Vragen
Om erachter te komen welke risico’s er door klimaatverandering zijn binnen een gebied, voeren overheden een klimaatstresstest uit. Deze stresstest brengt in beeld hoe kwetsbaar een omgeving is voor wateroverlast, hitte, droogte en overstroming, nu en in de toekomst. Als er een stresstest van een gebied beschikbaar is, voeren de verschillende betrokken partijen risicodialogen met elkaar. Daarin bespreken ze welke risico’s uit de stresstest niet acceptabel zijn en maken ze afspraken over de aanpak hiervan. Die afspraken schrijven ze op in een lokaal of regionaal uitvoeringsprogramma.
Hoe kwetsbaar is een gebouw voor de gevolgen van klimaatverandering? Om dat per gebouw te kunnen inschatten, werkt de Dutch Green Building Council (DGBC) met ongeveer 30 andere publieke en private partijen samen aan het Framework for climate adaptive buildings. De ministeries van BZK en IenW ondersteunen dit traject. Het is een standaardaanpak waarmee je klimaatrisico’s per (bestaand) gebouw kunt inschatten.
Er zijn veel verschillende manieren om klimaatadaptatie vast te leggen in beleid:
- Op nationaal niveau wordt klimaatadaptatie beleidsmatig aangepakt vanuit twee programma’s: het nationaal Deltaprogramma en de Nationale adaptatiestrategie (NAS). Op de pagina Beleid en Programma’s lees je meer over beide programma´s, over regelingen vanuit het Rijk, en over nationale initiatieven die samenwerking en kennisdeling stimuleren.
- Decentrale overheden kunnen klimaatadaptatie ook al zelf borgen in hun regelgeving. Hiervoor is de Handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen en inrichten Daarin staan voorbeeldregels en voorbeelden van hoe je klimaatadaptatie en natuurinclusief bouwen een plek kunt geven in lokale regelgeving en straks onder de Omgevingswet.
- Bij nieuwbouwprojecten en andere ontwikkelingen in de gebouwde omgeving biedt de Landelijke Maatlat klimaatadaptieve groene gebouwde omgeving houvast. Deze maatlat beschrijft doelen en prestatie-eisen, en geeft richtlijnen voor de thema’s wateroverlast, droogte, hitte, biodiversiteit, bodemdaling en gevolgbeperking overstromingen.
- Water en bodem sturend wordt de norm bij nieuwe ontwikkelingen in de gebouwde omgeving en ruimtelijke ordening.
Op de pagina Beleid ontwikkelen kun je meer lezen over hoe je klimaatadaptatie kunt vastleggen in beleid.
Wil je meer weten over klimaatadaptief bouwen? Ga dan naar de pagina Klimaatadaptief Bouwen. Daar kun je meer lezen over hoe verplichtend het wordt om klimaatadaptief te bouwen, waar klimaatadaptief bouwen aan moet voldoen en hoe je klimaatadaptief bouwen aanpakt. Ook vind je er verschillende hulpmiddelen en voorbeelden uit de praktijk.
Overheden kunnen zelf adaptatiemaatregelen nemen én andere partijen stimuleren om ook maatregelen te nemen. Maar hoe doe je dat? En wat voor maatregelen kun je nemen? Lees er meer over op de pagina Maatregelen nemen.
Klimaatadaptatie kun je op twee manieren meekoppelen met andere opgaven:
- Koppel klimaatadaptatie aan andere transities: Wil je een gebied klimaatbestendiger maken? Bedenk dan hoe je de plannen hiervoor kunt koppelen aan plannen voor andere grote transities voor een toekomstbestendige gebouwde omgeving. Denk aan het overstappen op duurzame energie, het bevorderen van de biodiversiteit, het bouwen van voldoende betaalbare woningen, het creëren van een gezonde omgeving en het omschakelen naar een circulaire economie. Al deze veranderingen vragen om een nieuwe manier van denken en doen. En er zijn allerlei aanpassingen voor nodig in de gebouwde omgeving. Deze kun je het beste in samenhang met elkaar aanpakken. Zo voorkom je dat overheden, maatschappelijke partijen, ondernemers en burgers voor elke opgave opnieuw aan de slag moeten.
- Koppel adaptatiemaatregelen aan bestaande plannen: Wil je ergens adaptatiemaatregelen nemen? Koppel deze dan zoveel mogelijk aan acties die daar toch al gepland zijn, zoals beheer en onderhoud van de openbare ruimte.
Meer over beide vormen van meekoppelen kun je lezen op de pagina Meekoppelkansen benutten. Daar vind je ook allerlei hulpmiddelen voorbeelden uit de praktijk. En hieronder vind je per thema een aantal hulpmiddelen, landelijke programma’s en voorbeelden uit de praktijk.
Klimaatadaptatie raakt aan veel verschillende beleidsvelden, zoals: Riolering, stedelijk waterbeheer, Openbare ruimte, Stedenbouw, Sociale ontwikkeling, Welzijn en zorg, Wonen en bouwen, Bodem en ondergrond, Groen, Beheer en onderhoud, Infra en mobiliteit, en Volksgezondheid. Het is belangrijk dat collega’s en partners vanuit deze verschillende hoeken bij klimaatadaptatie betrokken worden. Zo’n integrale aanpak is nodig bij opgaven in het stedelijk waterbeheer, maar bijvoorbeeld ook als je kansen wilt benutten om regenwater op te vangen of als je water- en windstromen in stedenbouwkundige plannen wilt reguleren. Verder is een integrale aanpak ook nodig om hitteproblemen aan te pakken: zowel als je hitte wilt tegengaan in de openbare ruimte als bij kwetsbare groepen.
Hoe je klimaatadaptatie kunt financieren hangt af van je doel, de opgave en je doelgroep. Op de pagina Financiering vind je een overzicht van pagina’s, websites en andere bronnen die antwoord kunnen geven op verschillende vragen over de financiering van klimaatadaptatie. Verder kan het Expertteam Woningbouw van RVO advies geven over financiering en businessmodellen.
Klimaatadaptatie gaat over veel vakgebieden en is daarom een complexe opgave waarbij het belangrijk is om goed samen te werken met collega’s en externe partijen. Op de pagina Samenwerken kun je lezen hoe je een goede samenwerking aanpakt.
Ben je op zoek naar voorbeelden van klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving? Kijk dan eens op de Voorbeeldenkaart en op de website van Bouwadaptief. Ervaringen van gemeenten en woningcorporaties en voorbeelden van succesprojecten kun je ook vinden via de Voorbeeldenkaart. Ook op de Kennisbank Groenblauwe Netwerken staan verschillende voorbeelden van projecten op het gebied van klimaatadaptatie, biodiversiteit en andere duurzame thema’s. Voor inspiratie en goede voorbeelden kun je ook contact opnemen met de volgende platformen:
- Samen Klimaatbestendig is een platform voor en door professionele klimaatwerkers. Je kunt bij hen terecht met vragen op het gebied van klimaatadaptatie en ze kunnen je verbinden aan interessante partijen. Je kunt ze volgen op LinkedIn.
- Groene Huisvesters is een samenwerking tussen corporaties, het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), VNG, de Woonbond en Aedes om de verduurzaming van bestaande woningen te versnellen. Je kunt ze volgen op LinkedIn.
- Platform KAN: Als projectontwikkelaar, bouwbedrijf of gemeente kun je je aansluiten bij het Platform KAN. Dit platform is gericht op nieuwbouw. Het is bedoeld om kennis te ontwikkelen en ervaringen te delen op het gebied van klimaatadaptief bouwen, wateroverlast, hittestress, biodiversiteit en natuurwaarde. Je kunt contact opnemen via het contactformulier van Platform KAN.
- Platform31 heeft zes renovatieprojecten onderzocht waarin energiebesparende maatregelen zijn gecombineerd met adaptatiemaatregelen en/of circulaire maatregelen. Wat kunnen de woningcorporaties en bouwbedrijven op dat gebied nog leren? Je kunt contact opnemen via het contactformulier van Platform31.
Als overheid is het belangrijk om goed na te denken over hoe je klimaatadaptatie stimuleert bij inwoners en bedrijven. Je kunt hiervoor een strategie opstellen. De Beleidsmixer kan helpen om een goed afgewogen keuze te maken tussen verschillende manieren om inwoners en bedrijven mee te krijgen. Een belangrijk onderdeel is goed met je doelgroepen communiceren en bewustwording creëren. Op dit portaal vind je ook het kennisdossier Inwoners stimuleren, met als onderdeel een communicatietoolkit die je kan helpen om inwoners te stimuleren tot klimaatadaptatie of ze bewust te maken van de urgentie ervan.
In Nederland wordt er op verschillende plekken en manieren aan innovaties gewerkt.
- Op The Green Village onderzoeken, experimenteren, testen en demonstreren kennis- en onderwijsinstellingen, ondernemingen, overheden en burgers hun duurzame innovaties. The Green Village is een soort buitenlaboratorium op de campus van de TU Delft. De focus van de innovaties ligt op de gebouwde omgeving. De onderzoekers kunnen hun innovaties hier testen op wijk-, straat- en gebouwniveau. Onderdeel van dit laboratorium is de Proeftuin Klimaatkwartier, waarin wordt samengewerkt om gebouwen in Nederland klimaatadaptief te maken. Hier worden innovaties ontwikkeld voor binnen en buiten gebouwen, zowel in nieuwe ontwerpen als in bestaande constructies van gebouwen. Het ministerie van BZK ondersteunt deze proeftuin en een vierjarig innovatieprogramma.
- VPdelta+ is het innovatieprogramma voor een klimaatbestendige omgeving van TU Delft Innovation & Impact Centre, Erasmus Centre for Entrepreneurship (EUR) en Kansen voor West II. Samen met andere kennisinstellingen en publieke partners streven zij ernaar om innovaties te versnellen en gevalideerde innovaties op te schalen en toe te passen in het publieke domein. Op de website vind je een portfolio van alle innovaties en een overzicht van de proeftuinen.
Vanuit het Rijk wordt er aan de volgende onderzoeken gewerkt:
- Kennisaanpak en kennisprogramma’s vanuit de NAS: Vanuit de Nationale Adaptatiestrategie (NAS) zijn er twee kennisprogramma’s gestart: het onderzoeksprogramma Klimaatadaptatie en gezondheid en het programma LIFE-IP Klimaatadaptatie. Ook is er vanuit de NAS een kennisaanpak opgesteld. Deze is bedoeld om de kennis van klimaatrisico’s actueel te houden, en om kennis over het uitvoeren van adaptatiemaatregelen te ontwikkelen, uit te wisselen en te verspreiden.
- De NKWK-onderzoekslijn Klimaatbestendige Stad (NKWK-KBS) was één van de 14 onderzoekslijnen van het Nationaal Kennis- en innovatieprogramma Water en Klimaat. Het liep van 2017 tot en met 2023. Het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie organiseerde deze onderzoekslijn samen met STOWA en Deltares. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat financierde de onderzoeken, met cofinanciering van een onderzoeksconsortium van zo'n vijftien tot twintig kennisinstellingen en adviesbureaus.