Hoe zorg je dat het groen goed blijft?

Om bomen, struiken en planten goed te houden, is het natuurlijk belangrijk om ze goed te verzorgen. Daarnaast is het belangrijk om van tevoren te weten of het groen dat je ergens wilt aanleggen wel geschikt is voor die locatie. Op deze pagina lees je daar meer over.

Houd rekening met de toenemende droogte

De toenemende droogte maakt het nog belangrijker om goed op te letten welke soort groen je plant, hoe je de groeiplaats inricht en hoe je voldoende bodemvocht beschikbaar houdt. Meer daarover lees je in het onderzoek Droogte en stedelijk groen. Wil je weten welke maatregelen tegen droogte in een bepaalde situatie het beste werken? Dan kan de website Groenblauwe Netwerken je verder helpen. Je leest hier per maatregel wat er bekend is over de effectiviteit ervan. Ook vind je er verschillende voorbeelden van uitgevoerde maatregelen in de praktijk.

Interactieve handreiking en praatplaten over droogtebestendig groen

Vanuit het NWKW-onderzoek naar droogte en stedelijk groen is er een interactieve handreiking ontwikkeld. De handreiking helpt gemeenten om te zorgen voor droogtebestendiger groen. Ook zijn er voor drie wijktypes praatplaten ontwikkeld die visualiseren hoe je een wijk droogtebestendiger kunt inrichten. Je vindt de verschillende praatplaten in het NKWK-overzicht van ontwikkelde kennis, bij het onderwerp Droogte en groen in de stad.

Maak eerst een bomenplan

Bomen kun je niet zomaar overal planten. Elke boom heeft zijn eigen kenmerken. En per locatie kan de ondergrond en waterhuishouding verschillen. Bomen kunnen de omgeving gezonder en klimaatbestendiger maken als je ze op de juiste manier en op geschikte locaties plant. Dan zullen ze goed groeien en hebben ze minder onderhoud nodig. Maak daarom eerst een bomenstructuurplan voordat je bomen gaat planten. De Stadsgenese kan je daarbij helpen. Houd daarbij rekening met de volgende aandachtspunten:

  • Elke boom heeft zijn eigen kenmerken. Voordat je een boom ergens plant, moet je eerst weten of die boom daar goed past en met welk doel je de boom plant. De bomenposter en de bomenzoeker kunnen je daarbij op weg helpen.
  • Plant niet te veel bomen die pollen in de lucht kunnen veroorzaken. Het Bomenkompas helpt gemeenten en landschapsarchitecten bij de keuze welke bomen je het beste waar plant om de leefomgeving fijner te maken voor hooikoortspatiënten.
  • Plant bomen alleen aan op plekken waar genoeg water beschikbaar is.
  • Plant ze niet te dicht bij kwetsbare panden.
  • Kies voor klimaatbestendige soorten die langere tijd tegen droogte kunnen. Meer hierover kun je bijvoorbeeld lezen op de Vlaamse website Klimaatbomen in Limburg.
  • Houd rekening met de watervraag en de beschikbaarheid van water op een locatie. Tijdens droge periodes zorgt groen voor extra verdamping. Als je ergens veel bomen en groen plant, neemt de watervraag daar in droge periodes toe. Dat hoeft geen probleem te zijn als er genoeg water in de buurt is. Maar als de watervraag groter is dan de beschikbaarheid van zoetwater, kan het tot watertekorten leiden. Zie ook het rapport Klimaat en watervraag stedelijk gebied.

Foto's: Nanda Sluijsmans