Publicaties over water en bodem als basis

Om bij de ruimtelijke inrichting uit te gaan van het water- en bodemsysteem is een omslag nodig in ons denken en doen. Op deze pagina vind je verschillende publicaties en andere inspiratiebronnen voor deze omslag in het denken over de ruimtelijke inrichting.

Toekomstverkenning NL2100

Het rapport Toekomstverkenning NL2100 laat zien hoe Nederland er in de toekomst uit kan zien als de zeespiegel verder gestegen is en als we ervoor kiezen om water en bodem sturend te laten zijn. Tot welke inzichten kan het denken over zo’n toekomst leiden? Waar wonen en werken we dan? En hoe kun je met de infrastructuur en het energienetwerk de ontwikkelingen die nodig zijn stimuleren? De ontwerpbureaus NOHNIK, H+N+S Landschapsarchitecten en Rademacher / de Vries Architects hebben dit onderzocht en uitgewerkt in opdracht van het College van Rijksadviseurs. Hun werk legt de vinger op een aantal pijnlijke waarheden, maar laat ook zien welke oplossende denkrichtingen er zijn.

Essay ‘Op Waterbasis’

In het essay ‘Op Waterbasis’ pleiten Deltares, BoschSlabbers en Sweco voor een herinrichting van Nederland waarbij we het landgebruik meer afstemmen op de mogelijkheden en beperkingen van water en bodem. Het essay bevat ook een fysiografische kaart met knelpunten. De kaart laat zien welke gebieden nat, droog, zout, slap, zettingsgevoelig en overstroombaar zijn. Je kunt deze kaart gebruiken om met anderen in gesprek te gaan over een inrichting met water en bodem als uitgangspunt. Het nieuwsbericht van 4 augustus 2021 geeft een korte samenvatting van het essay.

Visie NL2120

Wageningen University & Research (WUR) heeft een kaart van Nederland in 2120 gemaakt: hoe zou Nederland er in dat jaar uit kunnen zien? Het toekomstbeeld van de kaart gaat uit van een aantal ambitieuze doelen. Zo moest de uitkomst voor biodiversiteit maximaal zijn en wordt er zoveel mogelijk gewerkt met oplossingen waarin natuurlijke processen een grote rol spelen. Bij de kaart hoort ook een rapport. De visie is gebaseerd op uitkomsten van verschillende ontwerp- en discussiesessies met onderzoekers, vanuit verschillende wetenschappelijke vakgebieden: landbouw, biodiversiteit, duurzame energie, water en circulaire economie. WUR wil deze visie de komende tijd verder ontwikkelen, onderbouwen en uitwerken. In een artikel van VPRO Tegenlicht lees je een gesprek over deze visie met ingenieur Tim van Hattum. Ook het magazine van de WUR wijdt een artikel aan deze visie.

PBL-rapport ‘Grote opgaven in een beperkte ruimte’

De draagkracht van bodem, water en biodiversiteit staat onder grote druk door klimaatverandering, landbouw, woningbouw en bedrijvigheid. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ligt hier een belangrijke taak voor de Rijksoverheid. In het rapport ‘Grote opgaven in een beperkte ruimte’ stelt het PBL dat de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) te veel inhoudelijke keuzes openlaat en nog onvoldoende zicht biedt op de uitvoering. Het PBL pleit ervoor dat de Rijksoverheid meer de regie neemt, en dat ze het bodem- en watersysteem centraal stelt bij de aanpak van de grote opgaven voor verstedelijking, klimaat, natuur, waterbeheer en landbouw. Daarbij is het wel cruciaal dat de Rijksoverheid burgers betrekt bij haar plannen. Meer over het rapport lees je ook in een nieuwsbericht van het PBL.

Integrale Grondwaterstudie Nederland

In het rapport Integrale Grondwaterstudie Nederland (2023) heeft Deltares samen met Wageningen Environmental Research (WEnR) beschreven wat de opgaven, aandachtspunten en mogelijke oplossingen voor het grondwater zijn op landelijke schaal. Beleidsmakers, beheerders en grootgebruikers kunnen het gebruiken om bij verschillende ruimtelijke opgaven water en bodem sturend te maken. Het rapport belicht vijf thema’s: verdroging natuur, bescherming grondwaterkwaliteit, energietransitie en grondwater, stedelijk gebied, en zoetwatervoorziening.

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

In 2019 is het Kennisprogramma Zeespiegelstijging gestart, met als doel om de onzekerheden die er zijn rond zeespiegelstijging goed in beeld te brengen. Sinds een paar jaar geven wetenschappelijke onderzoeken namelijk aan dat de stijging van de zeespiegel na 2050 zou kunnen versnellen. Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging is een samenwerking van IenW, de Deltacommissaris, het KNMI, Rijkswaterstaat, de Unie van Waterschappen en verschillende kennisinstellingen. Naast de onzekerheden in beeld brengen, inventariseert het programma hoe lang de huidige strategieën voor onze waterveiligheid nog werken. Wanneer zouden we ze moeten aanpassen, en hoe precies? Deze kennis is nodig om ons zo goed mogelijk voor te bereiden op de verdere stijging van de zeespiegel. Meer kun je ook lezen in de brochure over het kennisprogramma.

Publicatie over risico’s van zeespiegelstijging

Bij miljardeninvesteringen in de ruimtelijke inrichting wordt tot nu toe geen of te weinig rekening gehouden met de toekomstige effecten van de stijgende zeespiegel. Hierdoor ontstaat het risico dat deze investeringen in de toekomst voor niets blijken te zijn, omdat die ruimte nodig is voor maatregelen tegen zeespiegelstijging. Nog een groter risico dat door snelle grote ruimtelijke ontwikkelingen ontstaat, is dat we ons land in de toekomst niet snel genoeg kunnen aanpassen om het veilig te houden. In het whitepaper ‘Ruimte voor de toekomst’ pleit Sweco ervoor om bij miljardeninvesteringen rekening te houden met zeespiegelstijging en niet alle beschikbare ruimte vol te bouwen. We moeten genoeg ruimte houden voor mogelijke maatregelen om ons te beschermen tegen zeespiegelstijging en daarvoor is regie nodig op systeemniveau en op de lange termijn. Lees ook het nieuwsartikel van Sweco hierover en de blog van Platform 31.

Verkenning over weerbaarheid tegen zoetwatertekort

Wat is er nodig is om in de toekomst weerbaar te zijn tegen zoetwatertekorten? In ‘Zoetwatertekort: wat betekent weerbaar zijn in een veranderende wereld? (pdf, 5.6 MB)’ verkent onderzoeksbureau DRIFT deze vraag vanuit een transitieperspectief. Daarvoor onderzoeken de auteurs eerst wat het begrip ‘weerbaarheid’ vanuit dit perspectief betekent en wat de droge periode tussen 2018 en 2020 ons over weerbaarheid geleerd heeft. Daarna gaan ze in op de vraag wat er voor het Deltaprogramma Zoetwater nodig is om de weerbaarheid voor zoetwatertekorten in de toekomst te vergroten. Er wordt momenteel vooral ingezet op het optimaliseren van het watersysteem. Eén van de aanbevelingen van deze verkenning is juist om meer aan het transformatief vermogen te werken. Dat betekent inzetten op systeemverandering zonder bang te zijn dat de huidige functie van het systeem mogelijk verandert. Daarvoor is eerst een samenhangende visie nodig op de verschillende transitieopgaven, zoals landbouw, de energietransitie en klimaatadaptatie.

Publicaties over belang bodem bij klimaatadaptatie

Hieronder vind je publicaties over het belang van de bodem bij klimaatadaptatie:

Publicatie over koppeling watersysteem met andere opgaven

Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft laten onderzoeken hoe het aan verschillende maatschappelijke opgaven kan bijdragen, zoals klimaatadaptatie, circulaire economie en de energietransitie. Het rapport De Blauwe Lens schetst drie perspectieven. Het onderzoeksrapport is gedaan door landschapsarchitecten, bestuurders en beleidsmakers van het waterschap, en verschillende experts. De resultaten zijn samengevat in kaarten en visualisaties. Het rapport helpt om water en bodem als sturend principe in te zetten voor de inrichting van onze leefomgeving. Ook andere waterschappen kunnen met deze aanpak tot verrassende nieuw inzichten en mogelijkheden komen.

Interviews

De visie om het water- en bodemsysteem als basis te nemen voor de ruimtelijke inrichting komt naar voren in de volgende interviews:

  • In Deltanieuws, het magazine van het Deltaprogramma, staat een dubbelinterview met onderzoekers Rienk Kuiper van het PBL en Frans Klijn van Deltares. Rienk Kuiper is één van de hoofdauteurs van het PBL-rapport ‘Grote opgaven in een beperkte ruimte’ en Frans Klijn heeft meegeschreven aan het essay ‘Op Waterbasis’. In het interview vertellen beiden wat de grenzen zijn van het water- en bodemsysteem en wat er nodig is om deze grenzen niet verder te overschrijden.
  • Sylvo Thijsen en Co Verdaas gaan met elkaar in gesprek over de vraag hoe de ruimtelijke inrichting van Nederland vorm moet krijgen. Sylvo Thijsen is directeur van Staatsbosbeheer dat het grootste oppervlak aan grond in Nederland in bezit heeft. Co Verdaas is hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft en schreef samen met Friso de Zeeuw een publicatie over een nieuw sturingsconcept om de ruimtelijke opgaven van Nederland in samenhang uit te voeren.