zijn gebruikt.
Het gebruik van basisinformatie levert een eerste indicatief beeld van knelpunten die aandacht verdienen. Deze uitkomsten zijn ook geschikt om te gebruiken voor de startfase van de risicodialoog en om bewustwording te creëren.
Uitleg over de Klimaateffectatlas
De Klimaateffectatlas geeft je een eerste beeld van (toekomstige) wateroverlast, hitte, droogte en overstroming in jouw gebied. Met de Kaartviewer kun je de ruimtelijke spreiding van klimaateffecten en kwetsbaarheden bekijken en op je eigen gemeente inzoomen. De Kaartverhalen geven duiding en toelichting bij kaarten en beantwoorden vragen als: Wat zie ik op de kaart? Waarom is dit aspect van belang? En wat kan ik wel en niet met deze gegevens? De tool Klimaatscenario’s kun je gebruiken om te zien hoe hitte, droogte, wateroverlast en zeespiegelstijging zich in verschillende regio’s in Nederland ontwikkelen bij verdere klimaatverandering. In het Buurtdashboard is informatie uit de landelijke kaarten op het schaalniveau van gemeenten en buurten verzameld. Met dit dashboard kun je bekijken hoe kenmerken van een buurt die iets zeggen over de klimaatbestendigheid, zich verhouden tot de gemiddelde situatie in de gemeente en de gemiddelde situatie in Nederland. Op de hulpmiddelenpagina lees je wat je met de Klimaateffectatlas kunt, en hoe je de viewer, de Kaartverhalen, het buurtdashboard en de tool Klimaatscenario’s gebruikt.
Alle kaarten in de Klimaateffectatlas bieden waardevolle informatie, maar niet alle kaarten zijn onderdeel van de standaard set basisinformatie die nodig zijn om een stresstest uit te voeren. De Bijsluiter gestandaardiseerde stresstest bevat daarom niet voor elke kaart een gebruiksaanwijzing.
De weergave van klimaatgegevens op kaarten kan de indruk wekken van grote geografische nauwkeurigheid. Maar de landelijke kaarten zijn meestal niet geschikt voor detailstudies op lokaal schaalniveau, zoals in een wijk of straat. De kaarten geven wel aan welke klimaatthema’s in een gebied meer of minder relevant zijn en met welke typen kwetsbaarheid je in het gebied rekening moet houden.
De Klimaateffectatlas wordt ondersteund door een helpdesk. Hier kun je terecht met vragen over de kaarten, of (gratis) de GIS-data uit de Klimaateffectatlas opvragen.
Creëer informatie op maat
De basisinformatie is in veel gevallen niet nauwkeurig genoeg om op lokaal schaalniveau, zoals op het niveau van een straat, dreigingen en gevolgen te bepalen en in de risicodialoog te beslissen over maatregelen. Dit blijkt bijvoorbeeld als vragen in de risicodialoog niet of alleen met veel onzekerheid kunnen worden beantwoord. Het is dan nuttig om met aanvullende data en hulpmiddelen een verdiepende analyse uit te voeren en zo eigen informatie op maat te creëren. Soms kan de verkennende stap met basisinformatie worden overgeslagen. Dat geldt bijvoorbeeld als er al een goed algemeen beeld bestaat van de wateroverlastsituatie in een gemeente. De gebieden waar vermoedelijk problemen door wateroverlast ontstaan, kunnen dan direct in detail worden gemodelleerd. Daarbij kun je dan de standaarden gebruiken die in het thema wateroverlast van de Bijsluiter staan.
Wisselwerking tussen DPRA-stresstest en risicodialoog
Uit de stresstest volgt inzicht in dreigingen en gevolgen, nog zonder waardeoordeel. Of de kwetsbaarheden daadwerkelijk een probleem vormen en of er maatregelen moeten worden genomen, wordt afgewogen tijdens de risicodialoog.
Verschillende routes mogelijk
Het proces van de risicodialoog ligt niet vast. Er zijn verschillende routes mogelijk. Maar meestal wordt in wisselwerking met de stresstest een ‘van grof-naar-fijn-aanpak’ gevolgd:
- Deze aanpak begint met een analyse voor de vier klimaatthema’s met gebruik van landelijk of regionaal beschikbare basisinformatie.
- Met de resultaten kan in de dialoog worden besloten dat er meer informatie of meer detail nodig is.
- In de volgende stap wordt dan informatie op maat gecreëerd.
- De resultaten hiervan gaan weer naar de dialoog.
Het gebeurt ook weleens dat er eerst een risicodialoog plaatsvindt, nog voordat er een stresstest is uitgevoerd. Bijvoorbeeld na een calamiteit door extreem weer.
Infographic toont wisselwerking tussen stresstest en risicodialoog
De stappen in de stresstest en de wisselwerking tussen stresstest en risicodialoog zijn verbeeld in onderstaande infographic:
Samenhang en afstemming tussen schaalniveaus
Er zijn in Nederland 45 werkregio’s waarin gemeenten, waterschappen, provincies en andere partijen samenwerken aan klimaatadaptatie. Zij stemmen daarin onder meer met elkaar af wat de specifieke aandachtspunten van de stresstesten in de tweede DPRA-cyclus zijn. Ook spreken ze af hoe ze de uitkomsten van de verschillende stresstesten het beste met elkaar combineren om de dreigingen en gevolgen op verschillende schaalniveaus, en de samenhang daartussen, in beeld te brengen. Dit inzicht is nodig om in de risicodialogen tot consistente uitvoeringsagenda’s voor maatregelen te komen. De methode voor het voeren van risicodialogen en het komen tot samenhangende uitvoeringsagenda’s, wordt in 2024 en 2025 uitgewerkt.
Hieronder laten we met voorbeelden uit het waterbeheer zien hoe de schaalniveaus met elkaar samenhangen en hoe de rolverdeling is tussen partijen die op die schaalniveaus actief zijn. Maar ook voor andere domeinen is het combineren van stresstestuitkomsten op schaalniveaus relevant. Vooral als het gaat over netwerken (wegen, spoor, nutsvoorzieningen) en uitval van kritieke voorzieningen, waarbij een dreiging meerdere onvoorziene gebeurtenissen tot gevolg kan hebben. Zo’n soort kettingreactie noem je ook wel een cascade-effect.
De afbeelding hieronder toont de verschillende schaalniveaus in het waterbeheer en hoe deze met elkaar samenhangen.
Afbeelding: Praatplaat neerslaginformatie van Stowa. Deze infographic laat de samenhang tussen schaalniveaus in het waterbeheer zien.
Op elk schaalniveau zijn specifieke partijen verantwoordelijk voor het beheer. Maar zoals de afbeelding toont, is het functioneren van het systeem op een bepaald schaalniveau ook afhankelijk van wat er op de andere schaalniveaus gebeurt. Bij een stresstest moeten op elk schaalniveau daarom meerdere partijen met elkaar aan de slag om de samenhang tussen de schaalniveaus helder te krijgen. De tabel hieronder laat zien welke partijen op welk schaalniveau in ieder geval een rol hebben bij het bepalen van dreigingen en gevolgen, en in de risicodialoog. Deze rol hangt af van hun formele verantwoordelijkheden en taken, maar ook van de informatie en (systeem)kennis die zij te bieden hebben.
Afbeelding: deze tabel geeft schematisch weer welke partijen op welk schaalniveau in ieder geval een rol hebben bij het bepalen van dreigingen en gevolgen, en in de risicodialoog.
Het initiatief voor het bepalen van dreigingen ligt bij de partij die voor een specifiek klimaatthema verantwoordelijk is, en daarvoor de nodige informatie bezit. In de tabel staat per thema welke partij dat is. Door de uitkomsten bij elkaar te brengen ontstaat een totaalbeeld van de dreigingen. Wil je ook een overzicht krijgen van mogelijke gevolgen? Dan is het nodig om samen de gevoeligheid en blootstelling van objecten en functies tegen die dreigingen af te zetten. Ook moet je dan oorzaak-gevolgrelaties analyseren die meerdere schaalniveaus kunnen overschrijden.
Naast de overheden kunnen ook andere stakeholders de dreigingsbeelden gebruiken om gevolgen van klimaatverandering in beeld te brengen voor hun functies. Denk aan woningbouwcorporaties, netbeheerders en (agrarische) bedrijven. Het is aan de werkregio’s om de informatie uit stresstesten te verspreiden, zodat alle stakeholders er gebruik van kunnen maken.
Delen
Versie 2.0
Deze bijsluiter is opgesteld in opdracht van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (versie 2.0 - december 2024). In het logboek worden updates bijgehouden.