Beleid ontwikkelen

Nederland kan alleen klimaatbestendig worden als klimaatadaptatie onderdeel wordt van werkprocessen en uitvoering in de praktijk. Niet alleen overheden moeten daarmee aan de slag, maar ook maatschappelijke organisaties, bedrijven en inwoners. Beleid is het geheel van doelen, middelen, plannen en regels dat de overheid opstelt om taken uit te voeren en om bepaalde problemen op te lossen en te voorkomen. Via beleid kun je bijvoorbeeld adaptatiemaatregelen stimuleren en verplichten. Er zijn veel verschillende manieren om klimaatadaptatie vast te leggen in beleid. Ook zorgt de Omgevingswet voor nieuwe kansen. Op deze pagina vind je een overzicht van manieren om klimaatadaptatie vast te leggen in beleid, welke afwegingen daarbij een rol kunnen spelen en waar je meer informatie en voorbeelden kunt vinden.

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet ingegaan. Met de Omgevingswet is er één wet voor verschillende thema’s en maatschappelijke opgaven, waaronder klimaatadaptatie en de energietransitie. De wet zorgt er onder andere voor dat decentrale regelgeving overzichtelijker wordt en thema’s meer in samenhang met elkaar en met de omgeving worden aangepakt. In het kennisdossier Klimaatadaptatie en de Omgevingswet kun je meer lezen over de instrumenten van de Omgevingswet die belangrijk zijn voor klimaatadaptatie.

Hoe kun je klimaatadaptatie vastleggen in beleid?

Klimaatadaptatie kun je op verschillende manieren vastleggen in visies, plannen en regels. Dit noemen we ook wel reguleren en borgen, wat één van de zeven ambities is van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Het doel ervan is dat klimaatadaptatie een normaal, terugkerend element wordt in beleid en uitvoering. Dit heet ook wel ‘verankeren’ van klimaatadaptatie. Hieronder vind je een aantal voorbeelden van manieren om klimaatadaptatie vast te leggen in beleid. Daarnaast kan de factsheet Governance – Klimaatadaptatie - Verankeren (pdf, 389 kB) je op weg helpen.

Vastleggen in visies en strategieën

Klimaatadaptatie kun je  vastleggen in visies en strategieën, zoals in een omgevingsvisie of adaptatiestrategie. Daarmee wordt klimaatadaptatie dwingend voor de overheidsorganisatie die de visie of strategie vaststelt. Een adaptatiestrategie is een strategie op lokaal of regionaal niveau waarin je beschrijft wat er nodig is om jouw gebied, gemeente, waterschap of provincie klimaatbestendig te maken en hoe je dat gaat doen. Met een adaptatiestrategie maak je de opgaven van klimaatadaptatie concreet. Een uitvoeringsagenda is vaak onderdeel van een adaptatiestrategie. Meer informatie over hoe je een adaptatiestrategie kunt opstellen, vind je op de pagina Risicodialoog voeren en strategie opstellen.

Juridisch verankeren in decentrale regelgeving

Klimaatadaptatie kun je juridisch verankeren in decentrale regelgeving. Juridisch verankeren zorgt ervoor dat het beleid ook verplicht wordt voor andere organisaties of personen. Je kunt bijvoorbeeld regels juridisch verankeren in het bestemmingsplan en de hemelwaterverordening. Als de Omgevingswet ingaat, worden deze en andere instrumenten vervangen door het omgevingsplan. Bestaande regelgeving wordt dan opgenomen in het tijdelijk omgevingsplan en blijft van kracht. Om gemeenten te helpen klimaatadaptatie juridisch te borgen, heeft de provincie Gelderland een stappenplan opgesteld dat gemeenten in heel Nederland kunnen gebruiken.

Onderdeel van aanbestedingen en contracten

Je kunt klimaatadaptatie onderdeel maken van een aanbesteding en een contract. Drie sturingselementen die je daarbij altijd kunt gebruiken zijn: selectiecriteria, eisen en gunningscriteria. De leidraad Klimaatadaptatie in aanbestedingen en contracten van Tauw helpt om klimaatadaptatie optimaal in een aanbesteding of contract te borgen.

Stimuleren en faciliteren

Wil je er op een minder dwingende manier voor zorgen dat de eigen organisatie, andere organisaties en personen adaptatiemaatregelen nemen? Dat kan ook via beleid, bijvoorbeeld door prestatieafspraken te maken met woningcorporaties, maatschappelijke initiatieven mogelijk te maken en door subsidieregelingen en andere financiële prikkels in te voeren. Een voorbeeld van een financiële prikkel is een lagere rioolheffing wanneer het regenwater is afgekoppeld.

Het is belangrijk om op een integrale manier te werken aan klimaatadaptatie. Klimaatadaptatie verdient daarom ook een plek in beleidsdocumenten van andere sectoren. Denk bijvoorbeeld aan een bomenbeleidsplan, een beleidsplan wegen of het gezondheidsbeleid. Via de kennisdossiers van dit portaal vind je informatie over klimaatadaptatie voor verschillende sectoren. En met vragen over manieren van samenwerken met andere sectoren of afdelingen kun je terecht bij het netwerk Samen Klimaatbestendig.

Welke inhoudelijke afwegingen kun je meenemen in beleid?

Wil je beleid gaan opstellen voor klimaatadaptatie? Denk dan goed na over de volgende zaken:

  • Klimaatstresstesten en risicodialogen vormen de basis voor dit beleid. Met een klimaatstresstest onderzoek je wat de mogelijke kwetsbaarheden zijn binnen een gebied. Meer hierover kun je lezen op de pagina Klimaatstresstest. Over deze kwetsbaarheden ga je met alle betrokkenen in gesprek in de risicodialoog: daarmee vergroot je het bewustzijn over hoe kwetsbaar je gebied is en bespreek je hoe je de kwetsbaarheid met concrete maatregelen kunt verkleinen. Op basis daarvan maak je samen een strategie voor klimaatadaptatie. Meer daarover kun je lezen op de pagina Risicodialoog voeren en strategie opstellen.
  • Om klimaatadaptatie zo goed mogelijk aan te pakken, zou het water- en bodemsysteem een sturende rol moet krijgen in de ruimtelijke ordening van Nederland. Daar pleiten steeds meer wetenschappers voor en IenW ondersteunt deze visie. Het principe hierbij is: in plaats van het land en water aan te passen aan onze wensen, is het nodig dat wij ons gaan aanpassen aan de grenzen van bodem en water. Daarbij is het ook belangrijk om verder vooruit te denken dan 2050. In het kennisdossier Water en bodem als basis: een transitie vind je verschillende inspiratiebronnen voor deze omslag in het denken over de ruimtelijke inrichting. Ook vind je er tools die je kunnen helpen om water en bodem, ook op regionale en lokale schaal, een sturende rol te geven. Omdat de Omgevingswet de fysieke leefomgeving centraal stelt, biedt ze veel kansen voor deze omslag in het denken.
  • Denk goed na over het abstractieniveau van beleid, regels en eisen: leg je bepaalde maatregelen vast of de gewenste uitkomst? Met het laatste stuur je vooral op prestaties en laat je ruimte voor creativiteit en innovatie. Hierbij is het wel belangrijk dat de prestaties concreet en meetbaar zijn. Meer over dit abstractieniveau lees je in paragraaf 1.4. in de Handreiking Klimaatadaptief en Natuurinclusief Bouwen.
  • Denk bij het ontwikkelen van beleid ook goed na over hoe je klimaatadaptatie gaat monitoren. Met monitoring krijg je namelijk inzicht in waar je staat met het klimaatbestendig maken van je gebied. Je kunt bijvoorbeeld het proces monitoren door bij te houden hoe ver je bent met het behalen van de doelen uit je adaptatiestrategie. Of je kunt de resultaten van het beleid monitoren door bij te houden of een strategie ook leidt tot maatregelen in de praktijk. In het kennisdossier Monitoring van klimaatadaptie kun je er meer over lezen.

Welke richtlijnen en standaarden kun je gebruiken?

In de keuzehulp vind je hulpmiddelen en initiatieven die je kunnen helpen bij de vraag: wat zijn standaarden voor een klimaatbestendig gebied of gebouw? Zo is er de Coolkit met richtlijnen om hittestress tegen te gaan: wat is de maximale afstand tot koele plekken, welk percentage schaduw is nodig in loopgebieden en wat is het minimale percentage groen per wijktype? De Coolkit is gebaseerd op het onderzoek ‘De hittebestendige stad’ van de Hogeschool van Amsterdam. Ook wordt er hard gewerkt aan landelijke standaarden voor klimaatadaptatie. Het Overleg Standaarden Klimaatadaptatie (OSKA) onderzoekt waar en hoe standaarden voor klimaatadaptatie ontwikkeld moeten worden. Bekijk de pagina’s over Standaarden en OSKA voor meer informatie en de laatste inzichten. Daarnaast ontwikkelt de Rijksoverheid een landelijke maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving. De maatlat definieert wat klimaatadaptief bouwen is en schept duidelijkheid voor medeoverheden en voor bouwende en ontwikkelende partijen. Deze maatlat beschrijft bijvoorbeeld ook welke buien een systeem aan moet kunnen.

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken bij ontwikkelen van beleid?

In het kennisdossier Klimaatadaptatie en de Omgevingswet vind je hulpmiddelen om klimaatadaptatie op te nemen in de omgevingsvisie of het omgevingsplan. Verder staat in de keuzehulp voor hulpmiddelen een overzicht van hulpmiddelen die je kunt gebruiken om klimaatadaptatie vast te leggen in wet- en regelgeving. Zo laat de Handreiking Klimaatadaptief en Natuurinclusief Bouwen met voorbeeldregels zien welke mogelijkheden decentrale overheden hebben om klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen vast te leggen in hun beleid en plannen. De Menukaart Hitte in de gebouwde omgeving is bijvoorbeeld heel handig wanneer je als gemeente een hitteprogramma wilt ontwikkelen. Een ander handig hulpmiddel is ‘Ritsen: een gids met klimaatadaptieve instrumenten voor bouwen en ontwikkelen’: deze gids heeft Samen Klimaatbestendig ontwikkeld met TAUW en &Flux. Je vindt hier een overzichtelijke analyse van 25 producten, handreikingen, tools en instrumenten op het gebied van klimaatbestendige nieuwbouw en gebiedsontwikkeling. Tot slot staan op de voorbeeldenkaart veel goede voorbeelden van onder andere adaptatiestrategieën, uitvoeringsagenda’s en gemeentelijke subsidies.