Hoe bescherm je vitale en kwetsbare functies?
Om vitale en kwetsbare functies in een gebied te beschermen, is het nodig om verschillende stappen te doorlopen. Op deze pagina vind je de verschillende stappen: Hoe doorloop je ze? Welke methodes en praktijkvoorbeelden zijn er bij elke stap? Ook kun je via deze pagina meer lezen over ervaringen met verschillende stappen.
Om de kwetsbaarheid van een vitale functie in beeld te brengen, moet je eerst met een stresstest vaststellen hoe gevoelig de functie is voor natuurlijke bedreigingen. Deze stap hebben we op deze website niet uitgewerkt. Wel vind je hier een overzicht van data die je kunt gebruiken voor de stresstest van vitale en kwetsbare functies.
Stel dat een vitale en kwetsbare functie uitvalt. Hoe groot is dan de impact op de samenleving? De ene vitale functie is urgenter dan de andere. En hoe langer een uitval duurt, hoe groter de impact is. Hieronder lees je hoe je de impact van een uitgevallen vitale functie kunt bepalen. Ook kun je klikken op de methodes en praktijkvoorbeelden die bij deze stap kunnen helpen.
Als een vitale functie uitvalt, vallen er vaak ook andere functies of processen uit. Dat noemen we een keteneffect. Keteneffecten versterken de impact van een uitgevallen vitale functie. Deze stap hangt daarom samen met stap B. Het is belangrijk om te weten welke keteneffecten er kunnen ontstaan als een vitale functie uitvalt. Hieronder lees je hoe je keteneffecten in beeld kunt brengen. Ook kun je klikken op de methodes en praktijkvoorbeelden die bij deze stap kunnen helpen.
Heb je de impact bepaald, met of zonder keteneffecten? Dan ga je de risico’s bepalen. Welke bedreigingen vormen de grootste risico’s? Welk risico is misschien niet zo groot, maar heeft wel een enorme impact? Hieronder lees je hoe je de belangrijke risico’s bepaalt. Ook kun je klikken op de methodes en praktijkvoorbeelden die bij deze stap kunnen helpen.
- Hoe bepaal je de belangrijkste risico’s?
- Risico's in kaart brengen: methodes en praktijkvoorbeelden
- Risico's afwegen en beslissen: methodes en praktijkvoorbeelden
Om beslissingen te kunnen nemen, moet je ook bepaald hebben welk ambitieniveau je aan een bepaalde vitale en kwetsbare functie toekent. Hoe veilig of robuust moet de functie zijn? Dat is een complexe vraag. Op deze pagina lees je meer over hoe je het ambitieniveau bepaalt.
Heb je vastgesteld wat de ambitie is (stap E)? En heb je deze vergeleken met het huidige risiconiveau (stap D)? Dan kun je vaststellen of er maatregelen nodig zijn om de vitale functies verder te beschermen. In deze stap kies je maatregelen, implementeer je ze en voer je ze uit (als ze binnen je verantwoordelijkheid vallen en je bevoegd bent om ze uit te voeren). Maatregelen kunnen erop gericht zijn om de robuustheid en/of de veerkracht van een vitale en kwetsbare functie te vergroten. Nadat je maatregelen hebt uitgevoerd, kun je opnieuw de kwetsbaarheid vaststellen in een stresstest en de stappen A tot en met E uitvoeren. Op die manier ontstaat een cyclisch proces.
Centraal in deze stappen staat een risicogestuurde aanpak. Elke stap levert risico-informatie die de betrokken partijen kunnen afwegen en waarmee ze uiteindelijk vitale en kwetsbare functies kunnen versterken. Gebruik van een risicomatrix staat hierin centraal. In stap A identificeer je de risico’s die je in deze matrix kunt zetten. Daarna stel je vast wat de kans is op elk risico. Stappen B en C leveren informatie over de gevolgen van uitval en in stap D komt deze informatie over kans en gevolg samen tot een risiconiveau per bedreiging, waardoor je de risico’s kunt prioriteren. Deze risico’s vergelijk je vervolgens met het ambitieniveau in stap E, waarna je in stap F maatregelen neemt om tot een acceptabel risiconiveau te komen.
Deze pagina’s over Vitaal&Kwetsbaar gaan in op de stappen B tot en met E. De stappen A en F zijn op dit moment nog niet uitgewerkt. De zes stappen lopen parallel aan het Weten, Willen en Werken, en kun je deels vergelijken met de stresstest, risicodialoog en uitvoeringsagenda van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie, zie de figuur en toelichting hieronder:
- Weten: Eerst moet je vaststellen welke verschillende vitale functies kwetsbaar zijn voor welke gebeurtenissen. Dat kun je doen met behulp van stresstesten. Ook moet je erachter komen wat de impact is als deze functies verstoord raken of uitvallen. Daarvoor is het ook nodig om keteneffecten te onderzoeken en zo risico’s in beeld te brengen.
- Willen: Alle inzichten uit het onderdeel ‘Weten’ kun je gebruiken om een ambitieniveau vast te stellen. In deze stap bepaal je hoe robuust en veerkrachtig de vitale en kwetsbare functie moet zijn.
- Werken: Om ervoor te zorgen dat het ambitieniveau ook wordt gehaald, moet je concrete maatregelen uitvoeren. Nadat je maatregelen hebt uitgevoerd, breng je opnieuw de kwetsbaarheid in beeld. Dan is de cirkel weer rond, zie ook de afbeelding hieronder.