Hoe is de bescherming van vitale en kwetsbare functies georganiseerd?

In de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie (2015) is afgesproken dat het Rijk ervoor zorgt dat nationale vitale en kwetsbare functies uiterlijk in 2050 beter bestand zijn tegen overstromingen. Met nationale functies bedoelen we hier functies die vitaal en kwetsbaar zijn op nationaal niveau. Voorbeelden hiervan zijn het hoogspanningsnet en het hoofdwegennet. Maar het Rijk kan deze taak niet in haar eentje uitvoeren. Zij moet daarvoor samenwerken met beheerders, gemeenten, waterschappen, provincies en veiligheidsregio’s. Deze partijen kunnen ook bijdragen aan de besluitvorming over vitale en kwetsbare functies. Deze pagina gaat in op de vraag hoe de bescherming van nationale vitale en kwetsbare functies is georganiseerd en wat we hierover geleerd hebben in regionale pilotprojecten. Wil je weten welke aanbevelingen we hebben voor lokale en regionale overheden om vitale en kwetsbare functies aan te pakken? Ga dan naar de Aandachtspunten.

Op Prinsjesdag 2020 is het Deltaprogramma 2021 met de herijkte deltabeslissingen door de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer aangeboden. In het Deltaprogramma 2021 en in het synthesedocument (pdf, 749 kB) lees je meer over de wijzigingen in de herijkte deltabeslissingen. De Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie 2021 bevat de aanpak van vitale en kwetsbare functies. Een verschil met de Deltabeslissing uit 2015 is bijvoorbeeld dat nu ook gekeken wordt naar de gevolgen van wateroverlast, droogte en hitte. Een ander verschil is dat niet alleen het Rijk, maar alle overheden een verantwoordelijkheid hebben voor nationale vitale en kwetsbare functies.

Waarom is er samenwerking nodig om de nationale functies te beschermen?

Nationale vitale en kwetsbare functies vind je in elke regio en worden beheerd door verschillende organisaties. Daarom dragen naast het Rijk ook beheerders, decentrale overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) en veiligheidsregio’s bij aan de besluitvorming rond vitale en kwetsbare functies. Ook kunnen ze invloed uitoefenen via beleidsinstrumenten, bijvoorbeeld via het verlenen van vergunningen. Bovendien is het ook voor beheerders, decentrale overheden en veiligheidsregio’s van groot belang om uitval van deze functies te voorkomen en uitgevallen functies snel te herstellen. Het zou daarom goed zijn als zij kennis over uitval en keteneffecten zoveel mogelijk met elkaar en met het Rijk delen.

Ligt de focus vooral op overstromingen?

De focus van de nationale aanpak lag de afgelopen jaren op overstromingen. In de nieuwe Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie (2021) heeft de deltacommissaris voorgesteld om de focus van deze nationale aanpak te verbreden. Vitale en kwetsbare functies kunnen namelijk ook uitvallen als gevolg van wateroverlast, hitte of droogte. Over deze klimaateffecten is al veel kennis opgedaan in het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Lokale en regionale overheden zijn partner in dit programma en hebben stresstesten uitgevoerd voor overstromingen, hitte, droogte en wateroverlast. Samenwerking tussen het Rijk en de regio zal daarom de komende jaren nog belangrijker worden.

Zijn er ook nog andere partijen betrokken?

Naast het Rijk, de decentrale overheden, de veiligheidsregio’s en de beheerders kunnen andere partijen een rol hebben in de besluitvorming rond vitale en kwetsbare functies, zoals kennisinstellingen. Zij ontwikkelen bijvoorbeeld nieuwe kennis over nationale vitale en kwetsbare functies, maar ze zijn formeel niet direct betrokken bij de besluitvorming rond deze functies. Ook belangenorganisaties, burgers en bedrijven zonder beheerfunctie zijn niet direct bij die besluitvorming betrokken. Kennis over nationale vitale en kwetsbare functies is wel nuttig voor die partijen. Zo is het voor burgers en bedrijven belangrijk om op de hoogte te zijn van mogelijke risico’s in hun eigen leefomgeving en te weten wat ze hier zelf aan kunnen doen. Omdat burgers en bedrijven geen rechtstreekse betrokkenheid hebben bij besluiten, bespreken we de rol van deze partijen niet op deze pagina.

Kan uitval van vitale functies internationale impact hebben?

Uitval van vitale functies kan ook impact hebben op internationaal niveau. Onderzoek laat zien dat telecommunicatie, internet en transport in heel Europa zeer gevoelig zijn voor keteneffecten. Verstoring van distributienetwerken of satellietverkeer kan leiden tot ontwrichting van internationale goederen- en informatiestromen. Op deze pagina gaan we niet in op deze internationale impact. Meer informatie daarover vind je in hoofdstuk 6 van het Nationaal Veiligheidsprofiel.