Laag 2: maatregelen in de ruimtelijke inrichting
Ondanks alle kennis en maatregelen op het gebied van waterveiligheid bestaat er altijd een kans op een overstroming. Door maatregelen te nemen in de ruimtelijke inrichting, kunnen we schades door overstromingen beperken. Dat is een van de doelen van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. De ruimtelijke maatregelen die je kunt nemen om de gevolgen te beperken, zijn afhankelijk van de locatie en de overstromingsdiepte. Wel is het bij elke overstromingsdiepte belangrijk om vitale en kwetsbare functies op een hoge plek te bouwen of te zorgen voor een goede bescherming ervan.
Deze video legt uit hoe we de gevolgen van een overstroming kunnen beperken door maatregelen te nemen in laag 2 en 3.
Waar kun je het beste maatregelen nemen?
Op welke locaties kun je het beste maatregelen nemen om de gevolgen van een overstroming te beperken? En welke maatregelen passen daar het best? Het kaartverhaal Mogelijkheden voor gevolgbeperking overstromingen en de database Maatregelen voor gevolgbeperking overstromingen geven je daar inzicht in. Je kunt de gevolgen beperken door bijvoorbeeld verhoogd te bouwen. Maar ook door te zorgen voor droge verdiepingen en hoge schuilplekken in de buurt. Maatregelen zijn vooral nodig in gebieden met een grotere kans op overstromen. Maar soms kun je ook overwegen om maatregelen te nemen in gebieden die een minder grote kans hebben op overstromen. Bijvoorbeeld omdat er vitale en kwetsbare functies liggen of omdat er al maatregelen nodig zijn tegen wateroverlast door neerslag.
Welke maatregelen beperken de gevolgen van een ondiepe overstroming?
Bij een ondiepe overstroming tot 50 centimeter kun je de gevolgen van een overstroming beperken met de volgende maatregelen:
- Verhoog drempels zodat water niet makkelijk naar binnen kan stromen. Deze maatregel is het meest effectief bij een zeer ondiepe overstroming tot 20 centimeter. Maar als je de voordeur verhoogd aanlegt met bijvoorbeeld een paar treden, kan de maatregel ook helpen bij grotere overstromingsdieptes.
- Breng vloedplanken aan zodat er geen water naar binnen kan stromen. Deze maatregel helpt bij zeer ondiepe overstromingen van maximaal 20 centimeter.
- Zet kwetsbare apparatuur niet op de begane grond of in de kelder, maar op een hogere verdieping.
- Plaats aansluitingen voor elektriciteit hoger dan 50 centimeter.
- Bij nieuwbouw kun je hoger bouwen door bijvoorbeeld eerst de grond wat op te hogen.
Deze maatregelen zijn ook zinvol tegen wateroverlast door neerslag.
Welke maatregelen beperken de gevolgen van een diepe overstroming?
Bij een diepere overstroming tot 2 meter kun je bij nieuwbouw bouwen op palen of op opgehoogde grond. Of je kunt de indeling van een gebouw aanpassen met wonen en werken op de eerste verdieping, zoals bij een drive-in woning. Een andere goede maatregel is een gebouw ontwerpen dat we over een aantal jaar nog kunnen aanpassen. Daarnaast is het bij nieuwbouw goed om te bedenken of je op kwetsbare plekken wel een huis moet bouwen: kun je niet beter op een minder kwetsbare plek gaan bouwen? Dat zou in lijn liggen met de omslag in Nederland om water en bodem meer sturend te maken bij de inrichting van ons land. Een andere optie is om gebouwen zo te bouwen dat we ze kunnen verplaatsen naar een andere locatie als de kans op een overstroming toeneemt.