Wat is de rol van de nationale overheid?
Het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie heeft een overzicht gemaakt van dertien nationale vitale en/of kwetsbare functies. De meeste daarvan zijn vitaal en kwetsbaar, en een aantal worden alleen kwetsbaar genoemd. Dat betekent dat ze bij een ramp beter deels of helemaal uitgeschakeld kunnen worden om negatieve gevolgen voor gezondheid en milieu te voorkomen. Dit geldt voor afvalwaterzuiveringen, nucleaire installaties en laboratoria waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Ook voor ziekenhuizen geldt dat het bij bijvoorbeeld een overstroming veiliger kan zijn om iedereen te evacueren dan te blijven functioneren. Functies die vitaal zijn, moeten bij een overstroming ook in overstroomd gebied zo goed mogelijk blijven functioneren. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) coördineert de nationale aanpak van deze dertien functies en zorgt voor kennisdeling. Zij agendeert, zorgt voor kennisdeling en kijkt welke hulpmiddelen nodig zijn voor een succesvolle aanpak. Voor elke nationale vitale en/of kwetsbare functie draagt een ministerie de verantwoordelijkheid om deze klimaatbestendig en waterrobuust te maken. In de tabel hieronder zie je een overzicht hiervan. Ook staat voor iedere vitale of kwetsbare functie aangegeven welke onderdelen eronder vallen.
Vitale en kwetsbare functies | Aangemerkt als vitaal | Verantwoordelijk ministerie |
---|---|---|
1. Energie | Elektriciteit 2. Energie | Aardgas 3. Energie | Olie |
1. Landelijk transport en distributie, en regionale distributie. Bijvoorbeeld een hoogspanningsstation. 2. Productie, landelijk transport en (regionale) distributie. Bijvoorbeeld station voor overslag of distributie van gas. 3. Olievoorziening, bijvoorbeeld een depot of raffinaderij. |
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
4. Telecom/ICT | Basisvoorzieningen voor communicatie om te kunnen reageren bij een overstroming 5. Telecom/ICT | Publiek netwerk |
4. Communicatie met en tussen hulpdiensten, Bijvoorbeeld C2000-zendmasten. 5. Internet en datadiensten, internettoegang en dataverkeer, spraakdiensten en sms. Bijvoorbeeld glasvezelkabel of zendmast. |
4. Ministerie van Justitie en Veiligheid 5. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
6. Waterketen | Afvalwater 7. Waterketen | Drinkwater |
6. Afvalwaterzuivering en riool zijn kwetsbaar maar niet vitaal: bij een overstroming wordt de zuivering van afvalwater uitgeschakeld. 7. Drinkwatervoorziening, bijvoorbeeld een waterwingebied of drinkwaterzuivering. |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
8. Gezondheid | 8. Ziekenhuizen zijn kwetsbaar maar niet vitaal | 8. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
9. Keren en beheren oppervlaktewater | 9. Hoofdgemalen | 9. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
10. Transport | 10. Hoofdwegennet | 10. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
11. Chemisch en Nucleair | Chemie 12. Chemisch en Nucleair | Nucleair 13. Chemisch en Nucleair | Infectueuze stoffen/ genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) |
11. Grootschalig vervoer, opslag, productie en verwerking van chemische stoffen. Bijvoorbeeld chemische bedrijven.
12. Opslag, productie en verwerking nucleair materiaal. Bijvoorbeeld een kerncentrale. 13. Laboratoria die werken met infectieuze stoffen waaronder genetisch gemodificeerde organismen. |
11. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
12. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 13. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Infrastructuur en Waterstaat |
Bronnen: Twynstra & Gudde (pdf, 480 kB) (2019) en Nationaal Deltaprogramma (pdf, 649 kB) (2021)
Wat doen de ministeries?
Een verantwoordelijk ministerie stelt via beleid of wet- en regelgeving algemene kaders vast voor de functies die onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Het ministerie informeert de beheerders over de aanpak vitaal en kwetsbaar en bepaalt de ambitie waar beheerders bij het onderhoud en de aanleg van hun vitale infrastructuur rekening mee moeten houden. Soms is het ministerie ook de opdrachtgever of vergunningverlener richting de beheerder. De beheerder is dan meestal een bedrijf met een publieke taak. Dit is bijvoorbeeld het geval bij elektriciteit.
Hoe werken de ministeries?
De ministeries doorlopen voor de vitale en kwetsbare functie waarvoor ze verantwoordelijk zijn zelf de stappen ‘weten-willen-werken’ van het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie. Of ze vragen de beheerder van een vitale en kwetsbare functie om dat te doen. Deze stappen zien er zo uit:
- Stap 1 │ Weten:
De beheerder of het ministerie brengt in beeld hoe kwetsbaar de functie is voor een overstroming. Als de herijking van het Deltaprogramma wordt aangenomen door de Tweede Kamer, zal dat ook gebeuren voor wateroverlast, droogte en hitte. De beheerder of het ministerie kan hierbij om informatie vragen bij andere partijen, zoals provincies, waterschappen, gemeenten of veiligheidsregio’s.
- Stap 2 │ Willen:
Het ministerie legt een ambitie vast over hoe klimaatbestendig en waterrobuust de functie moet zijn. Als het nodig is past het ministerie de wet- en regelgeving aan.
- Stap 3 │ Werken:
Meestal is het de beheerder die deze laatste stap uitvoert. Hij maakt een plan waarin staat hoe je bij nieuwe investeringen en bij beheer en onderhoud rekening houdt met de gevolgen van klimaatverandering.
Wat hebben de stappen tot nu toe opgeleverd?
In de afgelopen jaren hebben de verantwoordelijke ministeries de eerste ronde weten-willen-werken doorlopen voor overstromingen. De meeste ministeries hebben als ambitie gesteld dat uitval van een vitaal en kwetsbaar knooppunt of netwerk in overstroomd gebied beperkt moet blijven tot dit overstroomde gebied. Andere gebieden mogen er niet door getroffen worden. Daarnaast moet een vitale en kwetsbare functie weer zo snel mogelijk gaan functioneren, ook in het overstroomde gebied. Het is belangrijk om daar rekening mee te houden bij renovatie en nieuwbouw. De verschillende ministeries hebben geconcludeerd dat deze ambities bereikt kunnen worden binnen de huidige wet- en regelgeving.
Welke stappen worden er in de komende jaren gezet?
In de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie 2021 staat het voorstel om de stappen ‘weten-willen-werken’ ook te doorlopen voor wateroverlast, droogte en hitte. De ambitie is om de stap ‘weten’ eind 2021 af te hebben en ‘willen’ eind 2023.