Wat is rol van gemeenten, provincie en waterschap?

Decentrale overheden zijn niet verantwoordelijk voor het klimaatbestendig en waterrobuust maken van nationale vitale en kwetsbare functies. Wel kunnen ze een belangrijke bijdrage leveren in de vorm van kennis, communicatie, vergunningverlening en ruimtelijke inrichting. Bovendien kan uitval van vitale en kwetsbare functies ook voor hen ernstige gevolgen hebben. Het is daarom belangrijk dat zij weten wat er kan gebeuren als vitale en kwetsbare functies uitvallen en hoe je de gevolgen kunt voorkomen. Bovendien kunnen decentrale overheden besluiten om op regionaal of lokaal niveau objecten of infrastructuur als vitaal en kwetsbaar aan te wijzen.

Hoe dragen decentrale overheden bij?

Decentrale overheden zijn partner in het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie. Zij moeten klimaatstresstesten uitvoeren, risicodialogen voeren en een uitvoeringsagenda opstellen. Als onderdeel van deze processen kunnen ze ook aandacht besteden aan vitale en kwetsbare functies:

  • Ze kunnen bewustwording creëren over belangrijke en kwetsbare functies op regionaal en lokaal niveau. Dat kunnen ze doen bij verschillende sectoren, zoals de energiesector en de infrastructuursector, maar bijvoorbeeld ook bij particulieren, zoals bedrijven en bewoners.
  • Ze kunnen informatie en kennis delen met de betrokken partijen en inzicht geven in regionale keteneffecten.
  • De verantwoordelijkheid voor lokale en regionale vitale en kwetsbare functies ligt vaak bij decentrale overheden. Voor deze functies kunnen ze de kwetsbaarheden in beeld brengen, ambities bepalen en maatregelen nemen. In de pilot Waterveiligheid Botlek zijn bijvoorbeeld bulkterminals, containeroverslag, stukgoedterminals en distriparken aangemerkt als vitale en kwetsbare objecten. Deze objecten zijn alleen belangrijk en kwetsbaar op lokaal of regionaal niveau, niet vitaal en kwetsbaar op nationaal niveau. De nationale overheid heeft daarom geen rol bij de bescherming van deze objecten.

Hoe kunnen wetgeving en andere instrumenten daarbij helpen?

Verschillende regionale en lokale overheden zijn verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen. Daarmee hebben ze veel invloed op ruimtelijke ontwikkelingen, en kunnen ze ongewenste plannen voorkomen die invloed hebben op belangrijke en kwetsbare functies. Hierbij kunnen ze gebruikmaken van verschillende instrumenten:

  • Gemeenten kunnen gebruikmaken van hun bestemmingsplan en de provincie van hun omgevingsvisie en provinciale omgevingsverordening. De meeste provincies hebben klimaatadaptatie al verankerd in hun omgevingsvisie en coalitieakkoorden.
  • Waterschappen kunnen de Watertoets gebruiken om gemeenten te adviseren. De Watertoets vraagt om bij de keuzes in ruimtelijke inrichting water als uitgangspunt te nemen. Daarnaast vraagt deze toets om klimaatadaptatie een vast onderdeel te maken van alle plannen in de fysieke leefomgeving.
  • Bedrijven met grote externe veiligheidsrisico’s moeten zich houden aan nationale regelgeving om de risico’s van zware ongevallen te beperken, zie het Besluit risico's zware ongevallen.

Welke rol spelen decentrale overheden bij nieuwe ontwikkelingen?

Lokale en regionale overheden spelen ook een belangrijke rol bij nieuwe ontwikkelingen. Ze kunnen nieuwe vitale infrastructuur aanleggen, zoals waterleidingen of een elektriciteitsnet. Dat kunnen ze doen vanuit hun taken in de ruimtelijke ordening of bijvoorbeeld als ze een watertoets hebben uitgevoerd. Deels zijn decentrale overheden zelf eigenaar van objecten zoals gemalen of wegen. Dan kunnen ze hiervoor een klimaatbestendige locatie kiezen en de bouw zelf klimaatbestendig uitvoeren. Voor drinkwater geldt dat de provincie vaak aandeelhouder is en kan besluiten om een strategische drinkwatervoorraad aan te wijzen. Een volledig overzicht van de verantwoordelijkheden van decentrale overheden vind je op pagina 8 en 9 van de notitie Ingrediënten voor de nationale aanpak V&K (pdf, 480 kB).